» Historie » Andijk, aantekeningen gemaakt door Volkert Veer
In de Enkhuizer courant van 23 Jan. 1916 werd door Drechterland een
dringend verzoek gedaan aan de omliggende gemeenten om puin aan te voeren
voor het herstellen der dijk. Spoedig daarna werden dagelijks vele karren
met puin door de boeren uit de omtrek aangevoerd en die reden dan tot 's avonds
toe mee om grond aan te brengen voor het dichtmaken der gaten aan
de binnenzijde van de dijk.
Duizenden zakken werden met grond en zand gevuld en over de losse grond en
de dichtgemaakte gaten opgestapeld voor het geval dat er nogmaals een storm mocht komen.
Vele arbeiders uit Andijk en omliggende gemeenten hebben daaraan
meegewerkt en daar het winter was en het werk goed werd betaald was dat
voor hun nog een meevaller. Vele arbeiders uit Andijk en omliggende
gemeenten hebben daaraan meegewerkt en daar het winter was en het werk
goed werd betaald was dat voor hun nog een meevalder. In overleg van het
Bestuur van Drechterland met het Rijk en de Provincie werd besloten om de
dijk te verzwaren en ruim 250 huizen, die daarvoor in de weg stonden, te
onteigenen. Het waren meestal kleine huizen, maar er waren grootere bij,
zoals scholen, onderwijzerswoningen en de pastorie op het Buurtje. Het
Boerenleenbank gebouw, 6 cafe's, verschillende winkels, enz.
Er werd voor die onteigening een commissie benoemd, bestaande uit P. Groot
Jr te Andijk, K. Breebaart te Winkel en R. Zwagerman te Bovencarspel en
het is die Heeren gelukt bijna alle gebouwen bij minnelijke schikking in handen te krijgen.
Slechts enkele perceelen werden later na verschillende onderhandelingen onteigend.
Van de gemeente werden onteigend 3 scholen onderwijzerswoningen, 3
spuithuizen, schuur en 20 Are grond voor ƒ 98167,- en later nog voor
vergoeding van het maken en onderhouden van 4 bruggen ƒ 11700,- en ƒ 1600,- betaald.
In 1919 werd door Drechterland voor de dijkverzwaring betaald ƒ 1.514.700,-,
waarvan aan de aannemers Zwaan en van der Heuvel ƒ 519.020,-
aan de onteigening ƒ 864.180,- en aan de overige uitgaven ƒ 1315,-.
In 1920 waren deze bedragen in totaal ƒ 2.091.650,- aan de aannemers ƒ 786.950,-,
aan de onteigening ƒ 1.080.420,- en aan de verdere uitgaven ƒ 224.280,-.
De taxatiecommissie heeft voor haar werk een bedrag van ƒ 3800,- ontvangen
en aan Notaris J. Wagemaker is voor de overdrachten in 1919 en 1920 te
zamen ruim ƒ 60.000,- betaald. Al de huizen die onteigend waren zijn door
de Bouwvereeniging "Nieuw Andijk", die in die tijd is opgericht,
in massa aangekocht voor ƒ 80.000,- en verschillende perceelen bouwterrein
langs de dijk zijn door de gemeente aangekocht voor ƒ 36775,-.
Daar er aan de voor al die nieuw te bouwen huizen geen voldoende ruimte
was werd de nieuwe weg, vanaf de Bangert langs de Kleingouw en de Knokkel
naar het oosteinde der gemeente met verschillende zijwegen naar de dijk met een
totale lengte van ongeveer 8 K.M. en waarin 25 bruggen.
In Juni 1920 is door mij als Gem. Ontvanger een bedrag van ƒ 365.000,- van
de Betaalmeester te Hoorn gehaald en dezelfde dag naar Lakemans Bank te
Enkhuizen gebracht. Enkele dagen later is daarvan ƒ 297.600,- uitbetaald
aan de eigenaars van de terreinen, die onteigend waren ten behoeve voor de
aanleg van de nieuwe wegen.