» Historie » Andijk, aantekeningen gemaakt door Volkert Veer
Het maken van de 25 betonbruggen was opgedragen aan den aannemer J. Beemster Jz te Oostwoud voor ƒ 75.000,-.
De meeste gebouwen die onteigend waren, door de Bouwvereniging aangekocht,
werden afgebroken en de rest werd op rollen gezet en wat achteruit, of de weg langs gerold en dan weer geplaatst.
Dit gebeurde eerst met kleine schuren en huizen, maar door ervaring van
dat werk werden steeds grootere gebouwen onderhanden genomen en tenslotte
is de grote kapberg van K. Tensen Dz., die in de Bakkerhoek achter zijne
boerderijk stond, op schuiten gerold en naar Kleingouw vervaren en daar over de weg gerold en opnieuw geplaatst.
De rentenierswoning van V. Visser Jz. Is zonder dat er in huis iets
verplaatst is, opgetild en enkele meters achteruit gerold.
Van de huizen die afgebroken waren, werden door de Bouwvereeniging weer
enkele huizen aan de nieuwe wegen gebouwd en deze huizen zijn later aan verschillende personen verkocht.
Ook werden enkele huizen, die onteigend waren, door de vorige eigenaars
van de Bouwvereeniging teruggekocht en met medewerking van de
Bouwvereeniging op een andere plaats weer opgebouwd. Deze Bouwvereeniging
heeft heel wat werk gedaan en is in 1943 opgeheven en het batig saldo is
toen verdeeld onder die personen die met de Bouwvereeniging hunne huizen wederom hebben opgebouwd.
Aan al de werkzaamheden van herstellen en verzwaring van de dijk, het
onteigenen en verplaatsen der gebouwen en vooral voor de aanleg van de nieuwe wegen heeft P. Groot Jz.,
Die in 1919 Burgemeester der gemeente is geworden, een belangrijk deel meegewerkt en door zijn toedoen is
Andijk veel veranderd en de wegen veel
verbeterd, wat het is een groot verschil, voor 1916 een rijweg boven op de
dijk en thans twee ruime wegen beneden de dijk, door enkele zijwegen met
elkaar verbonden. De wegen werden met boomen beplant en zooveel mogelijk aan de noordzijde met een heg.
Deze boomen en heg zijn wegens brandstofgebrek in de winter van 1944-1945 allen afgezaagd.
Van ouds werden de menschen die overleden waren onder zerken in de Ned.
Herv. Kerk op het Buurtje of op het daar bezuiden gelegen terrein,
"het Oude Kerkhof" genaamd, begraven.
In 1828 werd door het Gemeentebestuur besloten een andere begraafplaats aan te leggen.
Nabij het Buurtje is toen een terrein daarvoor aangekocht en is de Westerbegraafplaats in gebruik genomen.
In 1914 werd, daar het aantal inwoners steeds grooter werd en de
Westerbegraafplaats anders weldra geen voldoende ruimte had, door het
Gemeentebestuur besloten, aan de Oosterdijk ook een begraafplaats aan te leggen.
Deze werd in 1914 in gebruik genomen.
2 Okt. 1860 werd de meekrapstoof, die door P. Schuurman en J. Jonker was
gebouwd, om de meekrap, die toen gebouwd werd, in te verwerken, feestelijk geopend.
Op diezelfde dag herdacht het Dep. tot Nut v. 't Alg. haar 25 jarig
bestaan en ter eere van die beide gelegenheden was er feest in de
"Krimper", waaraan door ongeveer 400 personen werd deelgenomen.
In 1880 werd wegens vergrooting van het Stoomgemaal de eerste van de 5
watermolens, die voor de bemaling van het "Grootslag" aanwezig
waren, afgebroken en in 1885 is op dat terrein een nieuwe woning voor den machinist van het gemaal gebouwd.
In 1907 en 1908 werden de andere 4 molens eveneens afgebroken en werd de
dijk om de molenkolk met de kolk vlakgemaakt. De bemaling kwam nu geheel voor het Stoomgemaal op.
In 1910 en 1911 werden de huizen van de Kolkstraat gebouwd en bij den
aanleg van de nieuwe wegen werd de Kolkstraat daar aan verbonden, evenals Munnikij.
Deze weg kreeg de naam van "Molenweg".
De winter van 1890-1891 was zeer streng. Op Oudejaarsdag had het zeeijs
nabij de Fluithoek een dikte van ongeveer 1 Meter. In de nacht van 14-15
Januari heeft er een groote ijsverschuiving plaats gehad. Aan de
Oosterdijk kwam er een ijsplaat van 1 Meter dikte over de dijk heen
schuiven, drukte het ijzeren hek voor de openb. school heel weg en een
gedeelte van de schoolmuur naar binnen. In de nabij gelegen smederij van
C. Smit zat men gezellig te kaarten, toen die plaat aan kwam schuiven en
moest de kaartclub haastig de vlucht nemen.
Door het omvallen van de lamp en de kachel brandde het huis geheel af.
Op andere plaatsen kwam het ijs hoog op de dijk te liggen daar de schotsen
over elkaar schoven. Bij de Bakkershoek lag het ijs zoo hoog op de dijk,
dat toen er een rijpad door gegraven was er van een paard en wagen, dat daar doorheen reed, niets te zien was.
Het eerste opruimingswerk van dat ijs heeft ƒ 700,- gekost en de rest
daarvan is daarna in 19 perceelen aanbesteed voor ƒ 800,-.