» Boeken » 100 Jaar Akkerbouw 1883-1983 » Pagina 4-5
Produkten verbouwen en produkten afzetten aan consumenten zijn twee
zaken die alles met elkaar te maken hebben. In die jaren tachtig speelde
de aardappelteelt een aanzienlijke rol. In Hoorn woonden wel afnemers en
dat betekende dat de tuinders hun produkten daarheen probeerden te doen
vervoeren. Dat was overigens geen kleinigheid – al kunnen wij ons dat anno
1983 nauwelijks meer voorstellen in een plaats met grote
transportondernemingen.
Toen echter ging zulk vervoer per schuit via Hoogkarspel, Westwoud naar
Bangert en Zwaag, maar daar blokkeerde de weg de doorvaart.
Daar kon dan via het "Bangerter rad", een overhaal, de schuit
over de weg worden gehaald, waar hij aan de andere zijde van de weg
in een andere vaart kwam met een ander polderpeil. Dan kon de tocht worden
voortgezet via Zwaag, Koewijzend naar Hoorn.
Het was niet zo dat alle tuinders zelf hun produkten daarheen brachten.
Daarvoor kon de vervoerden – de vaarder – zorgen, die aardappelen en
groenten meenam en voor zijn opdrachtgevers in de stad Hoorn verkocht. Dat
was overigens uiteraard een kwestie van vertrouwen en dat werd ook wel eens beschaamd.
Bovendien kon Hoorn het grote aanbod uit de gehele streek, want het
kwam niet alleen van Andijk, niet aan. Daarom moest naar andere
mogelijkheden worden omgezien. Dat leidde voor Andijk tot gezamenlijke
verzending naar Amsterdam en zo mogelijk ook naar andere plaatsen waar
afnemers konden worden verwacht. Maar dat werd geen groot succes.
Er waren evenzo pogingen om te komen tot export naar Engeland en Duitsland
maar ook dat leidde niet steeds tot de beoogde resultaten.