» Boeken » 100 Jaar Akkerbouw 1883-1983 » Pagina 53-54
De cursus aardappelselectie heeft met 40 deelnemers veel belangstelling, maar voor bedrijfseconomie
is er niemand die interesse toont.
De "Zeeuwsche Blauwen" zijn erge virusdragers waarom de gemeente wel aan een teeltverbod
wil.
Maar al vindt ook Akkerbouw zo'n verbod wel wenselijk, men durft het toch niet aan zo'n teeltverbod op
te leggen. Akkerbouw werkt wel mee aan een afbakening in de polder ten behoeve van de zaadteelt, waardoor
schetskaarten aan de leden worden uitgereikt. En daarbij voelen de standsorganisaties zich wel gepasseerd!
Voor het opzetten van een gevonden dode uil, die als leermiddel kan dienen voor de tuinbouwcursus, wordt
geld beschikbaar gesteld.
In maart 1939 wordt het pakhuis opgemeten door een regeringsfunctionaris omdat dat pakhuis eventueel
zou kunnen dienen voor opslag van graan in oorlogstijd. In november wordt de distributieregeling voor
kunstmest ingevoerd en er wordt 1.000 kg zaaitarwe aan de leden verkocht.
De cursussen hebben nog steeds veel belangstelling: tuinbouwcursus en aardappelselectie hebben beide
70 deelnemers.
Dan gaat voor 1940-1941 een brief uit aan de standsorganisaties voor een algemeen teeltverbod, op
"Zeeuwsche Blauwen" en "Bonten" in verband met de teelt van pootaardappelen.
1942 Brengt gesprekken over de aanschaf van een poterbewaarplaats en een aardappelsorteermachine.
De vereniging tot veredeling van land- en tuinbouwvoortbrengselen te Enkhuizen gaat in 1942 ter ziele
en uit het kassaldo ontvangt Akkerbouw ƒ 100,00 om te besteden aan proeven ter veredeling
van tuinbouwzaden.
Er is een nieuwe coöperatie op zaaizaadgebied in oprichting omdat het de tuinders slecht zint dat
zij geen inbreng hebben bij de afzet van zaden. Leden van de Commissie ad hoc worden de heren Mantel,
Blom, Bloemendaal en Kool.
Er wordt ook contact gezocht met het Centraal Bureau over die afzet van zaden.
In 1943 ging het 60-jarig bestaan voorbij zonder herdenking; wachtend op betere tijden.
De gladiolenteelt werd aan banden gelegd; niet meer dan 10 procent van de landoppervlakte mocht daarmee
worden beteeld. Akkerbouw ging dat voor gezamenlijk belang aanvragen. En klompen waren moeilijk te verkrijgen,
dus dat moest maar eens met de burgemeester worden opgenomen in verband met de distributie.