» Boeken » Al deze Stenen voor Sparen en Lenen » Hoofdstuk 2 » Pagina 14-16
Zoals we eerder hebben gezien, is de oprichting van een centrale bank
van essentieel belang voor het gedurende langere tijd goed functioneren
van kleine plaatselijke banken.
De tweedeling over de rechtsvorm is er in eerste instantie de oorzaak van
dat er twee centrale banken ontstaan. Op 12 juni 1898 passeert de
oprichtingakte van “De Coöperatieve Vereniging van Raiffeisenbanken
en Landbouwverenigingen te Utrecht”. Op dat moment zijn daarbij 5
leenbanken aangesloten (Uithoorn, Wognum, Berkhout, Netterden en Angerlo).
Zowel deze centrale als de daarbij behorende banken zijn opgericht volgens
de coöperatiewet van 1876.
Op 24 december 1898 was het zover dat ook de andere banken over een
centrale bank konden beschikken. Op die datum werd opgericht “De Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank, gevestigd te Eindhoven”. Deze centrale zou
in principe alle banken toelaten, ongeacht of ze met Koninklijk Besluit of
volgens de coöperatiewet waren opgericht. De meeste van haar leden bij de
oprichting, waren erkend bij Koninklijk Besluit, maar de centrale bank
zelf verkoos oprichting via de coöperatiewet.
Wenken voor bestuurders.
Later sloten zich bij beide centrales zowel Koninklijk goedgekeurde als
banken volgens de coöperatiewet aan. Uiteindelijk hebben alle banken een
notariële inschrijving gekregen.
Het is dus zeker niet zo, dat het verschil tussen Boerenleenbanken en
Raiffeisenbanken zou berusten op verschil in godsdienst. De
Boerenleenbanken met een centrale in Eindhoven zouden dan voor de
“katholieken” zijn, de Raiffeisen centralebank in Utrecht voor
de “overigen”. Het is de eerder genoemde strijd om de rechtsvorm
die de bron is van de splitsing. In de loop van de tijd ging ook de
afstand een rol spelen. Banken in het zuiden sloten zich aan bij
Eindhoven, banken in het noorden en midden van het land bij Utrecht.
In een tijd dat de verbindingen nog te wensen over lieten, een logische
ontwikkeling. Door de spreiding van de godsdiensten over ons land werd
daardoor echter weer het eerder genoemde misverstand aangescherpt.
Het zou tot 1972 duren voor de twee centrale banken besloten tot fusie en
de Centrale Rabobank ontstaat.
Landelijke aankondiging fusie.
In 1904 werd nog een 3e centrale bank opgericht: de “Coöperatieve
Centrale Christelijke Boerenleenbank te Alkmaar”. Deze centrale
ontstond uit een afsplitsing van een aantal banken in Noord-Holland (o.a.
Bovenkarspel) van de centrale bank in Utrecht. De oorzaak van deze
afsplitsing is te vinden in een wijziging van de aansprakelijkheid die
voor de Utrechtse banken werd doorgevoerd. De tot dan toe geldende
onbeperkte aansprakelijkheid werd veranderd in een beperkte. De
afsplitsende banken vonden dat in strijd met de beginselen van Raiffeisen.
Maar het aantal leden bleek uiteindelijk te klein voor een solide basis.
In 1924 wordt deze centrale weer ontbonden en verdelen de leden zich over
de centrales in Utrecht en Eindhoven.
Voor een goed begrip nog even een aantal kenmerken van de rol van de
centrale bank op een rij.
Plaatselijke banken zijn juridisch geheel zelfstandig. Zij voeren een
geheel eigen beleid, in samenspraak tussen Bestuur en directie. In dat
Bestuur zitten vertegenwoordigers van de plaatselijke gemeenschap. De
uitvoering van het beleid wordt gecontroleerd door een Raad van Toezicht,
die ook uit de eigen gelederen voortkomt.
De centrale banken zijn, opnieuw in coöperatieve vorm, in het leven
geroepen door de plaatselijke banken om een aantal taken die de
mogelijkheden op plaatselijk niveau overstijgen, uit te voeren. Daarbij
valt in de eerdte plaats te denken aan een functie als bank, waar
overtollige gelden tijdelijk kunnen worden gestald en waardoor ook een
onderlinge garantieregeling kan worden uitgevoerd. Andere taken liggen
bijvoorbeeld op het terrein van studie en advisering over economische en
bancaire ontwikkelingen.
In opdracht van de Nederlandse Bank, houdt de centrale bank met hulp van
een accountantsdienst, toezicht op de aangesloten banken.
Kwitantie voor toetreding tot de Centrale Raiffeisenbank in Utrecht.