» Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 29-35
In Andijk ontstonden er in 1943 vrijwel gelijktijdig twee initiatieven om
te komen tot georganiseerd verzet.
Willem Siebesma liep met een plan rond om te komen tot een 'commissie van actie',
een soort werkgroep van waaruit hulp zou moeten worden gegeven aan hen die, om
welke oorzaak dan ook, gedwongen waren onder te duiken.
Hij sprak hierover met IJle Hovenga, waarna een vergadering werd belegd waarvoor
een aantal mensen werd uitgenodigd.
Behalve Hovenga verscheen er echter niemand.
Verondersteld werd dat angst de reden was, omdat er juist in alle dagbladen was
afgekondigd dat er zware straffen zouden volgen indien men militairen en anderen
hulp bij onderduiken zou verlenen. Op het moment dat Siebesma dit initiatief
nam was er al eerder contact geweest tussen Hovenga, Gerrit Ruiter en Frans Lieuwen,
over wat later de 'Plaatselijke Commissie L.O.' zou heten. Hovenga informeerde
Ruiter over het door Siebesma genomen initiatief. Men besloot toen als 'Plaatselijke
Commissie L.O.' anoniem te blijven.
Directe aansluiting van verschillende groepen initiatiefnemers zou het gevaar
opleveren dat er te veel namen in de openbaarheid zouden kunnen worden gebracht.
In ieder geval werd uit tal van overwegingen in deze fase de uiterste voorzichtigheid
betracht.
Al spoedig ontwikkelde het zich zo dat de 'Plaatselijke Commissie L.O.' de leiding
nam en definitief werd gevormd door Ruiter, Lieuwen en Hovenga, iets later aangevuld
met dokter G. Sterk v. d. Weg.
De L.O. was een van de landelijke organisaties die genoemde hulp verleenden.
Vele tot nu toe ongeorganiseerde verzetsgroepen sloten zich bij dit soort organisaties
aan. Toen er, vooral bij de joodse onderduikers, problemen ontstonden t.a.v.
het verkrijgen van stam- en bonkaarten, onmisbaar in een tijd van voedseldistributie,
moest de L.O. overgaan tot het vormen van zgn. 'kraakploegen', later aangeduid
als 'knokploegen'. Deze 'knokploegen' werden aangeduid met de afkorting LKP.
Door deze 'knokploegen' werden o.m. distributiekantoren overvallen, waardoor
men zich van bonkaarten t.b.v. de onderduikers kon voorzien.
Ds. Slomp (Frits de Zwerver) was de feitelijke oprichter van deze L.O.-organisatie.
Hij trok het gehele land door om het verzet tegen de Duitse bezetter als opdracht
voor christenen te prediken. De L.O. was nauw gelieerd aan en verwant met het
protestants-christelijk volksdeel.
Gezien de omvang van dit volksdeel in Andijk was het vanzelfsprekend dat aansluiting
bij deze organisatie werd gezocht. Over het verzet vanuit het katholieke volksdeel
komen we niet te spreken, omdat dit organisatorisch onder Wervershoof ressorteerde.
Wel was er georganiseerd verzet vanuit de communistische bevolkingsgroep, maar
omdat dit niet geïntegreerd optrad met het L.O.-verzet ter plaatse, willen
we daar, zoals reeds in de inleiding vermeld, in een afzonderlijk hoofdstuk aandacht
aan schenken.
Gezien vorenstaande bepalen we ons voorshands bij het L.O.-verzet dat, gezien
de omvang, mede op grond van de samenstelling van de bevolking, het 'gezicht'
van het plaatselijk verzet bepaalde.
Zoals reeds vermeld, was de 'Plaatselijke Commissie L.O.' gevormd en Ruiter trad
op als leider, ofwel voorzitter van deze commissie. In deze functie zou Ruiter
ook het contact met Siebesma onderhouden over mogelijke verdere uitwerking van
zijn plannen.
Al spoedig nam Siebesma de zgn. 'propaganda' t.b.v. het werk van de 'Plaatselijke
Commissie L.O.' voor zijn rekening.
Door hem geschreven propagandageschriften, van allerlei aard, werden soms tot
in omliggende gemeenten verspreid.
Behalve hij waren er tal van andere mensen die de 'Plaatselijke Commissie L.O.'
hebben geassisteerd.
Onze vijanden zijn niet de mensen.
Als we mensen doden,
met wie moeten we dan leven?
De naam van onze vijand is wreedheid,
de naam van onze vijand is haat, is geweld.
Daarom is de mens zeker niet onze vijand.
Als we mensen doden,
Met wie moeten we dan leven?
De naam van onze vijand is egoïsme,
de naam van onze vijand is haat.
Daarom zijn onze vijanden niet de mensen
en waar zijn zij te vinden?
Zij zijn hier binnen ieder van ons!
Mens, wij zullen altijd van je houden,
we houden van je omdat je naïef bent,
omgekocht wordt, bedrogen wordt en
niet begrepen en je bent gewelddadig.
We houden van jou en van onszelf
en onze vijanden zijn niet anderen,
zij zijn hier in elk van ons!
Blijkens een geschriftje van Siebesma (1) waren dat de navolgende personen:
W. Siebesma (propaganda en pers)
Jb. Butterman (inlichtingen)
Frans Kwantes (plaatsing en kleding)
Dirk Mantel (plaatsing en voeding)
G. Sluys (hoofdcorrespondent)
N. J. Vriend (hoofdcorrespondent)
H. Bultsma (bonnen en expeditie)
Voor de honderden onderduikers verzorgden zij de zaken zoals aangegeven. Blijkens
genoemd geschriftje werd deze groep mensen in februari 1945 aangeduid als 'werkcommissie'.
Deze commissie voerde taken uit waarom de 'Plaatselijke Commissie L.O.' had verzocht
of die laatstgenoemde commissie had goedgekeurd.
De zgn. 'propaganda', waarvan Siebesma de centrale figuur was, heeft een bijzondere
plaats in het verzet te Andijk ingenomen. Volgens eerdergenoemd geschriftje van
Siebesma waren er nl. twee afdelingen, zgn. 'wijkcorrespondenten', die onder
verantwoordelijkheid van twee zgn. 'hoofdcorrespondenten' opereerden, nl. G.
Sluys en N. J. Vriend.
Wijkcorrespondent in de afdeling van G. Sluys waren:
Jac. Kooiman Szn
C. de Kroon
J. Schenk Wzn
Sj. Dijkstra Lzn
P. Groot Kzn
Arie J. Kwantes
K. Schuurman
Jac. Vriend Pzn
Ger. Groot Jzn
F. Akkerhof
K. Kooiman Wzn
P. Prins Jbzn
Wijkcorrespondent in de afdeling van N. J. Vriend waren:
W. Sluys
M. de Vries
Jac. de Jong
K. Pasterkamp
G. Meyles
G. Nijdam
P. Bloemendaal
S. Wierstra
Jac. Prins Gzn
D. Prins
Jan Gorter Czn
Pier Hovenga
Deze wijkcorrespondenten behartigden in de buurt waarin zij woonden de zaken
voor de onderduikers en voor de gezinnen waarin dezen verbleven.
Welke problemen zich ook voordeden, de onderduikers en de 'pleeg-gezinnen' konden
zich te allen tijde wenden tot hun wijkcorrespondent.
Ook zorgden de wijkcorrespondenten voor verspreiding van propagandamateriaal,
berichten en illegale bladen. Zij waren tevens belast met het inzamelen van maandelijkse
geldelijke bijdragen.
Regelmatig ontvingen veel burgers van Andijk het verzoek een geldelijke bijdrage,
t.b.v. het verzet, aan de wijkcorrespondenten te willen meegeven. In het begin
kwamen de giften heel traag binnen, maar dat veranderde toen deze verzoeken steeds
werden herhaald.
Begin 1945 ontving men in Andijk, evenals in omliggende gemeenten, het illegale
streekblad 'Trouw', een speciale editie voor West-Friesland. Voor verspreiding
hiervan zijn de namen bekend van Cor Snieder en G. Meyles.
Voordat dit illegale blad verscheen, werd het dagelijkse nieuws vaak op kleine
blaadjes papier getypt en onder de mensen verspreid. Voor dit doel werd in het
begin van de oorlog de Engelse zender 'Radio Oranje' beluisterd ten huize van
F. Stilma. Waarschijnlijk als gevolg van verraad, want veel mensen luisterden
naar deze zender, werd in 1943 het radiotoestel bij Stilma weggehaald door de
Duitsers.
Ten behoeve van de illegale berichtgeving, zoals omschreven, heeft de heer Evert
Gorter, drukker en uitgever van het weekblad 'De Andijker', grote hoeveelheden
papier, carbon, enveloppen en schrijfmachinelint gratis ter beschikking gesteld.
In geval van alarm waren de wijkcorrespondenten ook actief. Alarmerende berichten,
b.v. wanneer gevreesd werd dat de Duitsers een razzia zouden houden in het dorp,
werden allereerst doorgegeven aan de beide hoofdcorrespondenten. Dezen berichtten
terstond hun wijkcorrespondenten, waarna binnen een half uur alle onderduikers
en/of de gezinnen waarin zij verbleven waren gealarmeerd.
Zo zijn de wijkcorrespondenten van grote betekenis geweest voor het plaatselijk
verzet. Behalve het verrichten van genoemde taken, vermelden wij ook het adviseren
bij en het mogelijk oplossen van allerlei problemen waarmee mensen hen benaderden.
Men deed dit werk stellig met gevaar voor eigen leven. Vooral het verspreiden
van illegale berichten en krantjes was in die tijd uiterst riskant.