» Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 49-51
In december 1943 werd de leider van het plaatselijk L.O.-verzet, Ruiter, door
de Duitsers gearresteerd en overgebracht naar het gemeentehuis.
Eigenlijk nam men hem in gijzeling, want de eis was dat G. v. Drunen, (in die
tijd bekend onder de naam Johnnie van Dalen) die bij Ruiter ondergedoken was,
zich bij de Duitsers zou melden.
Meldde hij zich niet, dan zou dat Ruiter het leven kosten.
Zandbergen (politie) werd persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de gevangenhouding
van Ruiter. Indien Ruiter zou ontvluchten of men hem zou laten ontvluchten, dan
zou Zandbergen worden neergeschoten.
Onmiddellijk na het bekend-worden van deze arrestatie kwam de 'Plaatselijke Commissie
L.O.' bijeen. De drie mannen, v. d. Weg, Hovenga en Lieuwen, begonnen elkaar
voor te houden dat ze vooral niet in paniek moesten raken.
Men besloot vervolgens de beide gereformeerde predikanten te raadplegen en Johnnie
van Dalen naar Andijk te halen. Men wist dat hij op dat ogenblik in 's-Hertogenbosch
verbleef.
Hovenga en dokter v. d. Weg haalden hem met de trein, en eerst op de terugweg,
enkele kilometers voor het eindstation Bovenkarspel, vertelden ze Van Dalen wat
er op het spel stond. Ze vertelden het hem toen eerst, omdat ze het ontzettend
moeilijk vonden hem met de werkelijkheid te confronteren.
Inmiddels was Ruiter overgebracht naar de woning van dokter v. d. Weg, waar hij,
geflankeerd door twee mensen van de politie, in de woonkamer verbleef.
Dokter v. d. Weg, Hovenga en Lieuwen, en de beide predikanten, beraadden zich
in de spreekkamer.
Dit nachtelijk beraad is door de plaatselijke verzetsmensen als de moeilijkste
situatie in die jaren ervaren. Enkelen vonden dat Johnnie van Dalen voor de keus
gesteld moest worden, òf zich bij de Duitsers melden, òf dit niet
doen, in welk laatste geval Ruiter zou worden gefusilleerd.
Anderen vonden dat je van een jongeman als Johnnie van Dalen niet mocht vragen
zijn leven te riskeren terwille van Ruiter, die tenslotte reeds gevangen zat.
Urenlang heeft men met deze vragen geworsteld, totdat men besloot dat er een
gesprek moest plaatsvinden tussen Ruiter en Johnnie van Dalen.
Op zichzelf was dit ook al een probleem, omdat Ruiter onder bewaking stond van
de politie, van wie ook weer niet verwacht mocht worden dat zij hun leven riskeerden.
Men bleef toch aandringen om dit tweegesprek te laten plaatsvinden, waarbij men
de politiemensen z'n erewoord gaf Ruiter niet te laten vluchten. Dit werd aanvaard.
Het gesprek duurde slechts enkele minuten. Johnnie van Dalen vertelde toen dat
hij zich bij de Duitsers zou melden. Hij wilde niet dat het leven van Ruiter
gevaar zou lopen, omdat die hem al lange tijd als onderduiker onderdak had verschaft.
Zo moest men, in machteloze woede, deze beslissing respecteren. Dokter v. d.
Weg bleek echter in dit soort situaties onverzettelijk. Hij schijnt Johnnie van
Dalen medicamenten te hebben gegeven, waardoor deze 'doodziek' in het concentratiekamp
Amersfoort terechtkwam. Enkele dagen na zijn aanmelding bij de Duitsers hebben
dokter v. d. Weg en Hovenga een bezoek aan het kamp Amersfoort geriskeerd. Hovenga
bleef in de auto en dokter v. d. Weg vervoegde zich bij de kamparts. Hoe zich
dat verder heeft afgespeeld is niet bekend, maar het schijnt dat dokter v. d.
Weg daar gesuggereerd heeft dat Johnnie van Dalen zijn patiënt was en waarschijnlijk
een besmettelijke ziekte had opgelopen. Voor dat laatste waren de Duitsers doodsbenauwd.
Dokter v. d. Weg wist zich de precieze toedracht niet meer te herinneren, maar
wèl dat zijn optreden ertoe leidde dat hij Johnnie van Dalen meekreeg.