» Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 58-61
Het zal genoegzaam bekend zijn dat de kerken in ons land gedurende de oorlogsjaren van tijd tot tijd helder en klaar hebben gesproken. Vooral is bekend haar protest t.a.v. de behandeling van onze joodse landgenoten.
De Andijker kerkgemeenschap is op dit punt niet achtergebleven.
Zij nam dan wel niet het directe verzetswerk ter hand, maar het 'woord' van de
kerk heeft wel vaak indringend geklonken in allerlei situaties.
Een aantal noemen we:
— in de kerkdiensten werd openlijk gebeden voor de Koningin en de regering
in ballingschap;
— er werden reeds vanaf 1942 openlijk kanselboodschappen voorgelezen die
b.v. door synoden aan de plaatselijke kerken werden toegezonden. Deze boodschappen
waren met het oog op de bezetter veelal uiterst kritisch van toonzetting;
— in overleg met de plaatselijke L.O. werden huis-kerkdiensten en catechisaties
gehouden; zo werd er ten huize van Fok Zee een huwelijk burgerlijk gesloten en
kerkelijk bevestigd (Koos Scholten en Ada Baas);
— in de prediking werd duidelijk welke richting de kerk wees; er was geen
sprake van kleurloosheid en velen hebben dit ervaren als een krachtbron waardoor
zij werden geïnspireerd en hebben er kracht en moed uit geput.
Behalve dit kerkelijk werk willen we volledigheidshalve nog enkele speciaal belegde kerkdiensten vermelden:
Op 29 april 1943 maakte de Duitse militaire bevelhebber, generaal Christiansen,
via een proclamatie bekend, dat alle Nederlandse oud-militairen weer in krijgsgevangenschap
moesten worden teruggevoerd (we vermeldden dit reeds eerder).
Op de avond van 30 april 1943 werd in de gereformeerde kerk een dienst gehouden.
Vanwege de algemene grote onrust en diepe verontwaardiging had men er behoefte
aan extra samen te komen.
Ds. Morsink preekte over Psalm 94, welke psalm begint met de
woorden: 'O God der wraken, o Heere, God der wraken, verschijn blinkende.' Zijn
tekst was vers 19:
'Als mijne gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uwe vertroostingen
mijne ziel verkwikt.'
Deze kerkdienst ontsnapte niet aan de aandacht van de bezetter, want kort daarna
moest Ds. Morsink zich op het gemeentehuis vervoegen om zich ten overstaan van
een N.S.B.-functionaris over deze kerkdienst te verantwoorden. Hierbij kwam ook
de ontstane onrust in de gemeente ter sprake.
Op dinsdag 17 april 1945 werd de dijk van de Wieringermeer ter hoogte van
de zgn. Oude Zeug door middel van springstoffen vernield, waardoor deze polder
onder water kwam te staan.
Diezelfde dag werd de bevolking van Andijk per omroeper door de burgemeester
aangespoord voorzorgsmaatregelen te nemen in verband met de dreigende inundatie
van onze plaatselijke polder.
Besloten werd om op woensdagavond (18 april) een bidstond te houden.
Ds. Morsink leidde deze dienst en sprak n.a.v. Psalm 142.
Betreft rouwdienst geleid door Ds. Grosheide en Ds. Morsink (zie 'gevangenen en slachtoffers').
Ook kan nog vermeld worden dat door bemiddeling van de kerk, in 1943, toen de
plaatselijke L.O. nog niet functioneerde, enkele Andijker jongens in Bergentheim
en enkele jongens uit Bergentheim in Andijk onderdoken.
Het was natuurlijk niet zo, dat door het optreden van de kerk alle kerkmensen
automatisch actieve verzetsmensen werden. Stellig niet. Wel heeft de Andijker
kerkgemeenschap haar verantwoordelijkheid verstaan en uitgedragen en was ze,
zo gezien, een meewerkende factor in het verzet.