Kistemaker

Thuis » Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 72-74

De motieven van de verzetsmensen

Wat waren nu precies de beweegredenen van mensen die in het verzet gingen?
Er moeten dwingende redenen voor geweest zijn want je stelde je leven in de waagschaal!
Op zichzelf is dit een boeiend aspect van het verzet, maar in het algemeen valt er weinig over te zeggen.
Iemand heeft in dit verband eens gezegd: 'De communisten werden gemotiveerd vanuit hun anti-fascistische politicke visie, en de L..O.-mensen lieten zich vooral door het christelijk geloof inspireren, vooral 'het Grote Gebod'of door een bijbeltekst als: 'Verberg de verdrevenen en vermeld de omzwervenden niet'.
Dit verhaal lijkt ons te simpel en doet geen recht aan beide groepen. Het hebben van een politieke visie door communisten zou dan geen geloof daarin insluiten, en de L.O-mensen zouden vanuit hun geloof gehandeld hebben, evt. los van een politieke visie.
Er is natuurlijk meer politieke visie dan alleen het communistische, maar ook meer geloof dan alleen het christelijke geloof.
Dat we dit even (m.b.t. het L..O.-verzet) aan de orde stellen, vindt zijn aanleiding in getuigenissen van mensen die het christelijk geloof als iets aparts, iets met een geheel eigen autoriteit vooropstellen en zeggen, dat ze het verzetswerk alleen konden doen vanuit hun christeliyk geloof, en daaraan hun moed, kracht en durf ontleenden.
Anderen, even serieuze christenen, spreken hier wat terughoudender over. Zij zeggen wel dat hun geloof van betekenis is geweest, maar beweren niet dat dat aan al hun handelen steeds duidelijk aanwijsbaar ten grondslag lag. Zij spreken vooral over een ervaren vrijheidsdrang die, als vanzelf opkomend, hen in beweging bracht.
'We moesten er onderuit', zei dokter v. d. Weg.
Er waren natuurlijk gradaties in het ervaren van die vrijheidsdrang, bij de een was het intenser dan bij de ander.
Ruiter was een stabiele, bedachtzame man; Hovenga en dokter v. d. Weg waren feller, ongeduriger en impulsiever. Hielke Bultsma was listig en brutaal en een 'solist' die zijn eigen wegen koos; Dirk Prins Sr. was een bescheiden man, maar uiterst trouw en toegewijd. Zo kan men de lijst uitbreiden.
Die intensiteit in het beleven van de vrijheidsdrang had natuurlijk alles te maken met iemands karakterstructuur; het was ook geen kwestie van meer of minder overtuigd zijn.
Toch was bij allen de vrijheidsdrang een uitzonderlijk sterke drijfveer; die drang vormde ook de invalshoek waardoor de scheidsmuur met andersdenkenden wegviel.
Vrijheid is immers geen uitvinding van christenen, socialisten of communisten, maar was al veel eerder, zolang mensen deze aarde bewonen, een zaak van leven of dood.
Er zijn altijd onderdrukkers en onderdrukten geweest.

Dit gezegd zijnde is er natuurlijk de omstandigheid dat het begrip 'vrijheid' verschillend kan worden ingevuld, zich verschillend uitend in het godsdienstige, politieke en maatschappelijke leven. De een zal het vrijheidsbegrip duiden, b.v. met het oog op de inrichting van de samenleving, vanuit een wetenschappelijke maatschappij-analyse (marxisme); de ander zal daarbij ook evangelische noties als inspirerend en richtinggevend tot uitdrukking willen brengen.
We hebben de indruk gekregen dat de motieven die tot het plegen van verzet leidden, zeer complex waren, waarbij een soort natuurlijke vrijheidsdrang, karaktereigenschappen en beschouwing van de samenleving nu en in de toekomst, integraal in deze motieven lagen verankerd.
Anders gezegd: vanwege de accentverschillen zijn die motieven niet eenduidig te vangen in uitspraken als 'voor Koningin en Vaderland' of 'door het geloof alleen', maar ze waren complexer samengesteld.

Inmiddels willen wij ons haasten op te merken, dat de mensen in het verzet natuurlijk niet bij al hun handelen voortdurend bezig waren met het zich bezinnen op hun motieven.
Overigens was dit natuurlijk nog wel wat afhankelijk van de taak die men in het verzet had.
Zo zal Ds. Slomp, vooral toen hij in gesprekken kerken tot verzet aanzette en verzetsmensen bemoedigde en bezielde, veel meer bezig geweest zijn met het spreken en nadenken over de achtergronden en motieven rondom het verzet, dan een verzetsman (of -vrouw) die steeds uiterst gevaarlijke opdrachten moest uitvoeren met een knokploeg en voortdurend onder grote spanningen leefde.
Hovenga zei hierover: 'Het zou een onjuiste voorstelling van zaken zijn om te beweren, dat we dit werk steeds bewust vanuit ons geloof deden, hoewel het natuurlijk zal hebben meegespeeld. Je leefde echter zo gespannen en geconcentreerd dat je daar, althans bewust, nauwelijks aan toe kwam. Een enkele keer heeft het echter specifieke betekenis gehad.
Zo herinner ik mij dat we als 'Plaatselijke Commissie L.O.' op een avond in het kantoortje van Ruiter zaten, nadat honderden onderduikers gewaarschuwd waren voor een ophanden zijnde razzia. Op die avond vroeg Ruiter: 'Hebben we nu alles gedaan wat we, menselijkerwijs gesproken, kónden doen; zijn alle jongens gewaarschuwd?'
Toen wij dit konden bevestigen zei Ruiter: 'Dan rest ons niets anders meer dan met elkaar te bidden'.
Zo'n gebed deed je wat, het was ontroerend'.

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk