» Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 76-79
Ten gevolge van razzia's heeft een aantal Andijkers kortere of langere tijd
in gevangenschap doorgebracht.
Langdurige gevangenschap ondergingen o.m. Jan Schenk, Cor Butterman, Piet Kooiman
Pzn en Dries Pasterkamp; een kortere gevangenschap Klaas Schenk, Jan Vriend en
Fok Zee.
Op 1 mei 1945, in het zicht van de bevrijding, vond er nog een voor Andijk afschuwelijke
gebeurtenis plaats.
Niemand rekende er meer op dat er alsnog slachtoffers zouden kunnen vallen.
Toen kwam het ontstellende bericht dat er 4 Andijkers door landwachters (gewapende
Nederlanders in Duitse dienst) waren doodgeschoten.
Het gebeurde in de periode toen de knokploegen van de L.O. reeds waren ondergebracht
bij de B.S.
Op genoemde datum moesten 5 Andijkers, ingedeeld bij de 4e sectie van de Gewestelijke
Stoottroepen, zich melden bij de centrale post van de B.S. in Blokker.
Daar zou een groep van ongeveer 52 personen worden gevormd. Ook
zouden daar wapens worden uitgedeeld. Met evt. beschikbare auto's en motorrijwielen
kon er sprake zijn van een mobiele eenheid die zich redelijk snel kon verplaatsen
en overal ingezet kon worden, als dat nodig mocht zijn.
Omdat de capitulatie weldra een feit zou zijn is deze sectie echter niet als
'strijdend gedeelte' in actie gekomen, maar is, na in Stompetoren nog in boerderijen
te zijn ingekwartierd, in Alkmaar gearriveerd op de dag dat daar ook de Canadezen
binnenkwamen.
4 Andijkers hebben dit alles echter niet mogen beleven.
Jan Ruiter Gzn, de enige van de 5 die het overleefde, vertelt hierover: 'Wij
gingen per fiets, onbewapend, via Wervershoof en Zwaagdijk naar Blokker. Nabij
Zwaag werden wij aangehouden door twee landwachters. Drie jongens reden naast
elkaar voorop en twee, on-er wie mijn persoon, op korte afstand daarachter.
Toen wij bedoelde twee landwachters zagen had het geen zin meer snel terug te
keren omdat er ter hoogte van een juist gepasseerd kruispunt ook een landwachter
aan kwam fietsen.
Op onverklaarbare wijze heb ik toen zeer intuïtief gehandeld. Ik fietste
heel resoluut naar een van de landwachters en vroeg in het Duits of ik kon doorrijden,
hem hierbij mijn Ausweis (vrijstelling voor tewerkstelling in Duitsland) voorhoudend.
Zonder antwoord af te wachten ben ik toen weer op de fiets gestapt en, om geen
argwaan te wekken, kalm weggereden.
Enkele seconden daarna vonden de landwachters in de fietstassen van Gosse Dijkstra
iets belastends, waarop hij ter plaatse werd doodgeschoten.
De landwachters begrepen natuurlijk onmiddellijk dat ik ook bij deze groep behoorde,
ze riepen mij terug en namen me onder vuur. Ik fietste zo snel mogelijk door.
Gelukkig maakte de weg op korte afstand een flauwe bocht en toen ik daardoor
was, werd ik aan hun gezicht onttrokken.
Daarna ben ik bij een willekeurige particulier het erf opgereden, heb de fiets
weggezet en ben een fruittuin ingevlucht, waar ik mij lange tijd heb schuilgehouden.
Ik heb later nog wel schieten gehoord, maar kon natuurlijk niet vermoeden dat
er iets verschrikkelijks gebeurde. Na enige tijd heb ik een groep landwachters
op de fiets voorbij zien rijden. Waarschijnlijk hebben ze in de omgeving van
Zwaag op veel kruisingen gepost.
Zoals bekend zijn de andere drie Andijker jongens meegenomen naar het gemeentehuis
in Zwaag, waar ze zonder vorm van proces werden gefusilleerd'.
Op een gedenksteen in Zwaag staan ze vermeld:
'In deze gemeente vielen op 1 mei 1945 als slachtoffers van de onmenselijke
wreedheid der landwacht:
Johannes Smink
(geb. 15-2-1911)
Jan Kort
(geb. 22-7-1914)
Gosse Dijkstra
(geb. 2-1-1924)
Ruurd Dijkstra
(geb. 2-9-1925)
De verslagenheid onder de bevolking in Andijk was groot en in alle opzichten
voelbaar.
De gereformeerde kerk kon de bezoekers (waarschijnlijk bijna 1500) nauwelijks
bevatten, toen daar te hunner gedachtenis een rouwdienst werd gehouden.
Ds. Morsink sprak een woord n.a.v. Psalm 62 vers 6:
'Doch gij, mijne ziel! zwijg Gode, want van Hem is mijn verwachting'.
In deze dienst spraken ook Ds. Grosheide en Ds. J. Dijkstra. Laatstgenoemde
was een oom van Gosse en Ruurd Dijkstra.
Aan de graven werd niet gesproken. Ds. Grosheide heeft daar de apostolische
geloofsbelijdenis gelezen en het Onze Vader gebeden.
Zo werd deze indrukwekkende rouwplechtigheid beëindigd. (8)
Nu ben ik groot en veel vergeten
van wat de dwazen en de kind'ren weten
en waar ik, als ik er aan denk, om lach.
Maar als wij, grote mensen, 't niet verhind'ren
dat er weer oorlog komt, God, geef ons Kind'ren,
die nog begrijpen, dat het toch niet mag.
Muus Jacobse