» Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 86-90
De Vries en Van Beek vertellen hierover:
'Door ons zijn tal van onderduikers ondergebracht. Dat ging bij ons anders dan
bij de L.O. Dat was een organisatie met een zeer gerichte doelstelling, nl.
hulp bieden aan onderduikers. Dat was bij ons dus anders. Het ging in het communistisch
verzet vooral om het heelhouden van onze politieke organisatie. Vanuit de beleving
van onze politieke visie kwamen we tot een meer algemene verzetshouding.
Als mensen in nood waren hielpen we, maar we zochten ze niet op. De onderduikers
kwamen dan ook meestal op onze weg door toevallige omstandigheden, b.v. een
familie op de vlucht of het waren kennissen van partijleden e.d.
In ieder geval kenden wij niet het systeem dat onderduikers, b.v. via afdelingen
elders, naar ons werden verwezen.
Verder ontmoetten wij natuurlijk dezelfde zorgen rondom het herbergen van onderduikers
als in het L.O.-verzet.'
Aansluitend op deze laatste opmerking willen we erop wijzen, dat allerlei ons
ter kennis gekomen zaken in dit hoofdstuk niet afzonderlijk worded beschreven.
Ook al was, o.m. gezien de getalsterkte van de bevolking, het communistisch
verzet daardoor relatief kleiner van omvang dan het L.O.-verzet, allerlei omstandigheden
en zorgen waren natuurlijk van gelijke aard.
Beide verzetsgroepen moesten zich voorzien van extra bonkaarten, waarbij men
elkaar soms van dienst kon zijn.
Een ander voorbeeld is het alarmsysteem, waarvan men goeddeels gelijkelijk profiteerde.
Daarover werd reeds eerder gesproken, zodat er hier niet verder over wordt uitgeweid.
Het communistisch verzet in Andijk heeft zich, wat de berichtgeving betreft,
bediend van het illegale blad 'De Waarheid'.
De Vries vertelt hierover: 'Onze contactman droeg er zorg voor dat wij in het
bezit kwamen van overdrukken van artikelen met een politieke strekking van dat
blad. Vooral artikelen met een duidelijke politieke strekking werden op deze
wijze over het gehele land verspreid. Wij namen die ook over en vulden ze aan
met andere, eigen berichten. Enige honderden edities werden zo door ons gedrukt
en verspreid; we beschikten daarvoor over een heel goede verspreidingsorganisatie.
De belangstelling voor dit blad was in die jaren erg groot. Het werd ook gelezen
door veel mensen die wel met dat blad sympathiseerden, maar daarmee nog geen
lid waren van de communistische partij'.
Vermeldenswaard is nog het feit dat het communistisch verzet in Andijk, eerder
dan het L.O.-verzet, beschikte over een illegale pers.
De L.O. heeft hun voorbeeld overgenomen. Zoals reeds vermeld, heeft Siebesma
hierin een belangrijke taak vervuld.
De bijzondere positie van de communisten bleek ook t.a.v. gehouden razzia's.
Zoals reeds gezegd kwam het L.O.-verzet in 1943 goed op gang. In
1941 was er echter al een razzia in Andijk, waarbij het de Duitsers klaarblijkelijk
vooral om communisten ging.
De extra aandacht voor communisten zal vermoedelijk ook te maken hebben gehad
met de bekende Februaristaking van dat jaar. Die staking werd vooral door het
communistisch verzet geproclameerd. Bij genoemde razzia in 1941 werd een aantal
communisten gearresteerd en naar de Euterpestraat (Gestapo) in Amsterdam overgebracht;
allen keerden veilig terug.
In augustus 1943 werd de heer Van Beek zelf gearresteerd tijdens een razzia.
Ook hij keerde, na in Enkhuizen en Hoorn te zijn ondervraagd, terug.
Het L.O.-verzet had, o.m. door de getalsterkte, uiteraard meer mogelijkheden
dan het plaatselijk communistisch verzet om mensen in te schakelen voor regionale
of provinciale functies.
Evenals dat bij de mensen die in het L.O.-verzet zaten het geval was, verzetten
ook de communisten zich niet alleen tegen zaken die binnen het georganiseerde
verzet rechtstreeks aan de orde kwamen, maar ook hij hen was het een zaak van
een totale levenshouding.
Zo releveerde De Vries, dat hij voorzitter was van een zwemvereniging, waarvan
mensen van allerlei richting lid waren.
Toen de Duitsers alle openbare gelegenheden verplichtten een bordje op te hangen
met het opschrift 'Verboden voor joden', en dit ook gold voor het badhuis van
genoemde vereniging, besloot men unaniem dit te weigeren, met als consequentie
dat het badhuis moest worden afgebroken, hetgeen gebeurde.
Uit deze gebeurtenis blijkt dat de communisten niet in en vanuit een eigen isolement,
maar in de totale gemeenschap van de Andijker bevolking het verzet krachtig
bevorderden.
(Het verhaal over genoemd badhuis kwamen we op het spoor via een publikatie
van W. Gutter.) (11)