» Boeken » Andijkers in verzet » Pagina 126-127
Het zal in 1944 geweest zijn toen de Duitsers op grote schaal vee wegroofden
uit de noordelijke provincies.
Dit nam zulke ernstige vormen aan dat boeren uit Friesland lieten weten, dat
ze liever zagen dat hun vee naar andere provincies werd overgebracht dan te
moeten toezien dat het in handen van de bezetter viel.
Dit heeft geleid tot overbrenging van vee met schepen over het IJsselmeer. Hoe
groot de veestapel is geweest die zo in veiligheid is gebracht is niet bekend,
maar het moet aanzienlijk geweest zijn.
Waarschijnlijk is deze actie ook landelijk geregeld. In elk geval is het vee
op verschillende plaatsen in Noord-Holland terechtgekomen.
In Andijk zijn minimaal 30 koeien, 1 stier en 1 paard opgenomen. Een aantal
koeien werd in een boerderij van Ruiter ondergebracht en door Hovenga verzorgd;
de rest kwam bij tuinders. Men kreeg deze koeien voor de melk en met de opdracht
er goed voor te zorgen.
Deze gebeurtenis lijkt nogal simpel, maar was in feite uiterst gevaarlijk en
in ieder geval zeer ingewikkeld.
Vee verhandelen was al moeilijk, maar vee vervoeren was verdacht. Het grootste
probleem was, dat al het vee nauwkeurig geregistreerd stond.
De instantie die deze registratie moest controleren was de C.C.D. Het verzet
heeft samen met de C.C.D. urenlange vergaderingen moeten houden om te bezien
hoe je een dergelijke operatie administratief moest oplossen.
Als men vee uit Friesland naar Noord-Holland wilde halen, moest men gebruik
maken van erkende veehandelaren en C.C.D.-ambtenaren in beide provincies. Er
waren dus veel mensen bij betrokken en men moest de zekerheid hebben dat ze
allen betrouwbaar waren.
Voor wat betreft het vee dat in Andijk terechtgekomen is, hebben de C.C.D.-ambtenaren
Bot en Bakker en de veehandelaar Arie Vijn goede diensten bewezen.
Na de oorlog is het vee uit Andijk deels naar de markt en deels naar Zeeland
gegaan.
Bijzonderheden over de transporten van het Friese vee zijn niet te achterhalen.
Hovenga meende aanvankelijk destijds niet mee geweest te zijn met een dergelijk
transport, maar anderen weten zeker dat hij wel is mee overgevaren.
Bij dit verzetskarwei was ook aanwezig een koerierster, Sjaan Vink, maar ook
die weet zich niet veel meer te herinneren. Ze vertelt: 'Ik weet nog wel dat
het eng was, vooral omdat er 's nachts veel vliegtuigen overvlogen. In mijn
herinnering zie ik echter geen mensen die daar toen op het schip aanwezig waren.
Ook weet ik niet waar we in Friesland aan land zijn gegaan'.