» Historie » Beknopte Kroniek der Gemeente Andijk » 8 » Pagina 58-63
Hoe het postwezen zich van 1812 tot heden op Andijk heeft ontwikkeld.
We weten allen, dat het tot zelfs ruim 125 jaar geleden slechts aan enkele
bevoorrechte personen gegeven was om te kunnen lezen en schrijven. De
meeste eenvoudige mensen bleven soms op, of gingen althans niet ver wonen
van de plaats waar ze geboren waren en stierven daar; de kinderen en
naaste familieleden hadden hun huizen in de buurt, ze spraken elkaar dus
dikwijls en dan is er aan briefschrijven geen behoefte. Ging er eens een
enkel familielid ver van honk, welnu, dan waren er altijd wel vrienden bij
hem in de omgeving (want alleen ging men in de regel niet van huis), die
vroeg of laat de kant van ouders of verwanten uit moesten en deze personen
waren dan de levende brieven, die naar weerskanten berichten overbrachten.
Ook vreemde mensen deden dit wel, dat waren de boodschappers of
postiljons. Later werd het onderwijs meer algemeen. Men leerde lezen en
schrijven en het briefschrijven kwam in de mode. Ook dus bij de inwoners van Andijk.
Van postzegels had men toen nog geen begrip. De prijs van de briefporto
werd plaatselijk bepaald. Verwachtte iemand uit Andijk in die eerste jaren
van de 19e eeuw een poststuk, dan moest hij naar Wervershoof (want dat was
het centrale punt voor deze streek) lopen om te horen of er ook iets voor hem aangekomen was.
In 1828 werd de eerste postbode aangesteld, die de post één keer per dag
moest bezorgen tegen een vergoeding van ƒ 63,- per jaar. Bekend is dat
van 1861 tot 1891 H. Klinger Szn. postbode was, wonende te Hoogkarspel.
Klinger nam 's morgens te Hoogkarspel de post in ontvangst, wandelde met
de postzak op de rug naar Wervershoof, gaf daar de stukken voor die plaats
af en ging dan met de rest naar het kantoortje te Andijk-West, ten huize
van J. Dol op het Buurtje. Hier werd alles weer gesorteerd en Klinger
kreeg de brieven mee voor hen, die woonden vanaf het postkantoor tot de
Fluithoek, de grens der gemeente. Postkantoorhouder Dol bestelde de post
tot aan de westgrens van Andijk. Klinger wandelde van de Fluithoek weer
naar Dol, waar hem de poststukken voor Wervershoof wachtten en dan ging
het op huis aan. Na 1880 kwamen er ook postpakketten bij. Dit werd Klinger
te zwaar. In 1682 verhuisde hij naar Andijk. Nu werd de post door hem van
Wervershoof gehaald en tot de Fluithoek bezorgd. In 1891 heeft Klinger de
dienst met pensioen verlaten en is H. Klinger Jzn. als postbode
aangesteld. In 1910 heeft postbode J. Dol ontslag gevraagd en is opgevolgd
door Jb. de Haas. Het postkantoor is toen verplaatst naar de Bakkershoek;
het was daardoor meer in het midden van de gemeente gelegen. H. Klinger
Jzn. liet nu een nieuw woonhuis nabij de Bakkershoek bouwen. De post werd
achter voor één mens steeds moeilijker, zodat er een tweede bestellen
bijkwam; nu konden de stukken tweemaal daags bezorgd worden. Later is
zelfs het getal bestelIers tot vier gestegen. In 1919 is posthouder Jb. de
Haas overleden en opgevolgd door zijn zoon W. de Haas. In 1921 is het
postkantoor aan de Bakkershoek opgeheven en kwamen de twee thans bestaande
postkantoren daarvoor in de plaats met W. de Haas aan de Molenweg en D. Timmerman aan de Knokkel als kantoorhouders.
De post wordt nu vanaf 1921 door vier bestellers tweemaal daags rondgebracht.
20 maart 1930 is W. de Haas overleden en sinds die datum
is zijn weduwe IJ. de Haas-Luit kantoorhoudster. Door de W.A.C.O. (de
autobusdienst van Hoorn op Andijk) worden de poststukken nu van Hoorn naar
Andijk vise-versa gebracht, maar ook hierin kwam verandering want in 1941
nam de W.A.C.O. slechts eenmaal daags de post mee naar Hoorn en moesten
twee personen uit Andijk per fiets of bakfiets de poststukken wegbrengen
naar Enkhuizen. Sinds 1943 haalt de P.T.T. zelf de brieven en postpakketten.