» Boeken
» over Andijk
» En toen kwam het ijs...
Sensationele verhalen over strenge winters en hun verschrikkingen gaan er
over het algemeen bij de mensen in als koek. De vertellingen over hoe erg het
was en hoe koud vinden doorgaans een gewillig oor Menigeen luistert graag naar
sterke verhalen over de geselingen die Koning Winter op z'n geweten heeft.
In de winter van 1890-1891 moeten de bloemen behoorlijk dik op de ruiten hebben
gestaan. Europa was één grote ijskast! Ook West-Friesland ging
gebukt onder het juk van de ijskouwe wind, die met zijn adem alles verkilde en
verstijfde. De onbetrouwbare Zuiderzee werd in de boeien geslagen en op sommige
plaatsen mat men een ijsdikte van wel één meter.
Toen er midden januari 1891 een korte dooiperiode was en de wind uit een andere
hoek ging waaien, raakten de immense ijsschotsen genadeloos op drift. Onder invloed
van de sterke noordwestenwind en de stroom dreven kolossale ijsvelden op de dijken
af. Daardoor werden ook op bepaalde punten in ons gewest de woningen, die aan
de boorden van de zoute plas stonden, bedreigd. De Oosterdijk te Andijk was b.v.
zo'n kritiek punt.
's Avonds 14 januari zaten in de naast de smederij gelegen huiskamer de bewoners
met kennissen te pandoeren. Nietsvermoedend vermaakten ze zich met het gezelschapsspel.
En toen kwam het ijs… Onstuitbaar schoof het allesverwoestende ‘bevroren
water’ over de kruin der dijk.
Gelukkig wisten de mensen het vege lijf te redden, maar de omvallende lamp en
kachel stichtten brand en de Andijker smederij werd een gretige prooi der vlammen.
Even gauw de ‘vijf maal vier bellen’ was er niet bij; klokgeklep
alarmeerde de dienstplichtige spuitgasten.
In de buurt werden nóg enkele huisjes door de ijsgang beschadigd en ook
vernielden de machtige ijshompen de muur van de Oosterschool.
Ongeveer tussen de kruising Oosterweg/Dijkweg en het huisje nummer 7 moet deze
aangrijpende gebeurtenis zich hebben voltrokken.
Bijna een eeuw later ontvlamde het ijzingwekkende voorval bij mij een inspirerend
vuur. Dit mondde uit in een speurtocht naar het verleden.
In dit deel van het dubbelboek, waarin twee opmerkelijke Westfriese branden beschreven
worden, wordt die wonderlijke geschiedenis – verpakt tussen de ongemakken
en ontberingen van het ijzige jaargetijde – uit de doeken gedaan.
Het is het verhaal van wat men tegenwoordig een ouderwetse winter noemt.
J. BUISMAN, Bar en boos - Zeven eeuwen winterweer in de Lage Landen. Baarn 1984.
HARRY GEURTS, Het weer van maand tot maand. De barre winter van negentig. De vacature 11-1-1989. Zutphen.
GERRIT VAN DER HEIDE, Bij Andijks kroniekschrijver R. Prins Jbzn. Jaarboekje Oud Andijk no. 8 blz. 42-51 1984.
THEO KOOMEN, Over barre winters gesproken... Tuinder Meester (90 jaar maar jong) geheugenwonder weet alles van kou. De Volkskrant zaterdag 12-1-1963.
HERMAN DE MAN, De barre winter van negentig. Baarn 1936.
JACOB PRINS JZN., De zee en hare werking (rijm). De Vrije Westfries (Nieuws- en Advertentieblad voor Districten Enkhuizen, Hoorn en Alkmaar) woensdag 5-4-1916.
ROELOF PRINS, Mededeelingen van het geslacht Prins vanaf het jaar 1755 tot het jaar 1928. Handschrift (niet uitgegeven). Andijk.
PETER RUITENBERG, De bange januarinacht. Stormramp Andijk 1916 en nasleep. Bovenkarspel 1988.
V., Andoik. De Westfriese fertelsels fan de Styk-spain orgaen fan de West-Frieze Styk VIIe jeergong Oflevering X blz. 117. Enkhuizen 1944.
VOK VEER, Handschrift (niet uitgegeven) van voormalige Andijker gemeenteontvanger.
M.W.C. WERNER, Beknopte kroniek der gemeente Andijk. In 1984 uitgetypte versie van een in 1945 aan de burgemeester overhandigd manuscript.
M. ZWAAGDIJK, In de winter van '90. Maandblad De Speelwagen 5e jg. no. 1 blz. 5-6. Wormerveer 1950.
Alle informanten.
Archief Colleges van toezicht op den West-Frieschen Omringdijk. (Streekarchief, Hoorn.)
Archief gemeente Andijk. (Streekarchief, Hoorn.)
Archief waterschap Drechterland. (Waterschap Westfriesland, Hoorn.)
Enkhuizer Almanak 1892. Apeldoorn.
Enkhuizer Courant 1890, 1891, 1917, 1940, 1941.
Hoornsche Courant 1890, 1891. Nieuwe Hoornsche Courant 1890, 1891.