» Boeken » Samen nei de brand » Pagina 25-29
Er kwamen landelijk belangrijke veranderingen voor de brandweer.
Alle vrijwilligers, waar ze ook woonden vielen voortaan onder de
rechtspositieregeling voor brandweerkorpsen. Dat hield in dat vanaf nu elke
brandweerman hetzelfde verdiende, gelijk was verzekerd enz. Dit was een hele
vooruitgang, al zou het alleen maar zijn, dat niemand er bij een eventueel
ongeluk bang voor hoefde te zijn, dat hij niets kreeg uitgekeerd. En dat
werd ondertussen tijd ook, want door al die cursussen werd er steeds meer verlangd van de pyrofielen.
Op 31 juli 1975 's middags om 12 uur, rammelde bij alle spuitgasten de
telefoon. Een uitslaande brand bij de fam. W. Dijkman aan de Weet.
Weet U wat de oorzaak was? Een vrieskist! Die stond gewoon op de verkeerde
plaats, op zolder onder een schuin dak op het Oosten, keurig netjes achter
een gordijn. En zoals U al las, het was 31 juli en een mooie warme dag. De
vrieskist zat net propvol met vers geoogste groente, en dat alles met elkaar
deed de kist tenslotte roodgloeiend staan. Hij kreeg vanwege de volte in z'n
binnenste geen pauze meer en dat gevoegd bij de hoge temperaturen onder het schuine dak, deed de brand ontstaan.
Toen de brandweer ter plekke kwam stond al vast, dat de bovenverdieping niet
meer was te redden. De dichtsbijzijnde buren werden al knap ongerust, maar
er was gelukkig snel water om ook de belendende percelen nat te houden.
Omdat er niemand thuis was, werd de voordeur maar geforceerd. Eerst beneden
kijken of er misschien toch iemand in huis was, want dat weet je maar nooit.
Er was niemand te vinden, dus moesten de persluchters proberen naar boven te komen.
Ben je net halverwege de trap, komen er kleren en dekens naar beneden
rollen. En ben je net bekomen van de schrik wordt dat gevolgd door de bonken
en bellen uit het dak, compleet met dakpannen. Gelukkig maar dat spuitgasten
altijd helmen dragen. Dan voorlopig maar in de hal blijven staan en omhoog
spuiten. Toen kreeg de perslucht een seintje om naar buiten te komen en zich
te melden bij de Cdt. Er was paniek ontstaan" want mevr. Dijkman was
ondertussen aangekomen en wist zich door alle narigheid niet meer te
herinneren, waar 2 van haar kinderen waren. Reden voor de brand weer om
anders te gaan werken. Wmd. Cdt, v.d. Gruiter gaf opdracht alle slangen en
verdeelstukken van de wagen te halen om te proberen met zoveel mogelijk stralen de brand te bestrijden.
In dergelijke gevallen wordt er niet meer geprobeerd zo effectief mogelijk
te blussen, maar zo vlug als het kan. Korte tijd erna was het vuur zover
bedwongen dat de perslucht naar boven kon. Schrijver dezes wil best weten
dat je dan met "wondere kniesen" de trap oploopt, want je weet niet wat je nog zult vinden.
Boven aan de trap gingen we allebei een kant op en overal werd gekeken.
Gelukkig niets te zien, totdat één van de twee onder een bed keek en
verstarde. Hij gaf een schreeuw van schrik, want hij keek recht in een
gezicht. Z'n maat kwam vlug naderbij en keek ook, en ook hij keek wat
'luuks'. Laat nu één van de dochters tijdens haar opleiding een
levensechte poppekop hebben gecreëerd. Omdat ze tot hun grote opluchting
verder niets vonden kwamen ze even later nogal lacherig naar buiten. Een
poosje later werd er vernomen dat de twee meisjes mooi naar Enkhuizen waren te markten. Gelukkig maar.
En ja, zoals gewoonlijk met een brand was ook hier de puinhoop
onbeschrijfelijk, en vanwege de krasse blussing de waterschade enorm groot.
Doch ook deze woning is weer in ere hersteld en de fam. Dijkman heeft er nog jaren plezier van gehad.
Wij nemen U mee naar de verkaveling, want deze was zo goed als klaar.
Overal verrezen schuren en bedrijven, groter dan er ooit hadden gestaan in
onze wijde platte polder. Eén en ander was al eens argwanend bekeken door
de brandweer. Er werd daar regelmatig geoefend, want je kon nooit weten. En
iedere spuitgast hoopte maar, dat ze een eventuele brand in die grote hallen toch maar de baas zouden blijven.
Het ging een hele poos goed, totdat ... ja, totdat op de 20 sept. 1975 heel
wat medeburgers het idee kregen, dat er in de verkaveling een groot vuurwerk
werd afgestoken. De knallen waren niet van de lucht, en de lucht in het
Zuiden werd verdacht rood, maar ook zwart van de enorme dikke rookwolken.
V.d. Gruiter zal zich deze brand ook goed herinneren, want hij was door
afwezigheid van de Cdt. de plaatsvervanger. Er was namelijk brand bij de
Gebr. Bot, uitgerekend het grootste bedrijf in de verkaveling. De brand was
waarschijnlijk ontstaan door een onklaar geraakte koelmotor of ventilator.
De brandweer kreeg onderweg het idee dat heel Andijk van plan was om naar de
vurige verschijnselen te gaan kijken, want de wegen zaten bijna verstopt. De chauffeur had de grootste moeite om alle spatborden en bumpers te vermijden.
De enorme loods was één en al vuur en de rooie haan stond ons al loeiend
en brullend op te wachten. Alles, maar dan ook alles werd uit de wagen
gerukt om het vuur aan te vallen. De spuitgasten vroegen zich in arren moede
af, wat er toch zo gigantisch wou branden. De perslucht die via een zijdeur
naar binnen wou, was alweer rap terug, want binnen waren de temperaturen
niet te harden. Ze deden verhalen over vuurwalsen en dikke zwarte rook.
Het begon buiten trouwens ook knap gevaarlijk te worden. De helse vuurzee
binnen, liet de asbestplaten met de snelheid van mitrailleursalvo's uit
elkaar springen en de scherven en brokken zeilden door de lucht. Niemand van de spuiters vergat z'n helm op te zetten.
In het begin was er geen spuiten tegen. De hitte was zo groot, dat het net
leek alsof de stralen water werden doorgesneden. Het water was verkookt
voordat het op de grond viel. Het leek wel oorlog, want de spuitgasten
zochten overal dekking achter stapels fust. Wat een voordeel, dat dit gebouw niet in de bebouwde kom stond en dat het windstil was.
Zo langzamerhand kwamen we er achter wat er toch zo verschrikkelijk brandde.
Het was het nieuwe soort isolatiemateriaal tempex, en daar zouden we in de
toekomst nog wel meer plezier van gaan beleven. Tot nu toe had iedereen
gedacht, dat dit spul maar wat smeulde als het warm werd, maar niemand had nog geprobeerd hoe het zich hield bij temperaturen van ong. 800°C.
En daar kwamen we nu wel achter, zelfs de grootste optimisten beseften
alras dat de enorme loods niet meer te redden was, en de tonnen pas geoogste
irissen ook niet. De brandweermannen vochten als leeuwen, dat wel, maar
overal was de rooie haan hen de baas. Het leek wel of je met benzine spoot
in plaats van water, en net als je dacht dat er iets geblust was, begon het
weer overnieuw. Genoemde rooie haan kreeg er geen genoeg van, hij had het
ook nog op het ketelhuis en het kantoor voorzien, maar daar werd hem toch door de nijvere spuitgasten de weg versperd.
Zo kregen we toch het idee, dat we niet helemaal voor "Jan
Droppie" bezig waren geweest. En toen de grote roldeur het begaf en
daverend naar beneden kwam, kon er naar binnen worden opgerukt."
Geen mens zonder perslucht", beval de Cdt. want nog nooit was er iets
dergelijks meegemaakt met zoveel tempex, waarvan we verhalen hadden gehoord
over vrijkomend giftig chloorgas waarvoor je uit moest kijken. Er was wel
een dubbele voorraad persluchtcilinders, maar zelfs dat raakte op, zodat er
een spuitgast naar Enkhuizen werd gestuurd om de voorraad aan te vullen.
Langzaam oprukkend in de schuur, deden we nog een verbijsterende ontdekking.
Er werden enkele acethyleencilinders ontdekt, maar vermoedelijk waren ze
bijna leeg, want ze zagen er in ieder geval niet roodgloeiend uit. Volle
cilinders hadden een ramp kunnen worden. Die waren in deze temperaturen
beslist geëxplodeerd met alle gevolgen van dien, en we verbaasden ons er dan ook over, dat dezen het hadden overleefd.
De ravage was compleet. Hele bulten gare irissen, verkoolde trekkers, en aan
hele stapels gaas kon je zien waar de bakken hadden gestaan. Enorme stalen
balken van de constructie lagen door elkaar, alsof ze met een reuze hand in de rondte waren gedraaid.
Zo rond een uur of 11.30 kwam ook Cdt. Sietses met een onthutst gezicht in
burger aandraven. Hij was er juist deze dag op uit geweest en had onderweg
het nieuws van de brand op de autoradio gehoord. Dat hij zo'n spectaculaire
brand nou net had moeten missen, dat zat hem bar hoog, want over een paar
maanden zou hij afzwaaien. Als hij toen geweten had wat de rooie haan nog meer voor hem in petto had ...
's Nachts om 4 uur werd besloten dat er 10 van de 15 mannen naar huis konden
gaan. Vijf bleven er achter om kleine haantjes, die het nog es wilden
proberen af te maken, en om iedereen met teveel belangstelling op een afstand te houden.
Zondagmorgen om 10 uur kwam de aflossing weer opdraven om de spullen weer op te bergen en schoon te maken.
Vastgesteld werd, dat we nog nooit zo'n grote brand met zo'n grote schade
hadden meegemaakt en dat ook nooit meer zouden beleven. Voor ƒ 4000.000,-
was er plat gegaan en daar werden we allemaal even stil van. De spuitgasten wisten toen nog niet, wat hun meer boven het hoofd zou hangen.
Over deze brand werd een schrijven naar de brandweerinspectie gestuurd, die
grote belangstelling toonde over al het beleefde met het tempex. Ze
verzochten ons per kerende post, dat ze direct gewaarschuwd wilden worden mocht dit weer es gebeuren ...
U kunt het geloven of niet, maar Uw nietswaardige schrijver vervoegde
zich 3 weken later bij de Cdt. en wel op Maandag 13 okt. met het verzoek hem te willen voorzien van een nieuw stel laarzen.
Op grond daarvan werd hij 1 uur later verdacht van brandstichting bij de fa.
D. Wierstra, bloembollenkweker aan de Horn.
Niemand behoefde zich af te vragen waar hij moest zijn, want de inktzwarte
rookwolken gingen honderden meters de lucht in, en dat gebeurt alleen als er
sprake in van grote hitte. Tengevolge van laswerkzaamheden zou dit
gloednieuwe bedrijf ook weer plat gaan, dat stond bij voorbaat al vast.
Er was ook deze keer gelukkig niet veel wind en de huizen stonden niet al te
dichtbij. Ook een geluk dat de lelie-oogst nog niet binnen was, maar daar hield dan ook alles mee op.
De brand was wederom verbluffend, en weer was het de tempex die voor
verbijsterende resultaten zorgde. Er rolde, net als bij de vorige brand, als
het ware een vuurwals door het gebouw, wat we hier eerst even zullen
uitleggen. Deze grote loodsen hebben n.l. een stevig stalen balkengeraamte,
aan de buitenkant bekleed met damwand aluminium platen. Daarachter een
flinke laag tempex voor isolatie, en aan de binnenkant houten delen zoals
multiplex. Dat zijn diverse lagen op elkaar gelijmd en geperst hout.
Alles met elkaar tamelijk brandbaar. Maar ach, in een dergelijk bedrijf zijn
geen brandbare materialen aanwezig, noch wordt er gewerkt met brandbare
stoffen. Bovendien zouden dubbelsteens muren of isolatie met b.v. Nobranda
veel te duur worden voor zo'n schuur. Vandaar dat dit een prachtige
oplossing is. Maar dat zo'n lasser nou ook net het tempex moest raken, want
als dat aan de ene kant van het gebouw brandt, geeft dat zo'n enorme hitte,
dat de tegenovergestelde zijde al brandbaar gas begint af te geven, waardoor
het vuur op een zeker moment gewoon overslaat naar de andere kant en weer terug. Vandaar het woord vuurwalsen.
Is het hout en de tempex weg, dan vallen gewoon de gaten in het aluminium.
Het hele gebouw wordt a.h.w. een grote schoorsteen, want van alle kanten trekt de lucht naar binnen.
Het geheel was weer een herhaling van de Gebr. Bot want weer leek het net of er niet gespoten werd.
Het kantoor bevond zich ook in het gebouw en enkele persluchters hoopten nog
een gedeelte van de administratie te kunnen redden, en renden naar de
zijdeur om daar naar binnen te gaan. Tenminste, dat wilden ze. Toen ze
echter vlakbij het kantoor waren, leek het net of daar plots het aluminium
begon uit te zetten, en opeens smolt het weg, en een enorme vuurbal kwam er
met een doffe knal voor in de plaats. De terugweg van de mannen was beslist
korter dan de heenweg, en op veilige afstand gekomen gingen ze eerst elkaars schade maar es opnemen.
Nu moet U weten, dat de ruit in het gelaatsstuk van een persluchtapparaat
pas vervormt bij ± 400°C. Bij één van de twee was het vervormd en dat
hebben ze geweten ook. Nog dagen erna liepen ze voorzichtig over hun oren en nek te wrijven, want "het pikte nogal puur".
Zo ziet U maar, nieuwe tijden nieuwe materialen, want het verleden met
stenen muren en houten schotten was voorbij en we deden er goed aan om hier
terdege rekening mee te houden. Na afloop van de brand herkenden we het
object niet meer. We hadden er een paar maanden terug nog wel zo goed in
geoefend. Er was geen herkenbaars meer te vinden, zelfs de grote deuren van
de koelcellen niet, waar we nog wel zo goed notitie van hadden genomen. We
hadden goed gekeken hoe ze open en dicht moesten voor het geval er iemand bij brand uit gered moest worden.
Alle spuitgasten keken er van op, want zulke effecten waren voorheen ondenkbaar.
De brandweerinspectie, die op tijd gewaarschuwd was, was er ook. En deze
brandweerofficieren, toch wel wat gewend, keken of ze water zagen branden, en daar leek het ook wel op.
In de brandweerwereld ontstond paniek, en er is in die tijd serieus over
nagedacht om tempex te verbieden, maar zover is het nooit gekomen. Maar het
was wat nieuws, en omdat het in korte tijd diverse bedrijven verwoestte,
werd één en ander wat hectisch bekeken. De brandweer heeft later nog een
stuk verwrongen stalen balk gevraagd en gekregen, benevens een fraai
opgebolde yerrican, dewelke bij de verzameling in de kazerne werden gevoegd. Dan kun je daar later nog es sterke verhalen bij ophangen, begrijpt U?