» Boeken » Samen nei de brand » Pagina 31-41
Ondertussen was de grote wagen nog meer in de versukkeling geraakt en we
waren er van overtuigd, dat dit eigenlijk niet langer kon en dat de wagen
rijp was voor het " oudebrand- weerwagen tehuis".
Er werd omslachtig mee omgesprongen en dankzij enkele techneuten onder ons
kon één en ander draaiende worden gehouden. Zo ziet U maar weer, dat ook
de weg van brandweermannen niet altijd over rozen gaat.
Omdat burgemeester Knorr emigratieplannen had naar de Wieringermeer, kreeg
Andijk een nieuwe 1e burger. In juni '76 is dan ook een delegatie van de
brandweer aanwezig bij de buitengewone raadsvergadering in Cultura. Cdt.
V. d. Gruiter heet in zijn rede de nieuwe Opperbevelhebber Veldhuyzen
hartelijk welkom namens de brandweer, en laat zo hier en daar de penibele
situatie van de brandweerwagen doorschemeren. Alle spuitgasten waren later
erg nieuwsgierig hoe de Cdt. over de nieuwe opper dacht, maar de Cdt. had
goede berichten. "Volgens mij, " aldus de Cdt. "heeft ie er
wel aardig kijk op, want hij stelde nogal ingewikkelde vragen, en hij vond
ook dat er nodig wat anders moet komen. " Kijk, dat waren goede
berichten en de hoop op een nieuwe wagen leefde weer op.
De burgemeester had inderdaad grote belangstelling voor het korps, want al
rap na zijn installatie wilde hij wel es een demonstratie van de brandweer
meemaken. Hij kwam niet alleen, maar had gelijk de hele gemeenteraad maar
meegenomen. De brandweer keek daar erg van op, want zoveel belangstelling
van de kant van de gemeenteraad was nog nooit vertoond. De wagen trouwens
ook, want hij gaf op slag water, en dat was al een mooi tijdje terug.
Vanwege al deze vlotte verschijnselen kreeg de oefening een geslaagde afloop en waardering van de kant van de gemeente.
Daarna gingen we met spuitgasten en belangstellenden nog een poosje naar de
kazerne voor een glaasje prik. Natuurlijk hield de Cdt. weer een toespraak
en legde nogmaals de nadruk op de noodzakelijkheid van een nieuwe wagen en van een nieuw alarmsysteem.
Het deed het korps goed, toen de opper in zijn rede, Cdt. en manschappen
dank zegde voor het gebodene en ook terzijde de gemeenteraad er op wees, hoe
hard ze aan een nieuwe wagen en een alarmsysteem toe waren. Er werd ernstig
gekeken bij de bestuurders, want hier ging met geld gesmeten worden, en daar
moeten we niet licht over denken. Verder liet de Opper weten, eerstdaags een
gesprek met de staf te willen hebben om door te spreken hoe een eventuele
nieuwe wagen er uit zou moeten zien. Dit, zo benadrukte hij, is het korps
wel waard, want ze hebben veel diploma's en daar hoort ook goed materiaal bij.
U kunt aannemen dat de spuitgasten na deze samenkomst zeer verheugd op huis
aangingen, en dat kwam echt niet alleen van alle glaasjes prik, die ze
hadden genoten. De nieuwe Opper kan bij de brandweer gelijk geen kwaad meer
doen, want zoveel aandacht hadden ze nog nooit gehad.
Toen ging in "77 onze Dirk weg.
Dirk Lub had ruim 28 jaar het korps gediend en kon zich er op beroemen één
van de eerste spuitgasten van de vrijwilligers te zijn geweest. Hij had in
al die jaren voor een paar leuke miljoenen plat zien gaan. Ja, en tijd is
tijd, want sinds de rechtspositieregeling was in gegaan, waren we semi ambtenaren geworden en dan zat met de leeftijd van 55 jaar de dienst er op.
We zouden hem erg missen, en er werd van hem ook op "passende
wijze" afscheid genomen met een feest, wat hij niet meer zou vergeten.
Uit handen van de opper ontving hij de medaille voor trouwe dienst plus
oorkonde. Tijdens de feestelijkheden werd Dirk ook tot erend verheven, dat sprak voor zich.
De boerderij van Van Zanten in het Kerkeveld
In die jaren was de brandweer blij dat zich niet al te grote branden
aandienden, want de wagen was nu echt niet meer toerekenings vatbaar. Er
was zelfs een "gemeentehoutje" in de wagen. Het was al enkele
malen gebeurd dat de pomp uit de aandrijving van de wagen schoot, en met
genoemd houtje kon de zaak weer op z'n plaats worden gebracht. Want hoeveel
de burgemeester ook op had met zijn korps, ondanks alle toezeggingen moest
de brandweer toch nog even geduld oefenen. Het grote knelpunt was nog steeds, de financiën.
De collega's in Wervershoof werden verzocht in geval van nood met hun wagen
naar Andijk te komen. De secretaris van het korps schreef een brief aan de
gemeenteraad, dat de brandweer de verantwoordelijkheid teruggaf aan de
gemeente Andijk, op grond van het niet meer bezitten van goed werkend materieel, om de burgers tegen brand te beschermen.
Tijdens een zeer roerige jaarvergadering in maart 1978, waar ook de
burgemeester aanwezig was hadden de mannen zelfs gedreigd om te gaan staken.
Er werd stevig gemord, er werd geschreeuwd, ja er werd zelfs op tafel
geslagen. Waarom moest alles zo lang duren? Waarom moest een goed
gediplomeerd korps met de allerbelabberste wagen werken die er te vinden
was? De Cdt. had z'n handen vol om de roerige spuitgasten te kalmeren, en op
die avond, toen iedereen z'n gal, kommer en kwel gespuid had, deed de opper de uitspraak, dat we over een jaar een andere wagen zouden hebben.
De staf moest zo gauw mogelijk een lijst met wensen opstellen, wat er
allemaal nodig was op de wagen. En daar werden we allemaal stil van. En er
was nogal wat nodig. In verband met het P. W. N. wilden we een voorziening
voor chloorongevallen en chloorpakken. Voor de hulpverlening een powerset,
dat is apparatuur om een auto open te knippen. Wat voor soort wagen moest het zijn, en hoe moest hij worden ingericht? Ook hoge en lage druk graag.
Alles werd netjes op papier gezet en naar het gemeentehuis gebracht, waar de verlangens werden besproken met de burgemeester en de ambassadeur.
Hoezo, een ambassadeur, zult U vragen. Wel, toen alles opeens in een stroomversnelling scheen te raken, en de brandweer zoveel aandacht vroeg op
het gemeentehuis, werd er iemand aangesteld die speciaal de brandweer kreeg
te verzorgen. De heer Boschma werd met deze taak belast, wat hij nu nog
steeds doet, tot volle tevredenheid van de brandweer. Zo goed, dat hij met
z'n zilveren jubileum door de brandweer werd bevorderd tot "Ambassadeur
1e klas". En dat wil heel wat zeggen. Met van alles kun je bij hem
terecht en als waardering mogen hij en z'n echtgenote alle jaren mee op de brandweerreis.
In Mei van dat jaar liet de burgemeester de staf van de brandweer weten, dat hij graag zou zien, dat ze hem vergezelden naar Haarlem.
Daar moest een bezoek worden gebracht aan de chef van het kabinet in het
provinciehuis, om toch de broodnodige steun te vragen voor een zo spoedig
mogelijke aanschaf. Dat was nogal een enerverende middag met verschillende
hoogwaardigheidsbekleders van de overheid. Brandweerinspectie, P. W. N. arbeidsinspectie enz.
De chef van het kabinet liet zich terdege van alles op de hoogte stellen.
Toen de brandweerlieden na al die ingewikkelde gesprekken weer buiten stonden, zeiden ze, dat ze liever 3 brandjes blusten, dan dat ze zo'n
voorstelling nog es mee moesten maken. Want er moest wel gepraat worden om de toestemming te verkrijgen.
Later zou overigens blijken dat we niet voor niets geweest waren en de zo
nodige subsidie zouden ontvangen. Toen er op de terugweg werd opgestoken,
vroeg de opper belangstellend of er nog animo was voor een andere kazerne.
Tot dan toe verbleef de brandweer nog steeds in de Herv. Kerk. Er was al es bedenkelijk gekeken naar de maten van een nieuwe wagen en de grootte van de
kerk. Wat of wij van de school op de Hoekweg dachten. Daar was veel meer
ruimte en in de toekomst zouden we met het oog op de hulpverlening misschien nog wel een tweede wagen nodig hebben.
Ze stonden ervan te kijken, Uw spuitgasten. Eerst kon er niks, en opeens kon
er alles. Toen het tot de brandweermannen doordrong, kende het enthousiasme
geen grenzen. We hadden ons in het kerkje altijd best thuis gevoeld, daar
niet van, maar een echte kazerne met grote roldeuren en een kantine, dat was
het toch wel helemaal. Bovendien was het prachtig dat de kerk z'n oorspronkelijke betekenis weer kreeg.
Eindelijk kon dan toch de nieuwe brandweerwagen worden uitgezocht en het zou
een Daf 1600 worden. We gingen zo gauw mogelijk kijken bij Doesschot in
Hippolytushoef waar hij werd opgebouwd en zo wisten we allemaal hoe hij er
uit zou zien. We konden het haast niet afwachten tot hij afgeleverd zou worden, maar daar ging wel een paar maanden mee heen.