» Boeken » Samen nei de brand » Pagina 44-46
Omdat in de zeventiger jaren het uitgaansleven ook steeds groter vormen
begon aan te nemen, waren er erge dingen gebeurd met branden in dancings en disco's.
Ze zaten vaak te vol met mensen, en hadden te weinig nooduitgangen en
vluchtroutes. Op last van het ministerie werden alle brandweerkorpsen er op
uitgestuurd om al die gelegenheden en plaatselijke instellingen, zoals
scholen en kerken te controleren. Lang iedereen is dan niet blij, als de
brandweer op de stoep staat, want iets dergelijks gaat meestal geld kosten.
Doch hier op Andijk, zag men het redelijke in van deze maatregel en kwam
alles in goede samenwerking voor elkaar. In verband hiermee, werden er in
die gebouwen oefeningen gehouden, om de zaak zo goed mogelijk onder controle
te krijgen. En zoek dan meester maar es in de school, terwijl alles in de
hens staat. Of zoek geblindeerd met perslucht op, de dominee maar es die onder z'n stoel op de kansel is gekropen.
Het hoort er allemaal bij, en Uw spuitgasten zijn er altijd fanatiek mee bezig, en zo hoort het ook.
En ziedaar, op zekere nacht hadden onze collega's uit Wervershoof
assistentie nodig. Het was de nacht van 2 aug. om 3. 30 u. toen er brand was
in café "De Roos", wat tegenover de Kath. Kerk stond. Nadat er
met een leuk gangeije verschillende bochten waren genomen, zagen we in de
verte de nachthemel al mooi rood kleuren, met daarboven dikke wolken. We
kregen in de gaten, dat we niet voor de flauwe kul geroepen waren. En
inderdaad, het oude gebouw met riet onder de pannen fikte al best. De
Wervershovers hadden er een toer aan om de boel onder controle te houden,
vandaar de assistentie. Er stonden aan beide zijden van het café op korte
afstand huizen en vol overgave stortten de Andijkers zich op de hun toegewezen taak.
Een brand in een café of restaurant, beste lezer, is ook hoogst interessant
om te zien. Vooral als de drankvoorraad de lucht in gaat. Er vertonen zich
buitengewoon fraaie vuurverschijnselen bij het ontploffen van Bols, Olifant,
Bokma en andere verheugende vochtsoorten. En kratten pils geven U het idee,
dat U zich midden in een oorlogsfilm bevindt. 't Zijn net mitrailleurs, wat een herrie.
Het door Andijk te beschermen object, kreeg het flink warm en de waterborden
begonnen al lekker mee te doen. Maar de brand moest het tegen 2 korpsen toch
afleggen, want alles werd uit de kast getrokken, en tenslotte konden we met
onze nieuwe wagen leuk wat laten zien. Omdat het café op dat moment buiten
dienst was, kwam meneer pastoor met koffie, en om de beurt stond het hele
korps lekker oecumenisch koffie te drinken, in een mooie augustusnacht.
Het bejaardencentrum aan de overkant moest ook in de gaten worden gehouden,
want rook en vliegvuur kunnen zich weer tot nieuwe branden ontwikkelen. Wel
kwamen er verdacht veel agenten, en dat had zijn reden, want de brand was
enigszins kunstmatig ontstaan. "En deer kroig je puur geteut mee", volgens de mannen.
's Morgens om 6. 30 werden wij door onze collega's hartelijk bedankt met de
opmerking, dat ze bij gelegenheid graag es wat terug wilden doen.
Soms heb je het één na het ander, want laat in de nacht van 8 aug. nou alweer de pieper gaan.
Vlak naast de kazerne was er brand bij de fam. Kistemaker. Het brandrapport
vermeldde later, een gereden afstand van 50 meter. De heer Kistemaker had
de avond er voor wat tuinafval verbrand, maar had vergeten of er zich na
afloop nog kleine haantjes in bevonden. Zodoende hadden enige overlevenden
kans gezien om weer groot te worden en hadden zich vergrepen aan het houten
schuurtje. En daar stond tot verbijstering van de fam. Kistemaker 's morgens
om 5 uur, de schuur in vuur en vlam. Van het één komt vaak het ander, want
het woonhuis stond vlakbij het vurige object. Maar toen kwam tot grote
opluchting van de heer Kistemaker de brandweer. Tot zéér grote opluchting,
mogen we wel zeggen, want laat nu in het meest bedreigde gedeelte van het huis,
zich Kistemakers archief bevinden.
Jaren en jaren werk lag daar opgeslagen in familieregisters, en stambomen. Vandaar
Kistemaker's opluchting toen de rooie haan z'n schuurtje uitgespoten werd.
Omdat er nogal driftig gespoten was en ook de telefooncentrale vlakbij
stond, waren we bang dat daar water naar binnen gekomen was. Daarom werd er
over de alarm centrale direct verzocht of er iemand van de P. T. T. kon komen
om dit te controleren. We wilden het niet op onze verantwoording nemen dat
half Andijk zonder telefoon zou komen te zitten. Tot grote geruststelling
van Kistemaker en de brandweer bleek daar niets aan de hand te zijn, en kon iedereen
waterdicht telefoneren.
Omdat we goede connecties hadden met de collega's in Wervershoof, lieten ze weten weer enige bijstand
van ons op prijs te stellen.
Dat was in de nacht van oud op nieuw '79/80. Iedereen was nog druk aan het Nieuwjaar vieren, toen om
2 uur de pieper ging, dus spoedden we ons naar Wervershoof. Niemand had opgemerkt dat het glad was en
reed gewoon lekker door. Maar omdat Wervershoof nogal wat bochtig is, had een vooruitziende politieagent
zich in het begin van de 1e bocht geposteerd. Dan kon hij al te hard rijdende brandweerlui en belangstellenden
wat kalmeren. Toen de eerste Andijker spuitgasten dan ook Wervershoof binnenreden, zwaaide de agent
nadrukkelijk. Eén der spuitgasten dacht, dat hij iets te zeggen had, en remde flink. Dit had hij
niet moeten doen. Een mooie salto was het resultaat en net voor enkele geparkeerde auto's stond hij stil.
Dat had goed af kunnen lopen, ware het niet dat er vlak achter hem nog een collega reed, die ook begon
te remmen en na een slippartijtje tegen hem aan schoof. Dat was even schrikken, maar omdat er brand was,
besloten ze om eerst maar es collegiaal te gaan blussen en later de schade op te nemen.
De boerderij stond inmiddels tot de nok toe in de vlammen, en de Wervershovers waren blij dat we er
waren. Ze hadden de handen meer dan vol en bovendien vonden de buren het ook niet leuk meer, al die
vonken uit dat rieten dak.
Of we direct wilden helpen. Natuurlijk wilden we dat, en we stortten ons ijverig op de vlammen. Gelukkig
waaide het ook nu niet hard, maar een schuur aan de overkant van de weg, begon het toch al warm te krijgen,
dus niemand hoefde te vragen wat ie doen moest.
Tot 4. 30 waren we bezig met blussen, en toen waren we niet meer te luchten of te zien. Omdat onze
collega's het niet passend vonden om ons ledig weg te zenden, deden we eerst in hun kazerne nog een
bakkie koffie, en omdat het net Nieuwjaar was ... juist, daar moest op gedronken worden. En nadat we
elkaar wederzijds een goed Nieuwjaar met de nodige brandjes hadden gewenst ging ieder zijns weegs.