» Boeken » Samen nei de brand » Pagina 49-51
Als het eenmaal wil branden, blijft het branden, want op Donderdag 27 okt. 's morgens om 9 uur
werden we alweer gealarmeerd.
Weer es in de verkaveling, nu bij de Gebr. Jong. De brand was in de koelcellen ontstaan, vermoedelijk
een defect aan een koelaggregaat.
Omdat de eigenaren op het land waren, was dat al een lekker eindje op weg, voor dat het werd ontdekt.
En ja hoor, we hoefden ons ook deze keer niet af te vragen, waar we moesten zijn, want de bewuste
tempexwolken kringelden al zeer hoog hemelwaarts.
Er kon meteen aangepakt worden en van binnen en buiten werd de vuurzee
aangevallen. Omdat het er erg op leek dat ook de andere kant van de schuur
er aan zou gaan, werd er besloten om onze collega's in Wervershoof erbij te
roepen. We waren tenslotte nog wat van ze tegoed. Toen we gezamenlijk bezig
waren, begon het er op te lijken dat het grootste gedeelte van het bedrijf wel zou blijven staan.
Brand bij Gebr. Jong in de verkaveling, en ook Kramer is al gearriveerd.
Maar er rees opnieuw een probleem. Door de hitte verdroegen de stalen balken
en trekstangen de muren niet meer. Want die begonnen bedenkelijke scheuren
te vertonen. Na overleg besloten we om de muren omver te halen, om zodoende de andere helft van de schuur te sparen.
Het kwam er zelfs nog van, dat we met behulp van de hoogwerker uit Enkhuizen
de trekstangen in de nok van het dak gingen doorzagen, om de rest van het
dak te ontlasten. Inmiddels was de brand flink getemperd en kon er worden
overgegaan tot nablussing. Het gaf ook deze keer weer een trieste aanblik.
Bollen en kool op één grote smeulende hoop, de hele oogst naar de knoppen.
Het was al 's avonds 7 uur voordat alles geklaard was, en alle spuitgasten
hadden het gevoel, of ze 6 weken geen douche hadden gezien, en moe en stinkend begaven we ons huiswaarts.
Een maand later lieten ongeruste bewoners van Broekoord 's avonds zeer laat weten, zorgen te hebben over het huis van de buurman.
Het scheen er naar verbrande patat te ruiken, en of we maar direct wilden
komen, want het was een middenwoning en ze stonden de bui niet. En Uw korps
wil altijd, dus stoven ze naar Broekoord. Bij aankomst zagen we het
inderdaad nogal roken, maar niet alleen de patat, ook de gordijnen en wanden
begonnen al lekker mee te doen. De bewoner, die inderdaad veel zin in patat
had gehad, was met een glaasje op, in slaap gevallen. De pan vergeten
natuurlijk, vandaar.... Een straaltje hogedruk en de pan in het bleekveld en iedereen kon weer rustig slapen.
Dat was ook weer klaar, maar nog niet helemaal. Er viel nog wat te lachen.
Net stond iedereen weer op de weg, of daar stopte een grote trekker. Er
sprong een zeer ontstemd figuur af, die lelijke woorden zei over de politie.
Wij herkenden in het duister onze Klaas. Klaas moest van ver komen, hij
woont heel bij Driehuizen. Maar dat Klaas, de rust zelve, nogal nijdig was,
met de trekker kwam inplaats van met de auto, en dan ook nog veel te laat,
dat vroeg om een verklaring. En hij vertelde, dat z'n auto het vertikt had.
Maar aangezien Klaas een vindingrijk agrariër is, besteeg hij z'n trekker,
en daverde midden in de nacht met dat monster door de polder.
Terwijl hij spiedend naar rooie luchten op de trekker zat, ontwaarde hij
alleen maar een lichtpuntje wat driftig op en neer bewoog. Het bleken 2
waardige dienaars der wet, die onze polder bewaakten. Er waren de laatste
tijd klachten binnengekomen van agrariërs, over lieden met lange vingers.
Dus, toen Klaas de gerechtsdienaars ontwaarde in het licht van z'n
koplampen, moest ie wel stoppen. Nog meer oponthoud, en dat had op Klaas
geen goede invloed. Daardoor werden de nijvere agenten juist argwanend, die
wilden wel es weten, waar hij zo midden in de nacht naar toe moest. Daardoor
kwam Klaas pas toen alles al geregeld was. Wij vertelden hem dat ie niks
gemist had, en als ie nog patat wou, dat stond in het bleekveld. Einde brand
en inrukken. De volgende dag stond er een leuk bericht in de krant m.b.t.
dit brandje: "Voordat de pers er lucht van kreeg, was de brandweer er al met perslucht".
Wist U trouwens, beste lezers, dat Uw korps een zeer oecumenisch korps is?
Ze gaan soms allemaal gezamenlijk naar de kerk. Omstreeks sept. '84 vonden
er renovatiewerkzaarnheden plaats aan de Ger. Kerk aan de Middenweg. En van daaruit, kwam ook het alarm.
Benieuwd aan welke beeldenstormers we dat te danken hadden, stoof het korps
er heen en haastte zich naar binnen. Enkele katholieke spuitgasten stelden
ogenblikkelijk vast, dat het niet naar wierook rook, dus moest het wel brand
zijn. De koster deed uit de doeken dat enkele ijverige specialisten van het
dakdekkerssyndicaat hier wel meer van wisten. Er werd namelijk druk gewerkt
aan de goten rondom het gebouw. Meteen werden de slangen uitgerold, want
genoemd syndicaat behoort tot de hofieverancier van de brandweer.
Het rookte hier en daar, maar buiten de haan op de toren, konden wij de
gezochte rooie haan niet vinden. Er werd driftig verkend, en we kwamen tot
de conclusie, dat de haan zich tussen het binnen- en buitendak moest
bevinden. En alweer wist de koster raad, zulke mensen zijn in dergelijke heiligdommen toch onmisbaar.
Een geluk voor de kerk, dat er vroeger oorlog was geweest, want wanneer je
de grote trap beklimt, dan is er aan het einde een deur, die naar de galerij
gaat. In de brede bovenpost zit een luikje, wat er in oorlogstijd
aangebracht is, om bij een eventuele razzia, onderduikers in te verbergen.
Gelukkig zat het er nog, en ogenblikkelijk werden de 2 dunste korpsleden
aangewezen, om zich met perslucht en hogedruk in de nauwe ruimte te begeven.
Aldus geschiedde. Het was nog een heel gefrunnikt, om, vanuit westelijke
richting, om de bocht naar het oosten te komen. Eindelijk hoorden we een
gestommel en gezucht van de terugkerende collega's, die tot ieders
tevredenheid konden melden, dat ze inderdaad een geniepig haantje hadden ontdekt en afgemaakt.
Behalve hier en daar wat nattigheid, was er geen noemenswaardige schade.
Perslucht en hogedruk hadden ook hier weer hun waarde bewezen. De
brandweerlieden bedankten de hofleveranciers, en als ze weer es wat hadden,
mochten ze gerust bellen. Genoemde leveranciers vonden dat niet leuk, want ze hadden best even in de knijperd gezeten.
Het was toch maar een gebouw van ƒ 6.000.000,- waar ze aan bezig waren, en dan komt zo'n opmerking wat hard aan.