Kistemaker

Thuis » Diversen » Krantenknipsels » Dagblad voor West-Friesland, 22 mei 1973

Tweeduizend Mantels in één kaartenbak
(Dagblad voor West-Friesland (?), 22 mei 1973, Auteur: C.A. Dekkers)

De hobby van Piet Kistemaker uit Andijk

(Foto is nog niet aanwezig.) Piet Kistemaker, heeft 2285 Mantels voor de greep. (Foto Studio Flevo)

NAKAARTEN is natuurlijk onzin, zeker na vijftig of zestig jaar, maar het is toch een interessante vraag: wat zou er van Piet Kistemaker in Andijk geworden zijn, als hij had mogen doorleren? Momenteel mag deze 71-jarige geboren en getogen Andijker zich rustend kruidenier met een paar leuke liefhebberijen noemen. Maar de geboren historicus in deze eenvoudige Noordhollander heeft zich langs allerlei zijwegen toch enigermate kunnen ontwikkelen. Maar echt een man van de wetenschap is hij nooit geworden, ook al mag hij zich medewerker noemen van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, afdeling Dialectologie. Er staan ook enkele boekwerkjes over Andijk, uitgegeven door de Europese Uitgeverij te Zaltbommel, op zijn naam.

Piet Kistemaker: „Doorleren was er voor mij niet bij. Wie niet naar de bouw wilde, die deugde niet. Maar ik hield helemaal niet van de bouw.“
Dat wroeten in de grond, weer of geen weer, lag Piet Kistemaker niet bijzonder. Hij verliet zelfs zijn geboortegrond en werd kruideniersbediende in Den Haag. Hij ging in zekere zin het zeegat uit, maar keerde toch in Andijk terug. Veertig jaar dreef hij daar de kruidenierswinkel, waar nu zijn zoon Piet de scepter zwaait.

Al die veertig jaar bleef de amateur-historicus in Piet Kistemaker levend. Wanneer je daarvoor in de wieg gelegd bent, kunnen de kleinste aanleidingen voldoende zijn om je een bepaalde richting te doen inslaan. Zo'n kleine aanleiding was voor Piet Kistemaker het feit, dat twee oud-ooms van zijn vader nogal ongebruikelijke voornamen droegen: Mekke de Boer uit Oostwoud en Mayerd Warmenhuizen uit Hauwert.

Genietend van het detail vertelt Piet Kistemaker: „Die familie Warmenhuizen had een familiewapen, met een huis erop, waar de vlammen uitsloegen. Eigenlijk ben ik met mijn hobby begonnen in 1936, toen in Dalmeyers Universiteit de vraag gesteld werd: Hoeveel voorouders hebt gij? Het gebeurde bij adellijke geslachten en vorstenhuizen nogal eens, dat familieleden met elkaar trouwden. Dat leidde in het nageslacht tot een groter aantal sterfgevallen dan je statistisch zou verwachten. Nou was ik in 1928 met mijn achternicht getrouwd ....”

Achteraf zal niemand mogen beweren, dat Piet Kistemaker grondig heeft willen nagaan uit welk nest zijn vrouw afkomstig was. Dat nest zat wel goed. Zijn belangstelling had een onmiskenbaar wetenschappelijke achtergrond. Wanneer Piet Kistemaker had mogen doorleren, zou hij stellig historicus zijn geworden en gepromoveerd zijn op een dissertatie over de familienaam „Mantel”. Dat heeft niet zo mogen zijn, maar het materiaal heeft hij in elk geval verzameld.

Piet Kistemaker: „Mijn vrouw heet Faust, maar mijn schoonmoeder heette Mantel. De Alkmaarse edelsmid is 'n volle neef van mijn vrouw. U kunt gerust van me aannemen, dat alle mensen met de naam Mantel op de een of andere manier familie van elkaar zijn. Alles wat in Nederland en daarbuiten Mantel heet, kan worden teruggebracht op één en hetzelfde ouderpaar: Pieter Sijmensz. Mantel en Griet Pieters.
Ze zijn op 26 april 1960 1690 in Grootebroek getrouwd en hebben te Andijk „in de helling” gewoond. Stamvader Pieter is dus hellingbaas ofte wel schuitemaker geweest.

Om zijn verhaal toe te lichten haalt Piet Kistemaker twee kaartenbakken uit de kast. Beide zijn grotendeels gevuld met kaarten, die stuk voor stuk betrekking hebben op iemand, die de naam Mantel draagt of heeft gedragen. Alles staat er keurig in chronologische volgorde in, zodat de kaart van stamvader Pieter in een oogwenk te voorschijn is getoverd.
Pieter Sijmonsz. Mantel. Er staat een vraagteken bij zijn geboortedatum 11 mei 1664. Met zekerheid wordt echter gemeld, dat hij is overleden op 28 februari 1718 en begraven op 2 maart 1718. Pieter Mantel is diaken geworden in 1700 en ouderling in 1707. Voor ouderling moest je wat langer in het voorgestoelte hebben gezeten ....

Uit het feit dat zijn oudste zoon drie gulden grafrechten heeft betaald, kan worden afgeleid, dat Pieter Sijmensz. Mantel niet tot de minvermogenden heeft behoord. Want hoe ging het in die dagen: „Arme mensen trouwden voor niks en gingen voor niks dood. Wie rijk was, ging voor dertig gulden het graf in ....”

Wijd verspreid

Ik laat zomaar wat kaarten met de naam Mantel door mijn handen glijden. Allemaal nazaten van Pieter Sijmenz. Mantel en zijn zes getrouwde zoons.De klein- en achterkleinkinderen verspreidden zich over West-Friesland en later over de hele wereld. Nog altijd wonen er veel Mantels in West-Friesland, maar je vindt hen ook in de grote steden, in de Haarlemmermeer en in Twente. Reeds voor 1900 zijn er Mantels geëmigreerd naar de Verenigde Staten en na de Tweede Wereldoorlog zochten nakomelingen van Pieter Sijmensz. Mantel een nieuwe toekomst in Canada, Indonesië en Australië.

Met veel werkelijkheidszin constateert Piet Kistemaker, dat er nog steeds jonge Mantels trouwen en kinderen krijgen, zodat het aantal nakomelingen van de eerzame stamvader omstreeks 2560 zal bedragen. Daarvan staan er welgeteld 2285 op kaarten in de bakken van Piet Kistemaker, die één ding betreurt, namelijk, dat een zekere Cornelis Mantel in in Indonesië spoorloos is geraakt, zodat ergens in een tak van de stamboom moet worden getast in diepe duisternis.

Pruikentijd

Een ander detail, dat Piet Kistemaker een onbevredigend gevoel geeft is de kaart met de naam Pierre Mantel, maïtre-ébéniste te Parijs. Dat beroep vertelt iets over zijn specialiteit: het maken van ebbenhouten schilderijlijsten. Zou hij van huis uit timmerman zijn geweest? Piet Kistemaker moet het antwoord schuldig blijven. Hij weet alleen dat vele Mantels in de pruikentijd de wijk hebben genomen naar Frankrijk.

Piet Kistemaker weet ook niet, waar de naam Mantel zijn oorsprong vindt. Er zijn doop- en trouwboeken van de kerk van Bovenkarspel en Grootebroek, die tot omstreeks het jaar 1600 teruggaan, maar nergens is in die tijd een Mantel te vinden. Was „Mantel” een soort alias, een scheldnaam, althans een bijnaam, zoals die in de contreien van Andjk veelvuldig werden gevonden? Dan heeft Pieter Sijmensz. misschien een vreemd soort mantel(tje) gedragen, Het woord mantel heeft niet alleen betrekking op een kledingstuk, maar ook op andere bedekkingen.
Piet Kistemaker: „Denkt u maar aan de schoorsteenmantel, die de schoorsteen afdekt. Of aan een oude vestingwal, die manteling heet en door afgraven ontmanteld wordt. Aan de binnenkant van zo'n manteling, in de nissen van de muren, woonden vaak mensen. Misschien heeft Pieter Sijmensz. in zo'n vestinggordel gewoond.”

Op de vraag, waarom Piet Kistemaker zo met nadruk gewag maakt van de doopboeken uit Grootebroek en Bovenkarspel antwoordt Piet Mantel Kistemaker, dat Andijk vóór 1666 geen kerk rijk was. In dat jaar werd de kerk op het Buurtje gebouwd. Tegenwoordig is dat een bouwval, waarin niet meer wordt gekerkt. Andijk, dat als burgerlijke gemeente pas van 1812 dateert, hoorde in vroeger eeuwen onder verschillende dorpen thuis. De helling, waar Pieter Sijmensz. Mantel woonde, lag in de banne Grootebroek.

Stadsrechten

„De stede Grootebroek”, zegt Piet Kistemaker. „Grootebroek had in die tijd al stadsrechten, Ik heb daar nog eens een boekje over geschreven: Met sprongen door de Andijker historie.”

Piet Kistemaker pakt een grote envelop voor dat de dag met een indrukwekkende sortering krantenknipsels, geboorte-, trouw- en rouwkaarten. Een vergeelde stapel lief en leed komt voor de dag. Vergeten namen waarop zomaar even een straaltje zonlicht valt. Het klokkenspel van het Andijker raadhuis zingt: „'t Is plicht, dat ied're jongen”. Hoeveel Nederlandse jongens zouden dit lied en deze melodie nog (her)kennen?
Piet Kistemaker luistert niet meer naar dit lied, dat hem elk uur wordt voorgezongen. Hij zegt: „Piet Boon uit Bovenkarspel heeft me erg goed geholpen.” Die hulp heeft zich ook buiten de stamboom van de Mantels uitgestrekt. In de kaartenbakken van Piet Kistemaker berusten ook dikke pakken met de namen Krul, Laan, Lakeman en Van Loosen.

In hoeverre is dit kaartenarchief nu compleet?
Piet Kistemaker: „D'r is nooit wat compleet. Hoe langer je zoekt, hoe meer of d'r bloot komt. Toch zou 't leuk zijn, als er een familievereniging Mantel werd gesticht. Met een familieblad en een jaarlijkse reünie. Zoiets moet toch kunnen?”

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk