» Diversen » Krantenknipsels » 8 december 1979
Indertijd gepubliceerd in een regionale krant (Zaterdag 8 december 1979)
Door Volkert J. Nobel
Op een bureau in het kantoor van Harry Wierstra — directeur van het zijn naam dragende bloembollenbedrijf
aan de Horn te Andijk — liggen zes gevulde loonzakjes. Op elk zakje en Turkse naam. Vrijdag 23 november
had hij er twaalf zakjes neergelegd. Die twaalf werknemers van hem, illegaal in ons land verblijvende Turken,
waren donderdag 22 november tijdens een verkeerscontrole nabij Volendam door de politie uit een Volkswagenbusje
gehaald en… op een vliegtuig naar Turkije gezet. Met een enkele reis. Binnen veertien dagen hadden
zes Turken het hun nog toekomende loon bij Harry Wierstra persoonlijk opgehaald. „De eerste schudde
me binnen een week al weer de hand”.
Harry Wierstra (41), sinds 1965 als ondernemer op eigen benen staand: „Mijn vader kwam hier in
1920 uit Friesland; met een tientje op zak. Hier was toen werk en hij moest zich maar zien te redden”.
Vader Wierstra zocht het uiteindelijk in de bollen. Zijn zoons Douwe en Harry zitten naast elkaar aan de
Horn, elk met een eigen bedrijf in BV-vorm. Twee bedrijven waarin miljoenen guldens omgaan. „Een paar
jaar terug is mijn vader overleden. Hij heeft de beide nieuwe bedrijven zien groeien. Hij kwam alle dagen
wel even langs. Soms zag je het hem denken: en dat allemaal uit dat ene tientje”.
Harry Wierstra begon zijn bloembollenbedrijf met tulpen, irissen en lelies. Er zijn alleen nog lelies over.
Specialisatie. Ook in deze sector van het agrarische bedrijfsleven. Ze worden allemaal geteeld in de Zijpe:
in de hoek tegen Petten aan. „Prima grond, waarin de leliebollen formidabel groeien. Sinds we er
— in 1968, als een van de eersten — naar toe zijn getrokken zijn de grondprijzen in de Zijpe
behoorlijk gestegen”.
De laatste jaren teelt Harry Wierstra gemiddeld tussen de 25 en 30 hectare. Voor het seizoen 1980 heeft
hij nog slechts 12 ha gehuurd. Méér zal het vermoedelijk niet worden. Oorzaak van deze
inkrimping: de op 1 november in werking getreden Wet Arbeid Buitenlandse Werknemers. Een werkgever, die
illegaal in ons land verblijvende buitenlandse werknemers (van buiten de EG afkomstig) in dienst heeft,
maakt zich per 1 november aan een strafbaar feit schuldig. Een meerderheid van onze gekozen
volksvertegenwoordiging heeft dat zo beschikt.
De „Wet Arbeid Buitenlandse Werknemers” is nog een produkt van het kabinet Den Uyl. Het ontwerp
werd verdedigd door de toenmalige minister van Sociale Zaken, Jaap Boersma. Het werd aanvaard met de stemmen
tegen van VVD, BP, CPN, PSP, PPR en vijf PvdA'ers.
Harry Wierstra heeft zijn bedrijf de laatste jaren in de drukke tijd (tussen de start van de rooitijd
in begin oktober en de start van de planttijd in — ijs en weder dienende — de Floraweek) met
illegaal in ons land verblijvende buitenlandse werknemers draaiende gehouden. „Een andere mogelijkheid
had ik niet. De Arbeidsbureaus hebben me nog nooit aan voldoende mensen kunnen helpen. Taal noch teken hoorde
ik tenslotte meer. In het najaar 1976 ben ik toen maar begonnen met illegalen. Je moet de adressen weten
in Amsterdam, maar dan krijg je ook mensen. Ik heb twee busjes gekocht en daarmee pendelden ze op en neer.
Hier vulden ze een werknemersverklaring in; sociale premies, loonbelasting, AOW, kortom de hele reutemeteut
werd van het loon ingehouden en afgedragen. Hun loon steunde op de bloembollen-CAO.
In het najaar '77 hebben
we hier een razzia gehad. Twee overvalwagens, gehelmde en gewapende politiemannen. In totaal 42 illegale
Turken werden toen meegenomen en op het vliegtuig gezet. Ook toen waren de eersten binnen veertien dagen
hier terug. Maar voor de politiemannen was het gemakkelijk en eenvoudig. Alle papieren van de Turken,
compleet met namen adressen en wat niet al, konden ze zo meenemen Er is toen proces verbaal tegen me
opgemaakt, maar ik heb daar tot nu toe niks meer van gehoord. Eigenlijk wei jammer, want dan had ik voor
de rechtbank eens een boekje open kunnen doen over mijn ervaringen met de Arbeidsbureaus. Kijk: 's zomers
als trekker-chauffeur in de verkaveling, 's winters in de WW, dat is een legaal handelen. Maar ik
sta als ondernemer voor de taak het bedrijf gaande te houden: óók uit verantwoordelijkheid
voor de zes werknemers, die hier in vaste dienst zijn en de tientallen die hier gedurende de
„hooitijd” werken".
Harry Wierstra loopt nog rood aan wanneer hij aan die razzia terugdenkt. „Het leek wel oorlog: en
dat uitgerekend in Andijk, waar het „Onderduikersmonument” aan de jaren 1940-'45 herinnert”.
Burgemeester Wim Veldhuizen was het direct met hem eens, dat zoiets in Andijk nooit meer zou mogen gebeuren.
Het is ook niet meer gebeurd. Hoewel…
Het winterseizoen 1978-'79 verliep geruisloos. Harry Wierstra: „Vooraf heb ik toen met de burgemeester
gepraat. Die heeft de officier van justitie te Alkmaar bij dat gesprek betrokken. Het resultaat: de illegaal
in ons land verblijvende Turken konden rustig in Andijk blijven werken. Ja, ik had alleen nog maar Turken.
Eén nationaliteit. De praktijk leert dat sommige nationaliteiten elkaar gewoon niet verdragen”.
Dit najaar werd de 1 november-wet van kracht. Dit keer geen blaaspijp, maar één die de werkgever
zwaar zou kunnen doen roken. Reeds op 4 november werden er nabij de IJtunnel twee busjes door de politie
klem gereden. Twaalf Turkse werknemers van Harry Wierstra werden gepakt, acht wisten er nog te ontkomen.
„Ik werd direct daarna gebeld. Hier zaten er nog 20. Die heb ik toen laten onderduiken. Twee dagen
heeft het bedrijf stil gelegen. Wéér praten met de burgemeester en hoge functionarissen van
de rijkspolitie en de justitie te Alkmaar. We zaten midden in de rooitijd en gerooide leliebollen moeten
direct worden verwerkt. Ze mogen niet uitdrogen, anders zijn ze waardeloos. Ik heb toen een paar nachten
geen oog dicht gedaan. Ik moet afgesloten leveringscontracten nakomen, dat gaat in deze branche om tonnen.
Eerlijk: ik zag het niet meer zitten. Heb een avond met de directeur van de RABO-bank gepraat. „Ik
denk da ik me maar failliet laat verklaren”, heb ik hem toegevoegd. Maar goed, na afloop van dat
gesprek kon ik weer los staan. Alleen: zoiets gaat je niet in je kouwe kleren zitten„.
Harry Wierstra is meteen na dat gebeurde bij de IJtunnel wéér met de burgemeester en met
een hoge functionaris van de rijkspolitie gaan praten. Hij kreeg de — mondelinge — toezegging
dat er tot en met het einde van de rooitijd (eind november) niets met de illegaal bij hem werkzame Turken
zou gebeuren. Zijn oogst 1979 — het verwerken ervan — was daarmee gered.
En toch werden er op 22 november nabij Volendam 12 van zijn Turkse werknemers gepakt. Harry Wierstra:
„Ik heb woedend opgebeld naar rijkspolitie en justitie in Alkmaar. Ik noem, dat namelijk woordbreuk.
Ook de burgemeester was des duivels. Maar mijn Turken waren gepakt door agenten uit een ander arrondissement.
Ja, zo heet dat. En zij hadden niks te schaften met het gentlemans agreement, dat wij via Alkmaar hadden
gesloten.
Harry breekt zijn zin af, balt zijn vuist en kijkt door een raam zijn bedrijf in. „Kijk, daar staan
twee lopende banden stil. Daar worden bollen verzendklaar op gemaakt. Die sorteermachine draait
óók niet. Geen mensen. Ik kan er nog tenminste tien gebruiken. De pas in functie getreden
nieuwe directeur van het Arbeidsbureau te Enkhuizen heeft de moeite genomen om vorige week eens bij me
langs te komen. Ja, dat heb ik op prijs gesteld. Maar hij heeft me nog niemand kunnen leveren. Dwaze wereld
overigens. Een man van de buitendienst van de Agrarische Sociale Fondsen, die enkele uitkeringstrekkenden
had gewezen op het feit dat mijn broer en ik nog mensen tekort kwamen, werd weer door iemand van het
Arbeidsbureau op zijn vingers getikt: hij mocht zich niet met oneigenlijke werkzaamheden bemoeien”.
Harry verwacht dat de zes op zijn bureau liggende loonzakjes dezer dagen óók wel zullen worden
opgehaald. „Kijk, Turkse werknemers sturen het merendeel van het door hen verdiende geld direct naar
huis. Daar hebben ze dus geld. Ze kopen er — terug in Turkije: op onze kosten — een nieuw paspoort
en een vliegticket naar Brussel. Daarna kunnen ze Nederland vrij binnen komen, want grenscontrole is er niet
meer. Voor deze Turken blijft Nederland namelijk het beloofde land: een land waar geld is te halen. Lukt
het niet goedschiks — met werken — dan maar kwaadschiks. Zo houdt de vreemdelingenpolitie de
recherche aan het werk”.
Ondernemer Harry Wierstra zet — noodgedwongen — een stap terug. Al die sores, al die spanningen:
dat hoeft voor hem niet meer. De leliesector bracht, via export, flink wat deviezen in het laatje. Die
hoeveelheid wordt minder. Harry Wierstra: „Jammer, dat hier het ondernemersschap uit de mensen wordt
gehaald. Wanneer ik 25 was dan wist ik het wel: dan begon ik aan de westkust van Amerika een leliebedrijf.
Prima grond, uitstekend klimaat”.