» Diversen » Gedenkboek Hoogkarspel 1940-1945 » Pagina 18-20
Afschrift van een ambtelijk rapport van de burgemeester,
opgesteld door P. SPANJAART, ambtenaar belast met de evacuatiewerkzaamheden.
HOOGKARSPEL, 24 Juni 1940
Gaarne wil ik voldoen aan het verzoek u een overzicht te geven van alles, wat in mijn gemeente is
gebeurd ten behoeve van de opname van vluchtelingen uit Soest in de maand Mei j.l.
Na de vergaderingen met de commissaris afvoer burgerbevolking en de ontvangst van de betreffende
voorschriften werden de nodige maatregelen genomen. Het kaartregister was reeds enkele maanden klaar.
Na de ontvangst van het telegram zou dus kunnen worden begonnen met het klaarmaken van de hulplijsten.
Voor een gemeente van ruim 2300 inwoners leek het mij niet nodig deze hulplijsten lang tevoren klaar te
maken; immers hoe meer tijd er verloopt tussen het opmaken en gebruik, des te meer wijzigingen moeten
er nog in worden aangebracht. Vandaar dat eerst na de ontvangst van het B-telegram op Vrijdag 10 Mei
met het schrijven der lijsten werd begonnen. Enkele vrijwilligers hadden zich hiervoor aangeboden en
in enkele uren tijde was de zaak voor elkaar.
Het eerste transport kon 's nachts om 2.02 uur worden verwacht. De ingezetenen werden per circulaire met een en ander in kennis gesteld, auto- en andere voertuigenbezitters werden verzocht zich beschikbaar te stellen voor het bieden van de helpende hand aan zieken, kinderen en bagage. Spontaan werd hieraan gevolg gegeven. Veel auto's stonden 's nachts reeds op het stationsplein opgesteld toen de trein, vrijwel op tijd, arriveerde. Behalve voor vervoer was er gezorgd voor de aanwezigheid van geneeskundige hulp en verpleegsters.
Het was voor allen, die de ontvangst medemaakten, een beklemmend ogenblik toen de trein met afgeschermde lantaarns het station binnenreed en bij het schijnsel van een flauwe verlichting de gezichten der vluchtelingen zichtbaar werden.
Het opsporen van de hoofdgeleider was de eerste maatregel. Deze man was niet te vinden. Uit de beweringen van de treincommandant en ook uit de gegevens der vluchtelingen zelf bleek wel, dat de trein niet voor Hoogkarspel, maar voor Venhuizen en Andijk bestemd was. De patiënten uit het sanatorium "Zonnegloren" waren bestemd voor Andijk. Het B-telegram was dus aan het verkeerde adres gezonden : het had in Venhuizen moeten zijn.
De trein had echter een beperkt aantal losuren. Dus moest er raad geschaft worden. Telefoneren naar Venhuizen bracht in zoverre opheldering, dat de burgemeester van Venhuizen nergens van wist en z'n best zou doen de zaak zo gauw mogelijk te regelen. Toen derhalve vaststond voor welke gemeente de vluchtelingen bestemd waren, werd uitstappen bevolen; vervolgens werden allen ondergebracht in de 4 daarvoor aangewezen gelegenheden. Daar zou de burgemeester van Venhuizen ze komen afhalen. Inmiddels belde de burgemeester van Andijk op. Deze was in Enkhuizen aanwezig met een aantal auto's om de patiënten uit "Zonnegloren" af te halen. Na beraadslaging werden deze auto' s naar Hoogkarspel gedirigeerd, zodat na verloop van enkele uren de trein ten slotte leeg was en kon terugkeren.
Om ongeveer 7 uur kwam er een telefoontje: "Om 8 uur komt er een tweede trein" en even daarna : "hij komt een uur eerder". Direct werden de autobezitters en E.H.B.O.'ers weer gewaarschuwd en 10 minuten daarna was alles weer voor de ontvangst gereed.
De trein arriveerde. Even informeren voor wie ze bestemd zijn! "Voor Venhuizen" was het antwoord. Op grond van de inmiddels opgedane ervaringen werd de vluchtelingen gelast in de trein te blijven, totdat de burgemeester van Venhuizen gearriveerd zou zijn om ook hen te halen. Dit was dus de tweede maal, dat alles gereed was gemaakt en allen weer huiswaarts konden keren zonder iets te hebben gepresteerd.
In de loop van de dag werden er verschillende telefoongesprekken gevoerd om opheldering in deze duistere zaak te verkrijgen. Veel licht werd er evenwel niet ontstoken. Wel werd vernomen dat er een transport voor Hoogkarspel verwacht kon worden.
's Avonds om kwart voor zeven kwam er ten slotte een telefoontje van het station dat er om 8 uur een trein zou arriveren. Juist werden de maatregelen besproken toen er wederom werd gebeld en het bericht werd doorgegeven, dat de trein Hoorn reeds gepasseerd was en over 10 minuten hier kon zijn. Direct werden allen weer gewaarschuwd en terwijl de trein de overweg passeerde 'eden de auto' s en wandelden de dames van de E.H.B.O. het stationsplein op.
Volgens het opgestelde plan zou het onderbrengen als volgt geschieden :
1e. de vluchtelingen stappen groepsgewijze uit;
2e. 4 of 5 groepen vertrekken gezamenlijk naar de voor hen bestemde lokaliteit; hun bagage, voor zover niet geborgen in de bagagewagen, wordt per vrachtauto achteraan gebracht, zodat een ieder het zijne daar weer kan uitzoeken;
3e. tezamen met hoofd- en groepsleiders worden de plaatsen verdeeld. De groepsleiders worden door ordonnansen weggebracht, reiken de inkwartieringsbewijzen uit en laten de mensen, wederom met behulp van ordonnansen en eventueel nog aanwezige auto's op hun plaatsen brengen.
Dit systeem van onderbrenging voldeed in hoge mate. In minder dan een uur was alles ondergebracht in de 4 gelegenheden, waarna het verdelen over de bevolking plaats had, hetgeen van 20 - 1½ uur duurde. Tegelijk met het uitschrijven der inkwartieringsbewijzen werden op een blanco velletje de namen der opgenomenen en de adressen doorgedrukt, zodat deze losse vellen, na gealphabetiseerd te zijn, een goede handleiding vormden voor het verstrekken van adressen enz.
Het spreekt vanzelf dat enkele wijzigingen in de opname niet konden uitblijven. In het algemeen werden hierover geen klachten ontvangen. Slechts in een paar gevallen moest een ander onderkomen worden gezocht omdat de twee partijen in hygiënisch opzicht niet met elkaar overeen kwamen.
Nadat een paar dagen waren verlopen en begonnen zou worden met het.verzamelen van juiste namen enz. met het oog op het invullen der rode huisvestingskaarten, kwam de tijding dat ons vaderland de wapens had neergelegd. Dit had tot onmiddellijk gevolg dat verschillende Soestenaren naar hun woonplaatsen wilden terugkeren. Velen vertrokken reeds op eigen gelegenheid. Autobussen van Soester firma' s, luxe auto's, vrachtwagens, alles wat kon worden gebruikt, verscheen in de Streek en bood zijn diensten aan.
Toen ik tezamen met de hoofdgeleider een telling maakte om die te kunnen opgeven aan de spoorwegen kwam ik tot de ontdekking, dat er van de 750 opgenomenen reeds 350 waren teruggereisd.
Inmiddels had ik mij in verbinding gesteld met mijn ambtgenoot te Soest, om te vernemen of het mogelijk was de mensen te laten vertrekken. Zoals verwacht kon worden liepen er allerlei geruchten, waarvan sommige de terugkeer op eigen gelegenheid niet - en andere weer wel mogelijk verklaarden. Vandaar dat ik mij door informatie op de hoogte wilde stellen. Toen mij bleek dat tegen terugkeer niet het minste bezwaar bestond, stelde ik de mensen hiermede in kennis. Dit had tot gevolg dat bij velen de wens naar voren kwam eveneens te vertrekken. De vervulling van die wens zou niet lang op zich laten wachten.
In de middag van Zaterdag, 18 Mei werd mij telefonisch door de stationschef te Hoorn medegedeeld, dat Zondagmorgen om 7 uur hoogstwaarschijnlijk een trein beschikbaar zou zijn. Direct werden de maatregelen genomen om dit algemeen bekend te maken. Groepsleiders deelden hun mensen een en ander mede.
Nauwelijks waren zij hiermede klaar of daar kwam een telefoontje, dat de trein niet om 7 maar om 6 uur zou vertrekken. Dus direct weer alle groepsleiders berichten enz. Dit bericht had de mensen nog niet bereikt of weer rinkelde de telefoon. De trein gaat niet om 6 maar om 8 uur! Natuurlijk volgde dadelijk weer een run door het dorp. Iinmiddels was het reeds 9 uur in de avond geworden. Drie maal waren de geëvacueerden en de.ingezetenen, die met auto's zouden helpen, ingelicht, maar dat. was nog niet voldoende. Even voor 10 uur ging de telefoon opnieuw en probeerde men weer alles te veranderen. Nu was het vertrek bepaald op 7 uur. Blijkbaar was de regeling bij de spoorwegen in de war gelopen, iets wat mij later, gelet op het feit dat er meerdere extra treinen voor. geëvacueerden moesten lopen, heel goed mogelijk voorkwam; dit neemt niet weg dat al die veranderingen wel enige ontstemming verwekten. Daar langs de gewone rijkstelefoon geen verbinding met het station Hoorn was te krijgen werd na veel "spul en moeite" verbinding gekregen via de dienstlijn der spoorwegen. Nadat heel wat woorden waren gewisseld, werd overeengekomen de trein te laten wachten, omdat het wel wat al te bar was om 's avonds om kwart voor elf de mensen voor de vierde maal het tijdstip van vertrek te berichten. Het had alleen nog per omroeper kunnen gebeuren.
Het vertrek op Zondag 19 Mei ging vrij vlug in z'n werk. Met allerlei voertuigen werden de mensen gebracht; de groepsindeling werd voor het instappen niet meer gehandhaafd. Na even te hebben gewacht op enkele laatkomers en zieken kon de trein om 8.15 uur vertrekken. Voor een ernstige zieke werd treinvervoer niet mogelijk geacht. Deze werd later op de dag per auto thuisgebracht.
Volledigheidshalve wil ik nog een enkel woord wijden aan de legering der geëvacueerden. Volgens de destijds opgemaakte raming voor 1720 personen zou er ruim 24000 kg stro benodigd zij. Er waren lijsten aangelegd, waarin vermeld stond wie er behoefte had aan strozakken en hoeveel. Toen de Voedselcommissaris te Alkmaar 19000 kg beschikbaar had gesteld en dit inmiddels in een schuur was opgeslagen, deed zich de moeilijkheid voor de benodigde hoeveelheid billijk te verdelen, zonder gevaar te lopen, indien het gehele aantal geëvacueerden zou komen, een tekort aan stro te hebben. Een oplossing werd gevonden door elke geperste baal stro te splitsen in bundeltjes van ongeveer 10 kg. Dit bundelen geschiedde door vrijwilligers, terwijl één hunner zorgde voor de afgifte en aantekening der verstrekte hoeveelheid.
De practijk wees uit dat er veel minder stro benodigd zou zijn dan de aanvankelijke raming, vooral toen er, slechts een gedeelte van de 1720 personen arriveerde. Strozakken konden niet worden verstrekt, daar deze niet door de regering waren beschikbaar gesteld.. Het gebrek heeft zich echter niet doen gevoelen. De niet gebruikte hoeveelheid en het teruggebrachte stro is enkele weken later door de voedselcommissaris aan veehouders verkocht.
Het spreekt vanzelf, dat het organiseren van een en ander veel werk met zich bracht. Dit is echter met liefde verricht. Het besef dat aan een medemens hulp moest worden geboden en Hoogkarspel, vergeleken met andere streken van ons vaderland, een rustig dorp kon worden genoemd, waar weinig of niets van de oorlogsellende kon worden bemerkt, stemde de inwoners dankbaar en deed de nodige hulp overmatig toevloeien.
Ten slotte wil ik melding maken van de ontvangst van verschillende dankbetuigingen.
De burgemeester van Hoogkarspel.
S.M. MIDDELHOFF