» Diversen » Gedenkboek Hoogkarspel 1940-1945 » Pagina 53-54
J. Kes
Op 30 Augustus 1943 moest in opdracht en in tegenwoordigheid van
Meinte van der Kuur, destijds waarnemend N.S.B.-burgemeester te
Hoogkarspel, Barend Mes, wonende alhier, worden gearresteerd wegens
het vervalsen van een persoonsbewijs. Mes was een groot illegaal
werker; Van der Kuur is na de bevrijding door het Bijzonder
Gerechtshof te Amsterdam ter dood veroordeeld wegens zijn gedrag
tijdens de bezetting.
Toen mij werd medegedeeld dat wij huiszoeking moesten doen bij
Barend, begaf ik mij terstond naar de kantoorhouder J.W. Pontvuist,
die de besteller Adam Groen naar Barend stuurde en hem een tip gaf
dat wij op komst waren.
Terwijl Van der Kuur en collega Stein huiszoeking verrichtten in de
woning van Mes, moest ik Barend bewaken. Hij vroeg mij of hij mee
moest, waarop ik antwoordde dat dit wel mogelijk was. Mes toonde mij
toen een geladen 9 mm F.N. pistool en een portefeuille met bonkaarten
en persoonsbewijzen. Onmiddellijk stopte ik deze voorwerpen in mijn
jaszak, opdat Van der Kuur ze niet te zien zou krijgen. In opdracht
van Van der Kuur moest Mes worden ingesloten in de cel onder het
gemeentehuis te Hoogkarspel.
Op 31 Augustus kwam Jo Kraakman, C 5 alhier, bij mij, en hebben wij
toen een plan opgemaakt om Barend te bevrijden. Dit was zeer
moeilijk omdat er de gehele nacht drie personen van de luchtwacht,
w.o. een N.S.B.'er op het gemeentehuis aanwezig waren, en collega
Stein en ik naast het gemeentehuis woonden. In de nacht van 31
Augustus op 1 September te omstreeks 4.00 uur zou het plan ten
uitvoer worden gebracht. Daar ik de sleutels van de cel niet in mijn
bezit had stelde ik Barend door het raampje enige tijd tevoren op
fluistertoon in kennis van onze voornemens, maar... het toeval
wilde, dat een der leden van de luchtwacht juist op dat ogenblik met
zijn hoofd uit het W.C.raam van het raadhuis hing om naar
overvliegende Tommy's te luisteren. Hij hoorde toen ons gepraat,
liep naar buiten en trof mij aan voor de deur, waar ik net
teruggekeerd was. Hij vertelde mij dat er iemand aan de achterzijde
van het gebouw had gelopen en met de arrestant gesproken had. Ik nam
natuurlijk ambtshalve de nodige maatregelen en stelde ogenblikkelijk
een onderzoek in, maar kon niemand anders ontdekken dan mezelf,
waarover ik hem op dat moment maar niet verder heb ingelicht!
Op het vastgestelde tijdstip werd de overval uitgevoerd door een
zestal illegale werkers. Om ongeveer half vier die nacht had ik
plaats genomen voor het raam van mijn woning en zag ik enige
personen die zich behoedzaam naar het gemeentehuis begaven. Even
daarna hoorde ik een hevig geklop en gehamer, hetgeen nodig was om
duisternis verdwijnen. Wijlen dokter Wytema stond met zijn auto
klaar en heeft Barend naar Zwaag gebracht. Ik had er op aangedrongen
dat zij de telefoon op het raadhuis onklaar moesten maken, doch
ongeveer een half uur later belde Van der Kuur ons op en zei met
bevende stem, dat er een gewapende overval op het raadhuis had
plaats gehad. Later bleek dat de N.S.B.'er Wim Bakker, die zich
tijdens de overval in de secretarie bevond, de telefoon gerepareerd
had. Om alle verdenking van mij af te schuiven begaf ik mij
gedeeltelijk in nachtgewaad gekleed en gewapend met mijn pistool
naar het raadhuis en trof daar de luchtwachters Stet, Sinnige en
Bakker aan. Zij waren met vuurwapens in bedwang gehouden en
gekneveld. Bakker was zeer ven streek want één der overvallers had
aldoor zijn pistool op hem gericht gehouden (dit was Ton
Kranenburg!). Ik hoorde toen enig gedruis op de gang en stelde mij,
om mijn rol goed te spelen, verdekt op met het pistool in aanslag.
De deur van de secretarie ging langzaam open en... Van der Kuur's
asgrauw gezicht verscheen boven een schietklaar pistool. Zo stonden
wij een moment elkaar met het vuurwapen te bedreigen. Van der Kuur
zei: "Heb ik het niet gezegd, Kes, dat het een zware jongen
was?" waarop ik bevestigend antwoordde.
Die morgen en de volgende dagen was er grote activiteit van de S.D.
en Van der Kuur. Enkele dagen later werd Jo Kraakman voornoemd, als
verdacht van de overval, door v.d. Kuur gearresteerd en ingesloten.
Daar ik steeds contact hield met Kraakman waren er geen bewijzen te
krijgen en werd hij spoedig weer in vrijheid gesteld. Helaas zijn
later door verraad 4 der overvallers door de S.D. gearresteerd en
zijn 2 van hen, genaamd Kranenburg en Wieringa gefusilleerd.