Kistemaker

Thuis » Diversen » Medemblik: Jaartallen » 1301-1350

Medemblik: Jaartallen 1301-1350

St. Pietersdag
1303

Guy van Avesnes, bisschop van Utrecht, regelt de tollen der schepen (8 penningen), die varen tussen Kampen en Medemblik.
(Regest van M'blik, 4.)

12.1.1311
Willem (III) van Oostervant, getrouwd met Jeanne de Valois, geeft verschillende voorrechten.
(Regest van M'blik, 5.)

18.3.1319
Willem III geeft aan "Willemsoen" van Medemblike vijf pond Hollands s jaars, waarvoor deze verplicht is, het kasteel van Medemblik te helpen bewaken en verdedigen.
(Regest van M'blik, 6.)

8.4.1319
Bisschop van Zuden belooft met "andere Raden mijns Heeren" in Vrieslandt te komen om elk ambacht "op zijn dijk te brengen" en in elk ambacht elken kerspel zijn opgang en zijn afgang aan te wijzen.
"Geen binnendijken hoger dan 2 voet".
(van Mieris II, 211, 214.)
(G. de Vries Az., 143.)

6.05.1322
Willem III gelast Immerhorn te bedijken. Schout Gerard Heynensz.
(Inv. archief Hoorn.)

1.08.1323
Willem III, graaf van Henegouwen, graaf van Holland (1304-133'7) heeft twee tollen voor bier gesticht te Amsterdam en te Medemblik en dreigt ontduikers met inbeslagname en verbeurdverklaring.
(Regest van M'blik, 7.)

25.02.1325
Willem III geeft aan "ridder" Dirk van Oudshoorn ("Outsorne") baljuw van Medemblik de visserij van de Bennemeer.en regelt de beloning van een kapelaan, zo er een benoemd mocht worden.

20.10.1325
Kapelaan definitief.
(Regest van M'blik, 8 en 9.)

21.10.1325
Willem III legt toe aan Mr. Boudewijn van Medemblec (kapelaan?) 3 pond Hollands's jaars.
(Regest van M'blik, 10.)

25.07.1326
Willem III regelt bedijking in West-Friesland.
(Inv. archief Hoorn)

27.11.1328
Willem III beslist tot het maken van een inlaag achter Medemblik tot den zande toe van Almersdorp en van den zande tot den zeedijk. Kennerland zal een vierde moeten maken, Waterland en de Zeevang een vierde, Drechterland een vierde, Geestmerambacht c.s. een vierde.
(G. de Vries Az., 250.)
(van Mieris II, 470.)

17.03.1329
Zal de Raad van den Graaf op de inlaag komen om elk zijn deel aan te wijzen: van elk ambacht moeten 4 manners aanwezig zijn om hun deel op te nemen. Op 1 Mei moet het werk beginnen.
(G. de Vries Az., 251.)
(van Mieris II, 470.)

1.01.1330
Willem II gelast de dijk van Geestmerambacht te stoelen. Mathijs Rengersz. baljuw, Heinric Haren Dirxcz. rentmeester van Kennemerland.
(Inv. archief Hoorn.)

9.08.1332
Willem III geeft aan Volkaird Yvensoen van Medemblik 3 pond Hollands ‘s jaars om het kasteel te helpen bewaken.
(Regest van M'blik, 11.)

Idem aan Gisebrecht Floryssone. (Regest van M'blik, 12.)

1334
Grote Watervloed. Gawijzend (Gousend) overstroomd.

18.01.1334
St. Agnietendag. Willem III schrijft over verplaatsing van het slot "zo nodig". Alle Westfriezen moeten helpen.
(D. Burger, 11.)
(van Mieris II, 557.)

12/13.2.1335
Inlaag gemaakt van Barsingerhorn tot Medemblik. Hieraan medegedijkt door Drechterland, Waterland en de Zeevang, Kennemerland, Geestmerambacht, Rijnland, Woerden en Delfland. 2 penningen Hollands van het morgen "zonder rechtens verschuldigd te zijn".
(G. de Vries Az., 251.)
(van Mieris II, 657, 660.)

12.03.1338
Medemblik met Does, Oesterwoude en Almendorp levert 225 weerbare mannen ten heirtocht. (samen 2447 morgen land) Sedert 1414 was de kastelein van Medemblik, dijkgraaf van Drechterland en de Vier Noorderkoggen. Maar in 1503 kreeg Drechterland zelf het recht die functionaris te benoemen. Daar vaak onbekwame personen werden aangesteld, trok Karel V in 1518 die benoeming weer aan de landsregering. In de graventijd, voor de "steden", had Medemblik autonoom gezag. Later kochten de dorpen zich stedelijke rechten om van het baljuwschap van Medemblik vrij te komen.
(D. Burger van Schoorl.)

In 1289 de enige stad in Westfriesland. Westfriese veehandel, doorvoer, van Oostfriesland. (Hamburg Emden) Langs binnenwateren naar Vlaanderen. Medemblik ontving privilege in 1285.

21.11.1339
Willem IV, Graaf van Holland (1337-1345) regelt het onderhoud en beloning van de kapelaan, Henric Wisse Henricsoensoone op onsen huse te Medenbliec.
(Regest van M'blik, 13.)

1339
Buitendijk van de Hugenkoog als zeedijk beschouwd en dus in plaats van de weg door Wervershoof, die slaperdijk geworden was, aan Drechterland in onderhoud gegeven tegen bepaling, dat al het land in de Hugenkoog gelegen, voortaan met die van Drechterland dijken zou.
(G. de Vries Az., 149.)

Verstoeling van de zeedijk door gemachtigden van de graaf. "Dat alle die ghene, die land hebben in Vriesland, ist onze Heere die Grave, ist die Heere van Vorne, ist cloister, ist ridder, ist pape, ist cnape, welgheboren jof porteren, die sullen hoefslach nemen van horen lande, d'iene gheliken den anderen, maer tquaetste land te setten in lichten hoefslach".
(van Mieris II, 614.)

Tevens recht van aardhaling geregeld. Winkelerdijk aan Drechterland in onderhoud toegewezen.
(G. de Vries Az., 31.)

"Waarschap" is gemachtigde van ieder dorp, "tussenman" tussen dijkplichtigen en dijkgraaf en heemraden. Hij stond bij de schouw op de hoefslag van zijn dorp om bevelen te vernemen.
(G. de Vries Az., 31.)

8.4.1344
Willem IV gelast windmolens te maken, wind en gruit verkocht. Floris van Alkemade rentmeester van Kennemerland.
(Inv. archief Hoorn.)

1345
Willem IV sneuvelt bij Warns in Friesland in gevecht met de Friezen.

20.8.1345
Broeder Broederssoone van Medemblik draagt op aan den Graaf van Holland een erf genaamd "die Werfe", liggende aan de zuidzijde van de kerk, het latere Sint-Maria Convent.
(Regest van M'blik, 14.)

Dit klooster is in 1555 verbrand.

1346
Bartholomeusdach, 26 Mei: Enkhuizen en Medemblik krijgen enige wetten van Margaretha. Idem op 24 Augustus.
(Regest van M'blik, 15 en 16.)
(Swannotsrecht, 237.)
(G. Brandt, 12.)

1349
Een verstoeling door de baljuw van Medemblik: Jacob van der Binck.
(Oud-Westfriesland IV, 83.)

Ca. 1350
In Hoekse en Kabeljauwse twisten staat Medemblik aan de Kabeljauwse zijde. (Egmond, Arkel, Heemskerk, "Edelen") (D. Burger, 87.)

« 1300 | 1351-1400 »

 


© 2001-2025 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk