» Diversen
» De Speelwagen
» 1947
» No. 10
» pagina 289-290
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
2e jaargang,
1947,
No. 10,
pagina 289-290.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Als onze Speelwagen benoorden Alkmaar komt en onze blikken zoeken de silhouet van 't typisch koepelvormig
torentje van 't Koedijker kerkje – immers aan zijn toren herkent men het dorp – dan zullen
we 't niet meer ontdekken. Het kilometerslange dorp aan het Groot Noordhollands Kanaal heeft z'n enig
karakteristiek bouwwerk verloren!
Door verwaarlozing, door gebrekkig onderhoud, door ondeskundig herstel was het gebouw al tè veel
mismaakt en tè erg vervallen om de hoge kosten, verbonden aan een algehele restauratie, voldoende
te kunnen motiveren.
Het verval van het kerkgebouw is, kan men gerust zeggen, grotendeels een gevolg van het verval van de
kerkelijke gemeente.
Een eeuw geleden waren personen „behoorende tot géén kerkgenootschap” nog
hoge uitzondering. Gedurende de laatste mensenleeftijden is het getal „onkerkelijken” zeer
gestegen, vooral in sommige gebieden van Noord-Holland.
Wij wijzen hier nog eens op dit bekende verschijnsel, zonder er verder op in te gaan. Dan zouden we een
terrein betreden, dat niet het onze is.
We zien hier slechts naar een der betreurenswaardige gevolgen van verslapt kerkelijk leven: het verval
van vele karakteristieke oude dorpskerken. Want behalve Koedijk zouden er nog meer plaatsen zijn te
noemen, waar de kerken, eens middelpunten van bloeiend godsdienstig leven, hun ondergang nabij zijn.
Anderzijds zijn er in de laatste tijd ook goede berichten vernomen: in Stompetoren, Bergen, Schoorl en
Groet b.v. worden onder deskundige leiding restauraties der oude dorpskerken voorbereid of zijn al in
uitvoering. Maar daar schijnt dan het kerkelijk leven gezond gebleven of tot nieuwe bloei gekomen. En
dit laatste is de allereerste en allervoornaamste voorwaarde voor het behoud van zulke eerbiedwaardige
dorpsmonumenten, daar ze aldus een passende bestemming behouden en een belangrijk middelpunt blijven
in het dorpsleven: een schoon uiterlijk teken van een levende gemeenschap.
In de leeftijd van bijna 40 jaar overleed de zeer verdienstelijke fotograaf van het Lichtbeeldeninstituut te Amsterdam. Het prachtige werk dat door deze bekwame vakman is geleverd, is voldoende bij U allen bekend om dit smartelijk verlies voldoende te beseffen. Enige van zijn laatste opnamen, een serie Noordhollandse tegelschoorstenen, zullen binnenkort door ons worden geplaatst.