» Diversen
» De Speelwagen
» 1952
» No. 2
» pagina 62-64
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
7e jaargang,
1952,
No. 2,
pagina 62-64.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Het stuk over de kerkrestauratie te Oosterblokker in De Speelwagen van November 1950 vestigde weer
opnieuw de aandacht op de preekstoel in dit monumentale kerkgebouw. En weer wordt hierbij een fout
gemaakt in de beschrijving, die thans welhaast 60 jaar lang gemaakt is, hoewel dit niets afdoet aan de
dringende wens dit machtige kerkgebouw tijdig zodanig te herstellen dat het voor het nageslacht bewaard
blijft.
De preekstoel, het centrale punt in de Hervormde kerk, is op fraaie wijze louter met wapens van
overheidslichamen versierd. Deze „profane” versiering, hoe kunstig dan ook, doet wat
eigenaardig aan in een kerkgebouw. Het lijkt meer een toonbeeld van rijkdom en macht dan van geestelijk
leven. Maar hoe dan ook, de vijf zichtbare vlakken van de zeshoekige „ton” dragen elk een
kunstig gesneden wapen. Te beginnen met de deur (en zo naar rechts omgaande) treft men achtereenvolgens
de wapens aan van Holland, Oranje, de Stede Westwoude, Westfriesland en Drechterland. Ongetwijfeld is
het wapen van de Stede Westwoude zo geplaatst dat dit het meest in het oog loopt, dus aan de voorzijde
recht op het publiek gericht en vlak onder de lessenaar van de predikant. Ditzelfde wapen komt nog twee
keer voor in de directe omgeving van de preekstoel. De onderste stijl van de trapleuning naar de
preekstoel draagt nl. een losstaand eikenhouten leeuwtje, dat in zijn klauwen hetzelfde wapen draagt.
Ook de voorzangerslessenaar, aan het „doophek” opklapbaar bevestigd, draagt aan de voorzijde
eveneens op eikenhouten paneel hetzelfde wapen. Er is echter duidelijk verschil in houtsnijwerk. Het
laatste, op de lessenaar, is nogal primitief gesneden; de drie vogels lijken sterk op spreeuwen. Dat
op de preekstoel is fijn gesneden met fraaie vogels maar het derde wapen op de trapleuning is naar mijn
opvatting verreweg het mooiste werk. Het is jammer dat Mej. v.d. Berg, verbonden aan Monumentenzorg,
in haar artikel in De Speelwagen van Mei 1949 dit niet heeft opgemerkt en dat ook in het stuk over de
restauratie van November 1950 met geen woord van dit prachtige wapendragend leeuwtje wordt gerept. Naar
mijn mening is dit stukje snijwerk, slechts 23 cm hoog, het allerbeste, wat in deze kerk te vinden is.
Maar nu ter zake. Het gaat om het wapen van de Stede Westwoude. Dit wapen nu wordt het eerst opgenoemd
door v. Arkel en Weissman in Noord-Hollandsche Oudheden van 1891, blz. 83, in de opsomming:... predikstoel,
draagt jaartal 1661: vijf zijden versierd met de wapens van Holland-Oranje-Blokker-Westfriesland en
Drechterland, enz. Verder noemt dit werk de „leeuw, die het wapen van Blokker houdt. De
voorzangerslezenaar is van eikenhout, met het wapen van Blokker versierd”.
Mej. v.d. Berg schrijft in De Speelwagen van Mei 1949 van „de fraaie zeventiende-eeuwse preekstoel
waarop de wapens van Holland, Oranje, Blokker, Westfriesland en Drechterland zijn gesneden” en
in het stuk over de kerkrestauratie van November 195O wordt gesproken van „de preekstoel met de
er op gesneden wapens van Holland, Oranje, Blokker, West-Friesland en Drechterland”.
Nu is het direct duidelijk dat in deze beweringen een fout moet schuilen. Immers de gemeente Blokker
kreeg haar wapen eerst kort na de vorming tot zelfstandige gemeente, nl. op 26 Juli 1816.
Vóór die tijd was de toestand geheel anders. In het kort komt het hierop neer dat reeds
op 2 Februari 1414 stadsrechten verleend werden aan de gezamenlijke dorpen Westwoud, Westerblokker en
Oosterblokker als „de Stede Westwoude” en dat op 4 Maart 1493 hieraan Binnenwijzend werd
toegevoegd. Wie hierover meer wil weten kan het standaardwerk van Pols, Westfriesche Stadsrechten, ter
hand nemen of het uitstekend gedocumenteerde artikel van J. G. de Roever getiteld „Gemeentegrenzen
in Westfriesland” in het Tijdschrift van het Ned. Aardrijkskundig Genootschap van September en
November 1943. In deze „Stede Westwoude” was vanaf het begin van haar vestiging Oosterblokker
het middelpunt (zie „Een historische plek” in West-Friesland Oud en Nieuw, III, blz. 179)
en de kerk te Oosterblokker was de hoofdkerk in de Stede. Dit werkte nog door in de tijd van de Zeven
Provinciën en het is dus niet verwonderlijk dat bij de wapens, die de preekstoel moesten versieren,
dat van de Stede de ereplaats kreeg.
Nu lijken de wapens van de „Stede Westwoude” en die van de gemeente Blokker wel iets op
elkaar, maar de verschillen zijn toch ook weer zo groot dat van verwarring voor de aandachtige toeschouwer
geen sprake kan zijn. Zeer nadrukkelijk wordt een en ander weergegeven door de bekende wapenkundige
P. A. de Lange, in een artikel in West Friesland Oud en Nieuw, XVII, blz. 84 over
„De dorre boom in Noordhollandsche Gemeentewapens”. Het deel, dat slaat op de in de Franse
tijd gevormde gemeenten Blokker en Westwoud wordt daarom hier overgenomen. Het luidt als volgt:
De gemeente Blokker verkreeg 26 Juli 1816 het volgende wapen: „een veld van synople (d.i. groen),
beladen met een boom van goud, waarop drie krayen van sabel (d.i. zwart).”
De aanvraag van het gemeentebestuur van 30 April 1815 vermeldde geen kleuren, doch bevatte wel de
mededeling: „dat de Stede Westwoude, waaronder ook gelegen zijn de dorpen Westwoude, Ooster- en
Westerblokker, voorheen het gebruik van een wapen heeft gehad„ – de burgemeester verwijst
daarvoor naar het privilegie van 2 Febr. 1414, waarbij de samenvoeging der dorpen was ingesteld.
Het „officiële” wapen is dus nieuw: de boom was oorspronkelijk een „dorre”
boom, hetgeen bij de blasoenering in 1816 niet vermeld werd; de oude kleuren van het wapen van Westwoud
waren een zwarte boom op een zilver veld.
Over het „nieuwe” wapen van Westwoud schrijft P. A. de Lange in hetzelfde artikel het volgende.
Westwoud, 17 Juli 1817 verzocht de gemeente bevestiging van het oude wapen; als kleuren werden opgegeven
een zwarte boom op een zilveren schild. In hetzelfde jaar werd officieel verleend: van zilver beladen
met een dorre(n) boom, in welker takken zijn geplaatst 3 vogelen, op een terras, alles van sabel (d.i.
zwart).
Uit deze beschrijving van De Lange blijkt dus duidelijk het verschil van de wapens van de gemeenten Blokker
en Westwoud en tevens, dat Blokker, dat het eerst een wapen aanvroeg, blijkbaar door een zeer oppervlakkige
beschrijving van zijn wensen een wapen toebedeeld kreeg dat slechts iets leek op het oude Stedewapen.
De dorre boom was bebladerd geworden; de kleur inplaats van zwart goud. Het „veld” was
groen geworden inplaats van zilver. Het volgende jaar was het voor de gemeente Westwoud een gemakkelijke
taak om het oorspronkelijke stedewapen te verkrijgen! De aanvragers uit Westwoud hadden meer begrip
voor het historische wapen en werden daarbij door de slordigheid van de Blokkerder aanvragers prachtig
geholpen.
Als we nu de wapens in de kerk te Oosterblokker vergelijken met de hier aangehaalde beschrijvingen blijkt
overduidelijk dat alle drie wapens, die vanaf 1891 tot heden als het wapen van Blokker opgenoemd werden,
slechts het wapen van de Stede Westwoude voorstellen.
Tot nu toe is het niet gelukt een afbeelding van het wapen van de Stede Westwoude te vinden. Slechts
de boven aangehaalde beschrijving, die de Lange ons mededeelt, met de wapens in de kerk te Oosterblokker
is alles wat we er van weten.
Over de betekenis van het stedewapen en die van de gemeenten Blokker en Westwoud is al heel wat geschreven.
Vooreerst door de Lange in zijn aangehaald artikel in Westfriesland Oud en Nieuw in 1944, daarna door
C. Druif in De
Speelwagen van Februari 1947 en in datzelfde jaar door Mej. C. Ruyterman in De Speelwagen
van October 1947. Beide laatsten waren blijkbaar niet op de hoogte van het werk van de Lange.
K. te B.