» Diversen
» De Speelwagen
» 1952
» No. 10
» pagina 289-290
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
7e jaargang,
1952,
No. 10,
pagina 289-290.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
In zijn wekelijkse causerie vertelde een bekend radiospreker onlangs dat hij aan het woord geweest
was met Ton Koot, de secretaris van het Rijksmuseum en de Bond Heemschut. De heer Koot had hem in dit
gesprek de ogen geopend voor het grote belang van onze cultuurschatten voor de deviezenpot. Niet omdat
ons vaderland uitverkoop houdt, maar de belangstelling van buitenlanders voor onze musea, stedeschoon
en landschappen is na de oorlog zeer toegenomen, vooral nu elders de verwoestingen zoveel grote schade
hebben aangebracht en monumenten verloren deden gaan. De Europese cultuur is nog te jong om show te
kunnen maken met ruïnes!
Dit vreemdelingenverkeer is een zeer belangrijke bron van inkomsten en het zal blijken dat in de toekomst
het wereldtoerisme nog enorm toeneemt. De middelen van verkeer maken dit mogelijk en het is een wijs
land dat in de toekomst schouwt. Nederland is in vele opzichten bij de pinken genoeg om de kansen te
grijpen. Maar misschien is het zich nog niet voldoende bewust van de mogelijkheden, welke een goed
geleid vreemdelingenverkeer biedt. Wij kleineren nog altijd onze vaderlandse grootheid als wij de
gasten in propvolle trammetjes op een heen en weertje naar Volendam en Marken dirigeren.
Behalve in de schoonheid van onze grote steden zal de reiziger behagen krijgen in wat landelijk Nederland
aan unieke waarden bezit. Waarden, welke ons erfdeel zijn van een groot verleden, maar door vele
generaties als renteloos overschot aanvaard. Wij juichen het toe dat onze reisbureaux de aandacht van
buitenlanders vestigen op de historische monumenten, de molens en wat dies meer zij, maar als we eens
met gelijke voortvarendheid ons eigen volk er toe brachten de historische monumenten, de molens en wat
dies meer zij te restaureren en te onderhouden, dan kon ons erfdeel in de toekomst nog wel een belangrijke
nationale lijfrente blijken te zijn. Elke onverantwoorde afbraak, verknoeiing en verwaarlozing schaadt
de aantrekkingskracht van het op ons land gerichte wereldtoerisme, dat ongetwijfeld steeds kieskeuriger
zal worden. De ogen van de wereld gaan wijder open, laten wij de onzen niet gesloten houden.