» Diversen
» De Speelwagen
» 1953
» No. 3
» pagina 66
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
8e jaargang,
1953,
No. 3,
pagina 66.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Als in de Middeleeuwen een boer niet meer in staat was om mee te werken aan het onderhoud van de
zeeweringen, ging hij in zijn hemd gekleed naar de dijk om „de spade te steken”. Hij stak
zijn schop in de grond en verliet daarna zijn hoefslag, het gedeelte van de dijk, dat aan zijn zorg
was toevertrouwd. Hiermede verloor hij zijn rechten op het eigen bedrijf en moest berooid huis en hof
verlaten. Dit was een wanhoopsdaad, welke gold als de meest oneervolle capitulatie.
De tijden zijn veranderd en het onderhoud van dijken en wegen is nu een gemeenschapszaak geworden. De
collectieve veiligheid vereist collectieve verantwoordelijkheid en heel Nederland heeft de laatste
oproep verstaan: „Beurzen open, dijken dicht”.
Maar ook het buitenland voelde zich geroepen daadwerkelijk bijstand te verlenen. Diep getroffen zijn
we allen door de grote hulpvaardigheid uit alle delen van de wereld. Sympathiek was het gebaar van de
Canadese regering om de grenzen open te stellen voor een groot aantal Nederlanders, die uit de getroffen
gebieden wensen te emigreren.
Wekt het geen verwondering, dat hiervoor slechts zeer geringe belangstelling bestaat! Wanneer er ooit
aanleiding was om elders een nieuw bestaan te zoeken, dan is het toch wel op dit moment, nu voor velen
bijna alles verloren is gegaan en de toekomst op vaderlandse bodem maar zeer weinig uitzicht biedt.
Het verheft ons hart en ons volk, nu wij mogen ervaren dat de frontlinie in de strijd tegen het water
stand wenst te houden. Wij „steken de spade” niet, wij blijven op onze post, klinkt over
de wateren. Wij zullen de dijken weer sluiten en versterken, het land opnieuw bebouwen en als na zware
arbeid de eerste oogst kan worden opgetast in onze herstelde hoeven, dan eerst zullen wij ernstig overwegen,
waar voor ons en onze kinderen de beste levenskansen liggen, hier of elders ter wereld. Wanneer wij
ons land zouden verlaten met als laatste herinnering dit beeld van verwoesting, dan gevoelen wij ons
als deserteurs, die voor het einde van de eerlijke strijd de wapens hebben geveld.
Wij blijven op ons post tot de overwinning is behaald. Wij steken de spade niet.