Kistemaker

Thuis » Diversen » De Speelwagen » 1953 » No. 4 » pagina 106-107

Hagenooi

Eerder verschenen in 'De Speelwagen', 8e jaargang, 1953, No. 4, pagina 106-107.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: Mr J. Belonje.

Op blz. 59 evv. van deze jaargang is een artikel afgedrukt (betreffende een erfenis), hetwelk gezegd wordt aan oude familiepapieren ontleend te zijn. Een aantal passages hieruit (waarom worden de bronnen van het verhaal niet vermeld?) en speciaal die, welke be trekking hebben op het huis Hagenooi, vormen, in verband met een aantal onjuistheden, niet bepaald het gelukkigste gedeelte van het opstel.

Ik moge daarom over dit huis en zijn bezitters hierbij de navolgende correcties en aanvullingen voorstellen.

Vooraf zij opgemerkt, dat de boerderij Hagenooi niet „in Egmond” ligt, maar in de Egmondermeer onder de gemeente Egmond-Binnen (voorheen onder de gemeenten Egmond-Binnen en Wimmenum), te weten ongeveer 200 m noordwest van de plek, waar de verbrande Visscherijmolen van die meer gestaan heeft. Het desbetreffende stafkaartblad, op de schaal van 1 : 25.000, no 261 (Bergen) geeft als officiële naam „Hagenooi”.

De voorstelling van zaken, dat Hagenooi gedurende de eerste helft der XIXe eeuw in het bezit der familie Besteman gebleven zou zijn, is in strijd met de feiten. Want bij acte van veiling en toewijzing dd. 9 December 1820, verleden ten overstaan van de Alkmaarse notaris Mr J. Nuhout van der Veen (Invent. no 1205, gemeente-archief, Alkmaar) was toen de boerderij reeds verkocht aan de landman Dirk Helder, die haar op zijn beurt (bij acte van toewijzing na veiling dd. 22 November 1828 verleden ten overstaan van notaris Teunis Waagmeester) doorverkocht aan de bekende Alkmaarse rechter Mr Clemens Sandenbergh Matthiesen (van Petten en Nolmerban).

Evenmin is het juist, dat de boerderij in kwestie in 1793 de naam Hagenooi verkregen heeft. Want reeds vele jaren vóórdien had het huis die naam.

Dit blijkt o.m. uit een acte, verleden t.o.v. de Alkmaarse notaris Adriaan van der Burgh dd. 2 September 1753 (no 66; notar. archief gemeente Alkmaar deel 622), waarbij „juffrouw Adriana van Twuijver, meerderjarige jongedochter wonende alhier” (te Alkmaar) volmacht gaf op Herman van Heezel, procureur voor de respectieve Hoven van Justitie in 's-Gravenhage om namens haar te compareren voor de Edele Heren Stadhouder en Leenmannen van de Grafelijkheid van Holland en aldaar te versoeken ende te nemen verlij en investiture van sodanigh een Huijs en Hoffsteede genaamt Hagenoy, enz, alles als in de laatste leenacte, gedateerd 16 Januari 1699, nader was uiteengezet.1

Tenslotte is het volstrekt onjuist, dat Hagenooi genoemd zou zijn „naar aanleiding van (de) verschillende heggen”.
Hagenooi is nl. een eigennaam!
Immers, Mr Antony Hagenoy maakte zijn allodium, de naar hemzelf genoemde hofstede Hagenooi, tot leen bij de destijds nog onder beheer van de Staten van Holland en West-Friesland voortbestaande leenkamer van het Graafschap Egmond. Het zou een onversterfelijk erfleen zijn en het heergewaad zou bestaan uit een pittoir2. De eerste belening vond plaats op 8 April 1606; vgl. Leenkamer van Holland, Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage no 273 (ongepagineerd en ongefolieerd).

Bovenbedoelde Mr Anthonis van Hagenoy, zoals hij ook genoemd werd in een acte van 12 Juli 1608 voor de Alkmaarse notaris H. J. van der Lijn (Invent. gemeente-archief v. Alkmaar no 36) was destijds Hoofdingeland van de Egmondermeer. In een acte van diezelfde notaris van 28 September 1602 (Invent. a.v. no 33) komt hij ook reeds als Hoofdingeland van die polder voor, doch dan heet hij voluit Mr Anthony van Hagenoy Heusden. Klaarblijkelijk voerde hij die laatste naam ter herinnering aan zijn moeder, immers in zijn testament, dd. 12 September 1603 verleden t.o.v. meergemelde notaris Van der Lijn (deel 16) noemde hij Catharina van Heusden zijn moeder. Hijzelf was op laatstgemelde datum reeds woonachtig in de Egmondermeer en gehuwd met Aeltgen Gerrits. Ik houd het ervoor, dat de familie uit Haarlem afkomstig is.

Mr J. Belonje

1 Mr. Jan van Twuijver, notaris te Alkmaar en kerkmeester, begraven Gr. Kerk aldaar 14 Aug. 1754, tr. Maria de Lange, dochter van Pieter, eveneens notaris, en Geertruijd Stuijling; zie mijn „Gedenkwaardigheden" N.-Holland, 1. bl. 219 sub 887. Hun dochter Adriana, de bezitster van Hagenooi, werd begr. ald. 22 Jan. 1782.
2 Pittoir, pitoor = roerdomp.


Aftellen: „Takkie mijne”

Duiveltjes moeder zou rapen schrapen:
Ze wist niet, waar ze 't lof zou laten.
Ze grabbelde hier, ze grabbelde daar,
Ze grabbelde de duvel in het haar.
't Haar begon te roken,
De duvel begon te spoken,
Oud wijf, kook de brij,
Wie zal hem wezen, ik of gij?

Z.

 


© 2001-2025 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk