» Diversen
» De Speelwagen
» 1953
» No. 4
» pagina 119-122
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
8e jaargang,
1953,
No. 4,
pagina 119-122.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: IJsbrand Kok.
Het Marktplein te Uitgeest omgeven door een bebouwing van eenvoudige huizen aan de Westzijde, wordt
aan de Oostzijde begrensd door het choor van de kerk van de Heilige Maria Geboorte, thans Hervormde
kerk en het voormalig Recht- of Raadhuis.
Dit bekoorlijke, besmeerde en verknoeide gebouw, in zeer vervallen staat, blijft voor velen een aantrekkelijk
gebouw in de bebouwing van de Markt, ondanks de geringe afmetingen van 7½ bij 5½ m oppervlakte.
De gemeente Uitgeest wenst het aanzien van de Markt te verbeteren, niet door het gebouwtje eerherstel
aan te doen, doch door afbraak, met het voorstel, daama een passende beplanting aan te brengen.
Met de overblijfselen van plaatselijke bouwkunst in Uitgeest is het zeer droevig gesteld. Het dorp
bevat generlei bezienswaardigheden en historische gebouwen, behalve de kerk en de toren en de restanten
van een graanmolen. Uit dit oogpunt zou er reeds voor velen voldoende aanleiding bestaan tot het behoud
en herstel van dit zo kleine monument, waaraan vervolgens een waardige bestemming gegeven zou moeten
worden.
Immers dit rechthuis is één van de weinige rechthuisjes, welke nog over zijn in het mooie
Noordhollandse land. In deze rechthuisjes werd recht gesproken en hadden schout en schepenen zitting
op de bovenverdieping, terwijl in de regel het onderhuis werd gebruikt voor Waag, behorende bij de
Markt.
Buiten dit Rechthuis te Uitgeest zijn er nog enkele bekend, ten dele in gebruik als Raadhuis of voor
andere doeleinden.
Zo kennen wij als een goed voorbeeld het kostelijke rechthuis te Grootschermer, hersteld in 1939; het
rechthuis te Graft; het rechthuis, thans raadhuis te Oosthuizen, helaas bepleisterd en verbouwd; het
verwaarloosde rechthuis, thans woning, naast de kerk te Schermerhorn. Het type waar dit Rechthuis het
meest aan verwant is, is het nog als raadhuis in gebruik zijnde rechthuis te Schellinkhout, dat ongeveer
gelijktijdig werd gebouwd.
Vermoedelijk oorspronkelijke toestand van de voorgevel aan zijde Markt
In de archieven is gezocht naar oude afbeeldingen van de Markt en omgeving. Van de kerk zijn vele
afbeeldingen gemaakt, doch helaas van het Rechthuis niet, zodat wij ons voorlopig moeten bepalen tot
de geschiedenis en het bouwwerk zelve.
In het boek van J. C. van der Loos, „Geschiedenis van Uitgeest”, uitgave 1925, vertelt de
schrijver ons enige bijzonderheden, nl. dat het stichtingsjaar is geweest ca 1684, want in de
vroedschapsresolutiën van 1684 staat vermeld, dat een nieuw Rechthuis zou worden opgetimmerd en
dat enige timmerlieden zijn gevraagd modellen (tekeningen) te leveren. Dus dit is het tweede Rechthuis
van Uitgeest, hetgeen zou aansluiten op de mededeling over een klokje in de toren der R.K. kerk te
Uitgeest, waarop stond vermeld: „A° 1621 in 't Rechthuis opgehangen en A° 1751 vernieuwt”.
Dit klokje kwam uit een oudere kerk de zgn. Waterstaatkerk. Helaas is dit klokje versmolten in 1917
met een andere gebarsten klok uit de R.K. kerk tot spijs voor een nieuwe luidklok.
De rechtszitting of later raadsvergadering werd gehouden op de verdieping, waar ook een gedeelte voor
het publiek was afgeschoten.
In het onderhuis was de Waag, de inkomsten hiervan waren voor het Weeshuis. In het Rechthuis te Schellinkhout
was ook de Waag in het onderhuis. De spreuken op de balken als: „In het Jaar, 1770, De 10, November,
Heeft, Gerrit, Mereboer, Alhier, Verkogt, Aan, Pieter, Sweed, Een, Vet, Schaap, Levendig, Bij, de
£,1 Voor, 27 St. 12 Pen, T £, Wegende, 165
£.”, herinneren ons nog hieraan.
Voor het gebouw moet nog een geselpaal aanwezig zijn geweest.
Door de vorming van gemeenten na de Franse overheersing en door de groei van de plaats namen de bestuurderen
en ambtenaren toe en ontstond ruimtegebrek in het gebouw. Een verbouwing werd uitgevoerd omstreeks 1860.
Bij deze verbouwing verdween vermoedelijk de stoep en kwam de trap binnendoor voor raadszaal en burgemeester.
Een middenrisaliet met afdekking en ingang ontstond, de vensters, waarvan de originele nog in de Noordgevel
aanwezig zijn, verdwenen, het gebouw werd aan drie zijden bepleisterd. De Waag verdween om plaats te
maken voor secretarie, politie en boevencellen. De kistvormige uitbouw was eerst bestemd voor secretarie
en werd later bevorderd tot garage voor de brandweerauto.
Omstreeks 1917 kocht de gemeente een villa aan van rode verblindsteen in de stijl der Hollandse Renaissance
en kwam het Rechthuis ledig. Daarna kwam de politie erin en tijdens de oorlog de luchtbescherming. Thans
staat het gebouw reeds ruim tien jaar ledig, terwijl de verwaarlozing steeds erger wordt.
Tegenwoordig aanzien van het voormalig Rechthuis te Uitgeest. Als historisch monument ten volle waard
om gerestaureerd te worden. Foto archief Kok
Bezien wij thans het gebouw zelve, dan blijken de gevels gemetseld te zijn, van bruine handvormsteen,
klein formaat van omstreeks 1680. De kozijnen Noordzijde zijn eveneens uit die tijd en hadden houten
ramen met kleine glasruiten. De balklagen zijn nog aanwezig. De schouw staat niet in het midden van de
bovenverdieping, zodat er rechts een binnenwand heeft gestaan voor afschutting van een portaal achter
de stoep. Voor de juiste gegevens van de stoep zou een ontgraving mogelijk nog enige meerdere gegevens
kunnen verschaffen.
Een voorbeeld van wat er van het uitwendig aanzien is te maken is aangegeven op een schets van de
voorgevel.
Aan het einde van deze beschouwing zou ik het gemeentebestuur en de inwoners van Uitgeest willen
opwekken: „Herstel het oude Rechthuis en geef het een passende bestemming”.
Indien dit geschiedt, dient daama in overleg met een ervaren landschapsarchitect de beplanting van de
Markt te worden geordend en herzien.
Dan zal Uitgeest een lelijke vlek in de vriendelijke plaats tot een eerbiedwaardige historische plek
hebben omgetoverd en iets tot standgebracht hebben waar het trots op kan zijn.
1 Afkortingsteken voor liber = pond.