» Diversen
» De Speelwagen
» 1953
» No. 7
» pagina 194-197
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
8e jaargang,
1953,
No. 7,
pagina 194-197.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Aan het Noordhollands Kanaal, tussen Spijkerboor en Akersloot, liggen de tweelingdorpen
Oost-Graftdijk en West-Graftdijk, vredige silhouetten in het eindeloze landschap van
midden-Noord-Holland. Beiden met een eender kerktorentje, elk een cafeetje voor de Zondagsvisser en
een stevig hek langs de kanaalkant voor de gevaren van diep water langs een smalle weg.
Oosterbuurt en Westerbuurt, twee kleine gemeenschappen met eigen kermis-vermaak en in oude tijden de
onderlinge veten van dien, welke met de klomp werden uitgevochten. Maar de controverse Oost-West is
hier niet bestaande meer, sedert van beide zijden de dorpsjeugd in een liefelijk schoolgebouw achter
zonnige ramen en veel bloeiende geraniums gemeenschappelijk in verdraagzaamheid wordt opgevoed.
West-Graftdijk is van nabij misschien iets florissanter en heeft de klank van bedrijvig leven, verwekt
door de scheepswerf "Voorwaarts" aldaar. Waar in de twintiger jaren nog het weldoortimmerde huis van
de Heren van Graftdijk stond, liggen na de brand schepen op de helling, hoog en decoratief. Achter het
eeuwenoude kerkje rusten de Heren in hun grafkelder, beluid door een zeldzame klok van Hemony in de
toren.
Lange tijd had West-Graftdijk ook klank in het wereld-postverkeer, toen hier in het oude schoolhuis
de toon werd aangegeven bij het streven naar verbroedering aller volken door het Esperanto, de
wereldtaal.
In Oosterbuurt heeft men behalve de Ned. Hervormde kerk ook een kleine Vermaning van de Doopsgezinden,
waar de commodore van onze luchtmacht Van Giessen in zijn jonge jaren onder vaders preekstoel zat en
waar in nog vroeger jaren de welbekende natuurminnende dominee R. J. de Stoppelaar vanaf dezelfde
kansel altijd een blik vergund werd op de blinkende verten van het onvolprezen Schermereiland. En
tenslotte mag gezegd worden, dat in dit kleine dorpje door Ger Hop de kiem werd gelegd voor een
bloeiend muziekleven, dat weerklank heeft gevonden in tal van eenzame hofsteden. Het accordeon ensemble
geniet reputatie in wijde omtrek en is zelfs via de radio bekend geworden.
Tussen de boerderijen staan hier en daar nog stokoude hekelhokken, herinneringen aan de goede dagen van
handel en bedrijf in Graft en De Rijp. Haringvisserij en walvisvaart zijn reeds lang ter ziele, maar
de touwbanen bleven tot in het begin van onze eeuw nog draaien - staartlijntjes, spantouwen en
wagenbinten voor de boeren.
Maar ook deze laatste neringen zijn hier van de kaart en waar eenmaal de lijn werd getrokken kakelen
nu vlijtig de jonge hennen van een kippenhouder en in de hekelhokken van Oosterbuurt mesten de boeren
hun varkentjes vet.
Historische monumenten zoekt men hier tevergeefs en het is echt een meevallertje voor de liefhebber
als hij nog een plank of wat oud eiken aantreft of een kruikje in de bagger op de slootkant.
Onlangs kregen wij van bevriende zijde een seintje, dat in Oost-Graftdijk een oude boerderij
gedeeltelijk gesloopt moest worden, omdat door verlaging van het polderpeil het voorhuis bedenkelijk
ging verzakken. De koppen van de heipalen onder de fundamenten bleken verteerd te zijn.
In dat voorhuis bevond zich echter een bijzonder fraaie tegelschouw, welke ter plaatse niet behouden
kon blijven. Reeds vele opkopers hadden een begerige blik geworpen op de fijn gepenseelde tegels met
bijbelse voorstellingen en het historische tableau op de schoorsteenboezem, een triomfantelijke
episode uit de slag van het Bataafse leger tegen de Engels-Russische landingstroepen in 1799.
De vriendelijke, gastvrije eigenaresse mevrouw Schoon en haar zoon Jacob waren het dadelijk met ons
eens, dat het beter zou zijn de schouw compleet over te plaatsen naar de pastorie van Betje Wolff in
Midden-Beemster, dan de tegels uit de hand aan Jan, Piet en Klaas te verkopen. Dan zou van de nood
een deugd worden gemaakt en voorkomen zijn, dat men wellicht aanstonds in Hollywood tegen onze
roemrijke vaderlandse geschiedenis zit te kijken.
De afspraak werd gemaakt dat wij de schouw voorzichtig zouden afbreken, zodra het voorhuis gesloopt
was - we konden dan immers ook de achterzijde van de schoorsteen gemakkelijk bereiken.
En zo gingen we dan op een Zaterdagmiddag in Juli naar ons karwei: Wittebrood, bestuurslid van het
genootschap Leeghwater in de Beemster en man van het vak, diens zoon Jan, architect Royaards uit
Schoorl, twee van zijn jongens en uw ooggetuige.
Het voorhuis was verdwenen, de dikke balken van vloer en zoldering lagen achter de hooiklamp en wat
nog goed was aan werkhout en steen was zorgvuldig gesorteerd. Het pover restant sloophout was
terecht wat men noemt "bollekoek" en goed voor de kachel.
De klop- en trilmethode
Zorgvuldig geschraagd stond onze aanwinst nu in de open lucht en wij mogen timmerman Koekoek wel een
complimentje maken voor de wijze waarop hij bij de sloperij de schouw heeft gespaard. Het was in de
vorige nacht nogal roezig weer geweest en ook mevrouw Schoon had slechts met een half oogje kunnen
slapen. Om drie uur was ze nog uit de veren gestapt om zich er van te overtuigen, dat wij geen
puinkoopje van haar zouden halen.
Het is geen alledaagse aanpak, enige honderden tegeltjes gaaf van een steenklomp te pellen. Tegels,
zo zuiver gezet, dat men geen specie in de voegen kon onderscheiden.
Men had ons verteld, dat de zaag het beste werktuig was, maar jawel de afzaagmethode bleek niet
uitvoerbaar. We stonden in beraad als voor een porceleinlcast - bang van onze eigen handen.
Maar wat beuren moet, moet beuren en zo begon de operatie met Wittebrood als voorwerker, Jan als de
rechterhand en architect Royaards als deskundig vermaander.
Met licht geweld werden de stenen achter de tegels weggebikt. Als er een aan zijn laatste specie
hing, werd de vlakke hand op het glazuur gelegd tot de tegel als een rijpe vrucht los trilde.
Het ging best volgens deze klop- en trilmethode, hoewel uiterst riskant volgens zeggen.
We waren gelukkig: Adam en Eva kwamen ongeschonden uit het Paradijs bij het schoorsteengat, de arke
Noachs bleef ook nu behouden, maar de sterke reus Simson zal gelijmd moeten worden. Toen Mozes in
zijn biezen mandje werd gered, ging er een zucht van verlichting door onze gelederen. De spanning
bereikte echter haar hoogtepunt bij ploeg en buren, toen wij ons aan het krijgstoneel op de boezem
gingen wagen. De architect was op het steigertje geklauterd om met de neus op het werk deze
gevaarlijke aanpak te leiden, welke door Wittebrood met de kalmte van een goed strateeg werd
uitgevoerd. Twintig tegels op het randje van onwaarde, als er één werd geschonden. Maar
het lukte. Ons hoeraatje bereikte de theepot van mevrouw Schoon, die nu haar kans kreeg om ons te
laven.
We overzagen het werk. De tegels lagen genummerd op de koegang en gehurkt zaten we tussen de
stapeltjes van het Oude Testament in de thee te blazen. De zonen Royaards wikkelden met bijna
stichtelijke ernst tegeltje na tegeltje in de aldaagse wijsheid van een pak oude kranten uit de
gortla van de familie Schoon.
Na zessen had Jacob zijn koeien uit en wij konden hem geruststellen dat ook zijn aartsvader heel en
wel lag ingepakt. Tegen het ingaan van de duisternis was het pleit beslecht. Een zwarte hoop puin en
pulver wees nog slechts de plaats aan waar het offer was gebracht.
Inderdaad een offer. Mevrouw Schoon, die ons zo uiterst welwillend gastvrijheid had verleend zal ook
na deze dag het te kwaad gehad hebben met de nachtrust.
De schouw was immers de glorie van haar huis geweest. Iedere Zaterdagmorgen was ze met spons en lap
op een stoel geklommen om elke smet af te nemen en vlijtig had zij de koperen boezemband glanzend
opgewreven. Vegen en strepen op gladwerk zijn haar volkomen vreemd. Zij is gehecht aan dit pronkstuk
met de simpele getuigenissen van het vroom gemoed onzer voorouders. Zij kent elk tegeltje en verstaat
ook de taal van het Bijbels beeld. Haar hoge leeftijd ten spijt verheugt zij zich echter in haar
aanstaande nieuwe woning en zij koestert het blijde vooruitzicht straks in het Zuiderzontje te zitten
met een bloem voor het raam en de poes op haar schoot.
Wij hopen, dat zij nog lang dit genoegen zal mogen smaken en verzekeren gaarne het afspraakje na te
komen met Graftdijker kermis even aan te wippen, want we stellen ons echt voor, dat het ook zonder de
betegelde haard gezellig bij haar zal zijn. Want de sfeer in een huis wordt tenslotte toch in wezen
bepaald door de huisvrouw in haar hoekje. Zij is immers de verpersoonlijking van de gulden
spreekwijs:
Eigen haard is goud waard!