» Diversen
» De Speelwagen
» 1953
» No. 10
» pagina 291-293
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
8e jaargang,
1953,
No. 10,
pagina 291-293.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
In het Gedenkboek van de Uitwaterende Sluizen door mr. J. Belonje staan de afbeeldingen van twee
prachtige bekers. De fraaiste is van verguld zilver en meesterlijk versierd met wapens en ornamenten.
Op het deksel prijkt een borstbeeldje van keizer Karel V, onder wiens bestuur in 1544 de maatregelen
werden getroffen om paal en perk te stellen aan de voortdurende afbrokkeling van deze lage landen.
Door een gecentraliseerd beheer van sluizen en boezemwateren kon de strijd aan het waterfront meer
doeltreffend worden gevoerd en zo werd de grondslag gelegd van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende
Sluizen in Kennemerland en West-Friesland.
Deze beker nu prijkt al vele eeuwen als tafelstuk in het Gemeenelandshuis van het Hoogheemraadschap
te Edam. Wanneer nieuwe leden in het college worden opgenomen dienen zij deze beker te ledigen. Liefst
in één dronk!
De zilveren beker is versierd met de keizerskroon en heeft een zeer bepaalde bestemming.
Met deze bestemming hebben we kennis gemaakt; luistert u maar.
We hadden gevraagd aan dijkgraaf Posch - dijkgraaf van de Schermer, maar ook van de Uitwaterende Sluizen
- of we de gouden Hensbeker eens mochten zien. Dat mocht natuurlijk.„Kom maar eens bij ons aanzitten
als we na de schouw dineren in Edam,” was zijn gastvrij bescheid.
Ergo stapten we met vergulde trots naar de Scheepmakersdijk, waar in het vroege avonduur van de Novemberdag
schemerlicht over het grachtje viel. Het etensuur had nog niet geslagen en door de spijlen van het
kloeke houten tuinhek zagen we helder licht stralen uit de vergaderzaal. De heren zaten na de schouw
nog in beraad om de tafel en als een jochie dat de belknop vreest, liepen we de dijk verder, stapten
over de Kwakelbrug naar de Speeltoren - liepen straatje in, straatje uit. Edam bij avond is nog ja zo
schoon als Edam bij dag. Tegen het uur van zessen, als alle lamplicht nog vrij naar buiten schijnt,
lijken oude huizen met kleine ruiten gezellige lantaarntjes - een lichtstoet op de plaats rust.
Het Herenpoortje
Toegang tot het Gemeenlandshuis van het Hoogheemraadschap
van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland te Edam
Toen we andermaal langs het Gemeenlandshuis liepen, waren de luiken gesloten en wij concludeerden
dat het nu onze tijd was.
We schelden aan en werden joviaal ontvangen in de ruime vestibule door de hoogste ambtsdrager, - dijkgraaf
Posch.
Reeds dadelijk bespeurt men dat in dit huis tradities worden hooggehouden. Geen rommelige verzameling
antiquiteiten, maar degelijke stukken. Een eiken kast en een met zwaar koperwerk beslagen kist, waarop
de jongste aanwinst: een geborduurd antiek kussen met het wapen van„De Uitwaterende Sluizen”
- ontdekt op een veiling.
De kleine vergaderzaal is onlangs gerestaureerd en heeft in hoge mate gewonnen aan verhoudingen en
cachet. Hier vergaderen regelmatig de Heren, die de verantwoordelijkheid dragen voor de waterstanden
in ons gewest. Verantwoordelijkheid dus voor onze gemoedsrust. Vaderlijke zorg, welke ons nauwelijks
bekend is. Paraat zijn door alle eeuwen, zou hier het devies kunnen luiden. Paraat echter ook voor
historische waarden en wij mogen het College van nu wel complimenteren met de uiterste zorg, waarmee
het uitgebreide archief wordt beheerd door mr. Belonje en ook mogen we met voldoening constateren, dat
zoveel kostbare stukken voor de ondergang zijn behoed. We denken slechts aan de herstelde gedenkstenen
in de sluis bij Schardam. We voelden ons hier in goed gezelschap en genoten van de conversatie betreffende
al wat met de strategie aan ons waterfront te maken heeft. Als tweede gast was ook gearriveerd de
directeur van het Zuiderzeemuseum, de heer Bouma, die hier wel zeer in het bijzonder de ogen de kost gaf.
In de Witte Zaal zagen Karel de Vijfde en Philips de Tweede ons aan tafel gaan. Hun historische gestalten
in terra cotta hebben hier een ereplaats naast de schouw. Voor de laatste hier wellicht de enige in
den lande.
Op de smaakvol gedekte tafel prijkten de beide bekers, naast ontkurkte flessen wijn. We zagen nog
geen verband!
Maar als na de heilwens op de gezondheid van de dijkgraaf door de secretaris ambtshalve - en zeker ook
van harte - uitgebracht, wij door de dijkgraaf als gasten worden toegesproken, dan wordt ons wel
duidelijk gemaakt waarom deze bekers bij de hand worden gehouden. Het is immers een eeuwenoude traditie,
dat elk nieuw lid van het College pas wordt beschouwd als volwaardig ambtsdrager als hij de Hensbeker
heeft geledigd. En met een ondeugend lachje in de ogen schonk de dijkgraaf ons ter ere de gouden beker
met rode wijn en bevorderde ons voor de duur van het maal tot hoogheemraad op voorwaarde een wederwoord
te spreken en de wijn te drinken. En daar stonden we wij die geen halve voet eigen grond boven water
hebben te houden met de vorstelijke bokaal geheven.
We zetten de sluizen der welsprekendheid open en besloten met de burgerlijke wens dat allen smakelijk
mochten eten. Proficiat.
Mis! De dijkgraaf moest ons attenderen op een ernstig verzuim. We hadden een heilwens moeten uitspreken
op het groeien en bloeien van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland. In stijl.
Zeer tot zijn leedwezen veroordeelde hij ons tot het ledigen van de strafbeker en tot het uitbrengen
van de voorgeschreven toast op het groeien en bloeien enzovoort. En met de zilveren bokaal hooggevuld
verwierven wij ons rechtsherstel. We smokkelden echter met de dronk, maar werden gelukkig niet gecontroleerd.
Misschien had Philips de Tweede het in de gaten, maar hij bleek solidair.
De heer Bouma stond nu stevig op de schaats en zijn zwierig woord kon geen hoogheemraad hem verbeteren.
Na dit ceremonieel kwamen onze namen in het boek der ingewijden.
Mocht u hier ooit een blik in worden vergund, zie dan met welk een vaste hand wij nog hebben kunnen
ondertekenen!