» Diversen
» De Speelwagen
» 1953
» No. 10
» pagina 301-302
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
8e jaargang,
1953,
No. 10,
pagina 301-302.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: Mr. J. Belonje.
Men beweert wel eens, dat de Kattenberg, het bekende heuveltje ten westen van de Rijksstraatweg
tussen Heiloo en Alkmaar gelegen ongeveer ter hoogte van de noordelijke oprijlaan, die naar de Nijenburg
leidt, zijn naam eerst in de negentiende eeuw verkregen zou hebben. Wellicht zou, aldus wordt verklaard,
die naamgeving te danken zijn aan de periode van de Romantiek, toen poëten als Van Lennep en Hofdijk
rijkelijk met verhalen aankwamen uit de tijden van Batavieren, Kaninefaten en van de Catti of
Katten!
Gelet op het feit, dat een lindeboom van enige eeuwen oud de top van de Heiloose Kattenberg bekroont,
kan dat heuveltje bezwaarlijk al van jonge datum zijn. Natuurlijk is het mogelijk, dat toen de Van
Egmond van de Nijenburgs in de zeventiende eeuw hun buitengoed de Nijenburg aangelegd hebben, met de
daarom gelegen plantsoenen, zij ook dit heuveltje hebben doen opwerpen, maar zekerheid daarover bestaat
niet. Wèl staat het vast, dat deze Heiloose heuvel reeds bestond onder zijn tegenwoordige naam
in 1789, aangezien in het op 9 Februari van dat jaar voor de Alkmaarse notaris mr. Pieter Panneboeter
gepasseerde testament van vrouwe Maria Wilhelmina Stoezak, weduwe van mr. Dirk van Foreest, heer van
Schoorl en Camp, te Alkmaar (Inventaris Gemeente-Archief Alkmaar, Notar. Archief dl. 807, acte no 538)
een legaat gemaakt werd ten behoeve van haar oudste zoon mr. Cornelis van Foreest om o.a. tot zich te
nemen: „... de plaats Nijenburg... de landerijen in de Egmonder of Zuidermeer, die bij
de plaats agter den Kattenberg werden gebruikt... ".
Intussen is het merkwaardig, dat deze naam Kattenberg in Kennemerland niet alleen staat.
Onder Wimmenum moeten vanouds Kattenbergen bestaan hebben. Over hun voorkomen aldaar raadpleegt
men de oudere en nieuwere kaarten helaas tevergeefs. Zij moeten intussen gelegen hebben in de onmiddellijke
nabijheid van een bos van enige omvang, dat in de beginjaren der negentiende eeuw toebehoorde aan Maria
van der Stam, weduwe van Wouter de Wit te Enkhuizen. Helaas wijzen noch de kaart van het Hoogheemraadschap
van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland noch die van Bergen van de hand van de
bekende Rijnlandse landmeter Joannes Dou, onder Wimmenum enig bos aan, waardoor het moeilijk wordt de
plek, waar deze Kattenbergen gelegen hebben (en waarschijnlijk nog liggen), te identificeren. Misschien
weet een van onze lezers echter raad. Ik geef, ter nadere verduidelijking daarom nog even de aanhef
weer van de acte, waarin ik de vermelding van de Wimmenumse Kattenbergen gevonden heb. Zij luidt aldus:
„In den jare Achttienhonderd vijf en dertig den dertigsten January des voormiddags te tien ure ten verzoeke van Cornelis Wittebrood landman wonende te Wimmenum als mondeling lasthebber van mejuffrouw Maria van der Stam weduwe der Heer Wouter de Wit, zonder beroep te Enkhuizen, heb ik, Samuel Antony de Moraaz... mij vervoegd te Wimmenum in het Bosch nabij de Kattenbergen teneinde aldaar verkooping te houden van zestig à zeventig parken hakhout alles in gemelde bosch gewassen ...” (volgt de opsomming van de verkoop in 67 kavels; ontleend aan de acte no. 25, inventaris Notar. archief gemeente Alkmaar dl. 1246. In hetzelfde protocol komt nogmaals zo'n acte voor d.d. 5 Februari 1836, acte 37, 1248, met 64 kavels).