» Diversen » Westflinge » 7 maart 2007
Westflinge
De rubriek Westflinge richt de schijnwerper op het verleden van West-Friesland met een actuele aanleiding.
Vandaag aandacht voor hyacintenclub De Zevenster te Andijk.
(Eerder verschenen in het Noordhollands Dagblad, woensdag 7 maart 2007.)
Door Ed Dekker
ANDIJK – Ze waren met z'n zevenen en noemden zich ‘De Zevenster’. Zeven tuinders uit Andijk.
Het zevental was verenigd in een hyacintenclub. De club vond zijn oorsprong in het café, in Het
Rode Hert te Bovenkarspel. Daar hoefden de bouwers niet lang na te denken over een naam.
De Zevenster was in 1951 het resultaat van vooruitstrevende bouwers in Andijk met de drang om iets
nieuws te ondernemen. Voor hen had de Tweede Wereldoorlog lang genoeg remmend gewerkt. De teelt van
hyacinten was een halve eeuw geleden nieuw voor West-Friesland. Waarom zou ons dat niet lukken, vonden
de zeven Andijkers.
De hyacintenclub was geen lang leven beschoren, ondanks het enthousiasme van de initiatiefnemers.
Opkomst, bloei en ondergang volgden elkaar in rap tempo op. Het bestaan van De Zevenster bleef beperkt
tot welgeteld zeven jaar.
Hoe toepasselijk ook om na zeven jaar een club met de naam De Zevenster op te heffen, het groepje
tuinders had het zich anders voorgesteld. De Andijkers stonden echter – hoe ondernemend ook
– machteloos tegen krachtige ontwikkelingen van buitenaf.
Het initiatief van de zeven tuinders wordt beschreven in het jaarboekje 2007 van de Vereniging Vrienden
van Oud-Andijk. Het pas verschenen jaarboekje – de 31e jaargang – telt 36 pagina's en is
gewijd aan diverse facetten van de Andijker historie.
Het artikel over De Zevenster is geschreven door Jaap Meyles. Zijn schoonvader, Jan Gorter Czn., was
een van de zeven bouwers. Na de dood van Jan Gorter kwam het notulenboek van de club boven water. Jaap
Meyles heeft zijn artikel gebaseerd op dit notulenboek.
De zeven tuinders die op 13 maart 1951 in Het Rode Hert een gedurfd besluit namen, waren Cor Gorter
Cnz., Klaas Mantel Dzn., Klaas Bakker Czn., Jan Gorter Czn., Arie Kooiman Jzn., Cor Burger Kzn. en
Jaap Bakker Czn. Zij en andere bouwers waren aangesloten bij de afdeling Andijk van de KAVB, de nog
steeds bestaande vereniging voor Bloembollencultuur.
Onder de vlag van deze belangenorganisatie werden na de Tweede Wereldoorlog studiebijeenkomsten en
cursussen georganiseerd over het telen van andere dan de traditionele gewassen. In Bovenkarspel was
een cursus om de hyacintenteelt onder de knie te krijgen. Dit gewas werd hoofdzakelijk geteeld op de
geestgronden achter de duinen. Hyacinten waren financieel aantrekkelijk, maar de teelt werd duur
genoemd.
De mannen waren er snel uit, die 13e maart in Het Rode Hert. De welbespraakte Arie Kooiman werd
voorzitter. Met Jan Gorter als secretaris en Klaas Bakker als penningmeester. De naam De Zevenster
was een suggestie van mevrouw D. Kooiman. Zo werden de leden verheven tot sterren.
Klaas Mantel stelde een deel van zijn schuur beschikbaar als bewaarkamer voor de gesneden hyacinten,
met de juiste temperatuur en luchtvochtigheid. De aangekochte werkbollen werden direct na ontvangst
gesneden. Dat specialistische werkje gebeurde onder toezicht van P. Jonkheer, voorlichter voor de
hyacintenteelt.
De gesneden bollen werden, vervolgt Jaap Meyles zijn verhaal, daarna ingekuild. Na het vormen van
bolletjes ('broed') kregen ze een plek in de bewaarkamer van Klaas Mantel. De bollen werden de eerste
week van november geplant en bedekt met molm en stro. Het was ieder seizoen spannend wat er daarna
gebeurde.
De gezinnen van de tuinders werden nauw betrokken bij de onderneming. Zelfs is een keer in een vergadering
ter sprake gekomen om bij gezinsuitbreiding met de naam van het kind te verwijzen naar de activiteiten
van de hyacintenclub. De extra voornamen van Tiny Ostara Gorter (een dochter van Cor Gorter)
en Cornelis Volkert Myosotis Burger (zoon van Cor Burger) bleven echter suggesties.
De heren Koppes en Onderwater, de hyacintenexperts van de voorlichtingsdienst, gaven de leden van De
Zevenster waardevolle adviezen in het streven naar ontwikkeling en verfijning. De oogstresultaten
waren over het algemeen best. Een algemeen besluit van de hoofdafdeling van Bloembollencultuur te
Haarlem luidde een ingrijpende koerswijziging in. Alle leden legden zich beperkingen in de hyacintenteelt
op.
Het areaal in het werkgebied van Bloembollencultuur was te groot geworden. Alleen door inkrimping kon
de teelt lonend blijven. De leden van De Zevenster zagen volgens Jaap Meyles hun droom van grote
oppervlakten hyacinten in rook opgaan. De vereniging mocht niet meer dan 800 rijnlandse roeden (iets
meer dan een hectare) telen. Een levendige handel in teeltvergunningen was het resultaat. De vergunning
bracht goed geld op. In 1954 verkochten Cor Burger, Arie Kooiman en Cor Gorter hun aandeel.
Enkele jaren later volgden Jaap Bakker, Klaas Mantel en Jan Gorter. In 1957 was alleen Klaas Bakker
overgebleven, reden om de inventaris en werkbollenruimte te verkopen. De verkoop betekende het einde
van De Zevenster. Na ongeveer een jaar stopte ook Klaas Bakker met de hyacinten. Dat was het einde van
deze teelt in Andijk en omgeving. Tegenwoordig is de hyacintenteelt in Noord- en Zuid-Holland vrijwel
volledig geconcentreerd op de zandgronden in de duinstreek.
Het landelijke areaal blijft de laatste decennia stabiel met 1100 hectare.
Alle leden van De Zevenster zijn inmiddels overleden. De langstlevende was Klaas Bakker. Hij is twee
maanden geleden gestorven.