» Religie » 75 jaar "het Gele Kerkje" 1928-2003 » Pagina 13-14
Zolang Andijk nog geen eigen predikant heeft, worden de twee zondagse
erediensten zo veel mogelijk ingevuld door de consulent ds. Aalders en de
overige Amsterdamse predikanten; de jonge ds. J.J. Buskes en de oudere dr.
Geelkerken.
Zowel in de vergaderingen van de kerkenraad eind 1928 als tijdens de
rondvraag op 2 mei 1929 zegt Jan Schuurman veel te voelen voor een eigen
zielenherder. Ook de overige aanwezigen voelen daar ook veel voor en men
besluit in een speciale Gemeentevergadering dit voorstel aan de leden voor
te leggen. De uitkomst is positief, zodat voorzitter Willem Schuurman en
plaatsvervangend scriba Jac. Groen (Jan Timmerman is al een tijdje ziek) met
een aktetas vol overzichten naar Amsterdam afreizen om door te laten rekenen
of de Andijkse grote plannen financieel wel haalbaar zijn.
Het beroepen van een eigen predikant wordt toegestaan, daar men verwacht dat
de jaarlijkse wedde van f. 2.000,- door Andijk toch moet kunnen worden
opgebracht. Een voorwaarde is wel dat de toekomstige dominee eens per maand
een vrije zondag krijgt en de vergoeding van preekbeurt in andere gemeenten
als extra inkomsten zelf mag houden. Ook moeten ze zorgen voor een passende
behuizing.
"Er waren gedachten, dat dat niet zo'n bezwaar was, daar de voorzitter
wel over een aardig pastorietje beschikte." Dat in de woning aan de
oostzijde van het huis van de preases nu nog andere mensen woonden werd door
de kerkenraad niet als een groot bezwaar gezien, maar Willem Schuurman dacht
daar zelf toch anders over. Na veel wikken en wegen stemt hij uiteindelijk
toch toe en aan timmerman Scheer wordt opgedragen een nieuwe studeerkamer te
timmeren in de schuur achter de woning van de aanstaande dominee. Verder
wordt de hele zaak netjes behangen, geschilderd en gewit en het pastorietje
is klaar. Na maandenlang soebatten met Willem Schuurman bedragen de
verbouwingskosten voor rekening van de kerk uiteindelijk ƒ 425,-.
De kerkenraad heeft intussen, mede op advies van ds. Buskes, contact
opgenomen met de kandidaat Jacob Diepersloot uit Zaandam en Schuurman zal de
beroepingsbrief in gezelschap van de nieuwe scriba Joh. Dekker op 26 maart
1930 persoonlijk bij de kandidaat komen afgeven. Ze moeten naar een
Classisvergadering in Amsterdam en komen zodoende – bij wijze van spreken –
toch vlak bij Diepersloot's huis langs.
Het traktement van Diepersloot wordt uiteindelijk vastgesteld op ƒ 1.500,-
per jaar, maar ds. Buskes vindt dit toch wel wat aan de lage kant en stelt
de kerkenraad voor om de jaarwedde te verhogen met ƒ 125,-. Dit bedrag zal
Buskes uit eigen zak bijpassen. Andijk kan dit genereuze aanbod echter maar
moeilijk aanvaarden. Hieruit blijkt wel dat het financieel al wat minder
begint te gaan in het Grootslag.