» Religie
» 75 jaar "het Gele Kerkje" 1928-2003
» Pagina 26-28
Bij de rondvraag van de kerkenraadsvergadering op zondag 15 april 1945
komt de ongeregelde voorziening in het orgelpompen inderdaad ter sprake.
De kerkenraad belooft Faust dat er een poging tot oplossing hiervan zal worden gedaan.
Er zal een lijstje worden samengesteld van enige knapen die aangewezen
worden om bij maandelijkse toerbeurt lucht te pompen voor het orgel. Niks vrijwillig!
De problemen bij het ritmisch zingen van de psalmen in de eredienst worden
nog weer eens besproken tijdens de vergadering van 10 juni 1945, waarbij
door ds. Stockmann wordt opgemerkt "dat de moeilijkheden gedeeltelijk ontstaan door de ongeschooldheid
van het kerkvolk en verder door het kleine aantal aanwezigen en ook uit
het niet begrijpen van de opvatting van de organist."
Men zal daarom de koe bij de horens vatten en hier nog eens met de
organist P. Faust over gaan praten en hem voorstellen alsnog weer
zangoefeningen te beginnen met de gemeenteleden. ....
Maar aan het pompen kwam wel een einde toen het orgel van een elektrische
windcharter werd voorzien. Maar toen was het weer het monotone gebrom
ervan dat doorklonk bij de verzamelde gemeente beneden in de kerkzaal.
Pieter Faust overlijdt in oktober 1952. Hij is 75 jaar geworden.
Tijdens de maandelijkse kerkdiensten in de Kapel wordt het orgel nu
regelmatig bespeeld door Meindert Boogaard, een zoon van de bekende ds.
Boogaard, maar dan heeft het H.V. al lang opgehouden te bestaan.
Wanneer in 1961 het kerkgebouw wordt verkocht aan de gemeente Andijk om de
komende 18 jaar dienst te gaan doen als garage voor de brandspuit, wordt
het orgel na veel moeite op 30 oktober van dat jaar voor de prijs van
ƒ 750,- uiteindelijk verkocht aan de heer Droogers, van beroep
vertegen-woordiger en afkomstig uit het Zeeuwse Oud Vossemeer. Het in de
voor-gaande jaren aangeschafte windcharter hoort niet bij de koop, want
dat gaat naar het orgel in de Oosterkerk. De heer Droogers was organist
van de gereformeerde Kerk van Oud Vossemeer en handelde zelf ook een
beetje in orgels. Hij laat het orgel door de Fa. Stubbe in Rotterdam (of
Dordrecht) verbouwen naar een één-klaviers orgel. Het orgel doet
voortaan dienst als huisorgel. In 1970 of daaromtrent verkoopt hij het
orgel weer door aan het Rusthuis 'Bachtendieke' in Terneuzen – een goede
plek voor een bejaard orgel – en waarschijnlijk doet het daar 'zuchtend en
piepend' nog steeds dienst.
Deze informatie is afkomstig van een neef van de heer Droogers, met
dezelfde achternaam en die ook nog eens in de voetsporen van zijn oom is
getreden als organist in Oud Vossemeer.