» Genealogie » Het Westfriese Geslacht Kooiman » Pagina 8-9
Het kooikersbedrijf is al heel oud. De Egytenaren waren reeds
vogelvangers van professie! De Oostelijke trekroute voerde van Oost-Europa
naar het Nijldal, waar in de lotusvelden enorm veel vogels huisden. . . . . .
De Egyptenaren kenden geen perspectief, maar tekenden alles in het platte
vlak. De bedoeling is evenwel duidelijk: bovenaan de tekening trekken vier
mannen aan de lijn van een slagnet, terwijl een vijfde, die tussen de
lotussen verscholen zit, hen aanwijzigingen geeft. Onderaan de tekening
enkele vormen van vogelklemmen, een man probeert de vogels op te jagen.
De kooi te Andijk, naar welke onze familie genoemd is, is gesticht in
1670, dus kort na die op Zwaagdijk, zoals blijkt uit de volgende acte:
Protocol Mom, no. 427.
Den 7 Octob. 1673 compareerde voor mij Abel Mom openb. nots bij den Hove van Holland geadmitteert tot Bovencarspcl resideeren(de) ende de getuygen naer genoemt in Eygen Persoone de eerbaere Maynuw Jans out 61, Machtel Fredericx out 42 ende Reynu Sijmons out 41 jaer wonende tot Grootebr(oek) Rechtel(ijk) verdaacht sijnde om getuygenis der waerheyt te geven ter requisitie van Pieter Fredericksz wonen(de) mede aldaer, en hebben sij Deposanten eendrachtel(ijk) verclaert op haer eer en deucht wel te weten en waerachtich te sijn, dat de req(uirant) in desen neffens sijn huysgesin enyghen tijt voor alderheyligen des jaers 1671 heeft gewoont aen sijn nieuw gemaeckte Fogelkooy staende opt Cleyngouw inde Jurisdictie van Grootebr(oek), aldaer coejen heeft gehouden en geboert, mitsgaders dat hij req(uiran)t aen haer deposante Reynuw Sijmons en haer man Cornelis Fredericksz. heeft verhuert sijn huys en erff, staende en leggende tot Grootebr(oek) belent ten oosten Cornelis Pietersz. Schoenmaecker en Bewesten Frederick Pietersz. Schoenmaecer, gelijcke voorsz(eide) Cornelis Fredericksz. en sijn huysvrouw deposant in desen met haer huysgesinne In geseyde huys op maay van den voorsz(eide) Jare 1671 sijn comen wonen en noch tegenw(oordig) woonachtich sijn, gevende sij getuygen voor Reden van Wetenschap, specialijcken Meynuw Jans en Reynuw Sijmons, dat sij, als wanneer de Req(uirant) in desen, beneffens sijn kint en overleden huysvrouw Elysabet Remmets met haer huysraet en inboedel uyt desselfs haer huys vertrocken om haar aen de voorsz(eide) Fogelkooy metterwoon te Begeven, geluck op de Reys hebben gewonsen, Machtel Frederiks dat sij op meergemelte Fogelkooy verscheyden maden heeft versocht (bezocht) de Req(uiran)t in desen en sijn huysgesin, sluytende hiermede dus haer verclaringhe en sijn bereyt des noots alt gene voorschreven staet, naarder met ede solemneel te vernieuwen en te Becraftygen, alles oprecht, aldus gedaen tot Grootebroek voorschr(even) ten presente van Jan Rengers out schepen en Aren Hermsz. als getuygen van goeden gelove hiertoe versocht en gebeden.