▲

» Genealogie » Het Westfriese Geslacht Kooiman » Pagina 17-18 (II,2.)

II,2.

PIETER CLAASZ. COOYMAN, (zoon van 1). gedoopt Andijk 1.4.1676, begraven Andijk 2.4.1734 in no. 73, veehouder/kooiboer, trouwt Andijk 14.2.1700 (trouwregt 29.1.1700 3 gld.): MARIJ GERMENS' . . . . "jongedogter van Hoogkarspel", begraven en ouders onbekend. In de boeken van Hoogkarspel is Marij Germens' niet gevonden. Zij kan daar voor haar trouwen gediend hebben en zij kan een dochter geweest zijn van Gerbrant Pietersz. en Pietertje Reyers' . . . . die op 30 Okt. 1667 te Andijk een dochter Maartje lieten dopen. (Maartje, Marij(tje) en Marie komen afwisselend voor). Zij deden samen belijdenis te Andijk op 5.2.1702, wonende "voorbij de Boede", dwz. ten Oosten daarvan, want alles werd gerekend van Buurtje uit . . . .
Kinderen gedoopt te Andijk:
a. Anne, ged. 22.1.1702, begr. 20.6.1736, trouwt Andijk 11.2.1725 Gerritje Dirksz. Spijker Kooiboer.
b. Leentje, ged. 31.1.1706, begr. 22.5.d.a.v. (3 mnd.).
c. Leentje, ged. 27.11.1707, begr. 16.5.1780, tr. 16.1.1729 Jan Cornlisz. Bakker.
d. Claas, ged. 26.4.1711, begr. 11.6.d.a.v. (2 mnd.).
e. Grietje, ged. 4.12.1712, begr. 17.1.1713 (1 mnd.).

De beide Leentjes zijn vernoemd naar Pieters zuster, die kort daarvóór overleden was . . . . Van Pieter Cooyman is geen mannelijke nazaat overgebleven. Hij behoorde bij de Lantrijken van Bovenkarspel. In de lidmatenlijst van 1723 heet hij: "Kooy, Pieter". In 1729 was hij ouderling "op de wagt" en 17.2.1732 werd hij als ouderling gekozen, wonende "beooste Broekoort". Op 1.2.1735 deelden Gerrit Dirksz. Spijker en Jan Cornelisz. Bakker de erfenis voor notaris Pieter van der Deure te Grootebroek. Jan en Leentje woonden toen in Pieter Cooymans huis en boerden daar met 12 koeien en een hokkeling. Leentje hertrouwde later Klaas Klomp.

 

---