» Religie
» Album der Gereformeerde Kerk te Andijk
» Pagina 22-24
Is 't uitwendige van het gebouw gelijk een blijde zang, luid klinkend, binnen hoort ge zachte stemmen. Want hier geen kloof tusschen 't nuttige en 't schoone, 't practische en 't ideëele, Het grondplan van de kerk is een langwerpige twaalfhoek. Aan de lange achterzijde is het platform. De plaats vanwaar het Woord wordt bediend is 't centrum. Daaromheen groepeeren zich de zitplaatsen. Een rondloopende galerij maakt 't mogelijk, dat het grondvlak klein kan blijven en 't gebouw toch ruimte biedt voor meer dan 1100 plaatsen.
Het podium
Het podium, zeer sober gehouden, is waardig. De betimmering is van eiken triplex, donker gebeitst.
Boven het podium is het orgel geplaatst.
Het plafond vertoont sterk de stijgende lijn, De bogen verheffen zich tot een elliptisch en vorm. In
zachte kleuren is 't plafond beschilderd, beneden overgaande in blokwerk met diepere kleurenmengeling.
Door dat samengaan van kleuren vorm is bewerkt een pracht-geheel, dat ademt stemming van intimiteit.
De stemming wordt nog verhoogd door 't licht, dat in veelkleurige tinten valt door het prachtige glas
in lood, waardoor over 't waardige van de verheven vormen een speelsche glimlach glijdt. In het glas
in lood zijn verschillende voorstellingen aangebracht, niet alleen beelden uit gansch de schepping,
maar ook bijzonder uit het Andijker leven brengende.
Daaromheen groepeeren zich de zitplaatsen
Des avonds wordt de kerk verlicht door een oud-Hollandsche kroon, gewijzigd naar moderner vorm, terwijl
onder de galerijen lampen in kaarsvorm 't electrisch licht uitstralen.
En zoo is er rond en in dit zeer moderne bouwwerk toch een sfeer, een toon van lang voorbije eeuwen.
een oud-Hollandsche kroon ....
De voordeelen, die onze tijd biedt, zijn gaarne gebruikt. Zoo wordt des winters in 't geheele gebouwencomplex, kerk, localen, pastorie en kosterswoning de koude verdreven door centrale verwarming. De betimmeringen zijn alle zeer sober. De schoonheid is niet gezocht, en wordt niet bereikt door apart daartoe aangebrachte versieringen, doch schoonheid is er in de natuurlijke vormen. De architect is van de juiste gedachte uitgegaan, dat schoonheid er niet apart bij moet komen, maar dat de vormen zelf goed moeten zijn en dat de materialen, mits goed gebruikt, bekoorlijkheid verleenen. Vandaar, zoo in kerk als portalen, 't gewone ruwe metselwerk. Daarom ook de heel gewone, strakke betimmeringen. Bijzonder valt die der studeerkamer te noemen, terwijl ook salon en huiskamer toonen, dat 't strak moderne d' intimiteit niet wegneemt.