» Historie » Groei en Bloei van de geschiedenis van Andijk » Pagina 43-46
Zo werd hij genoemd, maar ‘dominee’ was hij niet. Hij was Masereeuwer en die
wilden juist van geen dominee weten. Geen kerk, geen doop, geen avondmaal, niets wat op
een kerk leek. Alleen ‘'t gezelskip’, een vereniging van ‘vrienden van de waarheid’. Dat
kwam zo:
Prins Willem V was in 1795, bij de komst van de Fransen, naar Enge land gevlucht. Daar was
zijn zoon Willem opgegroeid in de Anglicaanse Kerk. Die was ongeveer gelijk aan de Roomse,
alleen werd niet de Paus, maar de Koning als hoofd van de kerk erkend. Toen de jonge
Willem in Holland terugkeerde en in 1815 Koning Willem I werd, liet hij de toen nog
gereformeerde kerk veranderen in een Nederlandsch Hervormde Kerk. Een Staatskrerk met de
koning aan het hoofd. Maar daar waren de rechtzinnigen in de kerk absoluut tegen! Niet de
koning, maar Christus was het hoofd van de kerk! Het werd een woelige tijd: dwalende
schapen zonder herder... Velen zochten een andere weg, maar welke? Zo waren er op Andijk
drie groe pen, die het niet met de nieuwe ‘hervorming’ eens waren: een groep die later de
‘afgescheidenen’ zou heten, een groep ‘kooilui’ en een groep ‘Masereeuwers’, volgelingen
van Jan Masereeuw te Opperdoes.
Tot deze laatste groep voelde Pieter Vriend zich het meest aangetrokken.
Hij was op 28 September 1804 te Andijk geboren, als zoon van Jan Vriend en Trijntje Rol.
Hij was beter ontwikkeld dan de meeste van zijn dorpsgenoten, waarvan sommigen zelfs niet
eens hun n a a m onder hun trouwacte konden schrijven... Pieter Vriend kon lezen en
schrijven en hij bezat de gave van het woord. Daarom gaf hij als jongeman reeds
catechesatie aan andere ‘vrienden van de waarheid’, zoals de Masereeuwers zich graag
noemden. In zijn jeugd was de kerk nog gereformeerd maar na de ‘hervorming’ kwam in 1828
op Andijk een zeer vrijzinnige dominee, Theodorus van Spall. Met de prediking van deze
dominee was Pieter Vriend het lang niet eens en daarom was hij al eens onder de preek de
kerk uitgelopen, zeer tot ergernis van de overige gelovigen. Dominee van Spall en Pieter
Vriend woonden dicht bijelkaar, achter de Buurtjeskerk en ze voerden veel gesprekken met
elkaar, waarbij Pieter Vriend geen blad voor de mond nam. Zodoende kreeg hij Ds. van Spall
tegen zich. Het was bij de wet verboden om aan meer dan twintig personen
godsdienstonderwijs te geven en daar werd Pieter Vriend op betrapt. Die wet was er om
scheuring in de hervormde kerk tegen te gaan en overtreding werd streng gestraft. Pieter
Vriend moest voor de Classis in Hoorn verschijnen.
Daar zaten Ds. Jacques Dozy en Ds. O van Tricht en dat waren geen kleine jongens! Maar
Pieter Vriend verdedigde zichzelf met alle vrij moedigheid hem eigen. Hij kwam er af met
de toezegging dat hij nog een keer catechesatie mocht houden, maar dan nooit meer. Daar
hield hij zich dan ook aan, om erger te voorkomen, en wijdde zich toen aan schriftelijke
evangelisatie onder de schutters, die in Brabant lagen, waar zijn broer Klaas ook bij was.
Zo werd de leer van Jan Masereeuw bekend in het katholieke zuiden.
Op 5 Februari 1829 trouwde Pieter Vriend met Pietertje Groot, dochter uit een gezin van
achttien kinderen, dus wel wat drukte gewoon! Haar vader was de pionier van de
zaadhandel NANNE GROOT.
Pieter Vriend was tuinbouwer en hij zal wel veel fijne zaden voor zijn schoonvader geteeld
hebben. Nanne Groot bleef bij de hervormde kerk.
Hij was zaadhandelaar en moest iedereen te vriend houden. Bovendien was hij nuchter genoeg
om de vreemde fantasieen van Jan niet voetstoots over te nemen. Ook de zwagers van Pieter
Vriend waren niet allen van hetzelfde gevoelen. Jan Kalmijn, die hier als onderduiker uit
Zeeland gekomen was en hier ‘Piet Veen’ heette, was afwisselend bij de afgescheidenen en
bij de Masereeuwers. Simon Zwier, die 19 dagen in de hel van de citadel van Antwerpen
gezeten had en een soort protege van Jan Masereeuw was, werd volbloed Masereeuwer.
JAN MASEREEUW had, volgens eigen zeggen, in 1822 een visioen gehad: de hemel had zich
geopend en GOD zelf had hem geroepen... Hij tekende dan ook zijn geschriften met: ‘Jan
Masereeuw, geroepen dienaar’. Hij vond mensen die zijn verhaal geloofden en hoog tegen hem
opzagen. Jan had immers met God zelf gesproken. Eerst een kleine kring in Opperdoes en
daarna een veel grotere groep te Andijk. Dat was meest aan Pieter Vriend te danken, die
voorganger was van ‘'t gezelskip’. Het was een besloten kring van aanelkaar verwante
personen uit de families Groot, Sluys en Vriend. Vreemden werden pas na ernstig onderzoek
toegelaten...
Ze waren degelijk en enorm bijbelvast. Zij ‘oefenden’ elke Zondag bij een van de
‘vrienden’ aan huis, bij toerbeurt. Daar las Pieter Vriend de langdradige geschriften van
Jan Masereeuw voor, die dan onderling be sproken werden. Jan werd door hen zeer hoog
geacht en feitelijk had JAN tenslotte het laatste woord. In allerlei kwesties werd Jan om
zijn oordeel gevraagd. De groep te Andijk groeide langzamerhand tot 70 a 80 personen.
Op 15 Mei 1855 stierf Jan Masereeuw. Dat gaf wel even een schok, want sommigen hadden
gedacht dat Jan niet sterven zou... Hij was immers ‘de laatste getuige’... De groep bleef
bijelkaar, dank zij de leiding van Pieter Vriend. Slechts een enkele scheidde zich af,
maar waar dan heen? In geen geval naar de Hervormde Kerk, maar dan? Bij de afgescheidenen
was al niet veel beter... Ze waren en bleven Masereeuwers. Te Opperdoes was Pieter
Wijdenes nu leider en te Andijk Pieter Vriend.
Op 10 december 1865 stierf Pietertje Groot. Een droevig verlies voor Pieter Vriend. Zij
had hem acht kinderen geschonken, die allen vol wassen werden, zeldzaam in deze tijd. Zes
ervan waren reeds getrouwd, een dochter was overleden toen ze twintig jaar was. Alleen de
jongste dochter, Neeltje was nog thuis. Zij zal haar vader verzorgd hebben, tot ze in 1866
overleed. Enkele jaren later trouwde Pieter Vriend met Neeltje Sluys, ook uit de
Masereeuwer kring. Zij overleed in 1883.
Pieter Vriend werd oud. Hij was nu bijna tachtig jaar, de leeftijd der zeer sterken... Hij
was doof en gebruikte ‘middelen om zijn aardsche tabernakel te onderschragen’, een wat
wijdlopige omschrijving van een wandelstok...
In 1884 kwam er op Andijk een jonge gereformeerde dominee, Willem Bosch.
Hij was vol ijver om proselieten te maken en bezocht daarom ook de Masereeuwers
persoonlijk in hun huizen... en met succes! Niet direct, want het was voor de Masereeuwers
een moeilijke stap, uit het gezelschap te gaan en dan... naar een kerk. In geen geval naar
de Hervormde... maar naar de afgescheidenen? Die waren nooit zo verdraagzaam geweest! En
er waren ook familiebanden... Maar daar zat juist het gevaar! Door het steeds maar trouwen
in een kleine kring, was er gevaar van inteelt... Er waren reeds enkele krankzinnigen en
idioten in hun groep... Daarom lieten de meer ruim denkenden zich overhalen om
gereformeerd te worden.
En zo deden in December 1884, 21 volwassenen belijdenis in de gere formeerde kerk. Tien
ervan werden toen ook nog gedoopt, evenals een aantal kinderen. Ook kinderen van Pieter
Vriend waren naar de gereformeerde kerk overgegaan. Zelf bleef hij Masereeuwer, tot in de
dood! Dominee Bosch voerde lange gesprekken met de oude man, maar hij kon Pieter Vriend
niet van dwaling overtuigen...
Op 13 December 1888 overleed hij, 84 jaar oud. Ruim een halve eeuw was hij voorganger van
de Masereeuwers geweest!
Na zijn dood werd zijn kleinzoon, Abraham Vriend, leider van de nu zeer geslonken
Masereeuwer groep. Abraham was aardappelhandelaar en verhuisde om practische redenen naar
Grootebroek. Hij bleef echter leider van de Masereeuwers te Andijk. Aan hem is het te
danken dat de Masereeuwers in 1894 een eigen gebouwtje kregen. Een flinke prestatie voor
zo'n kleine groep! Al die jaren hadden ze hier en daar aan huis vergaderd. Nu hadden ze
een eigen gebouw in het midden van het dorp want Andijk breidde steeds meer naar het
Oosten uit. Abraham Vriend kwam dan Zondagsmorgens met zijn gezin
met de schuit naar
Andijk. Na de ‘oefening’ gebruikten zij dan hun middagmaal bij Abrahams zuster Elisabeth
(‘loip’), die kosteres van het gebouwtje was en er vlak bij woonde.
Ze was met Kees Trompetter getrouwd. Zondagsmiddags keerde het gezelschap dan weer naar
Grootebroek terug.
Omstreeks 1900 kwam de Masereeuwer groep in verval. Plm. 1910 waren er nog twee, vrouwen.
Pietertje Sluys en Aafje Groot, die Zondagsmorgens bijelkaar kwamen om te ‘oefenen’ dwz.
een gedeelte uit de Bijbel en uit een brief van Jan Masereeuw te lezen. De Masereeuwers
van Grootebroek en Enkhuizen hebben samen nog een gebouwtje gehad in het Westeinde van
Enkhuizen, maar dat is in 1942 verkocht en als timmerwerkplaats gebruikt. In Opperdoes was
het al eerder afgelopen.
De Masereeuwers zijn historie geworden...
Maar ‘Domenie Vriend’ spreekt nog nadat hij gestorven is. Zijn geloofs ijver is nog
duidelijk merkbaar in zijn nageslacht. Hoeveel ‘domenie Vriends’ zouden er wel zijn, ‘all
over the world’? ‘Gaat uit aan alle stranden, verbreidt van oord tot oord...’ gedachtig
aan de woorden van Paulus tot Timotheus:
‘Predik het woord, houdt aan tijdiglijk, ontijdiglijk, wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer...
wees wakker in alles, lijdt verdrukkingen, doe het werk van een Evangelist, maak dat men van uwen dienst ten volle verzekerd zij...