» Historisch overzicht van het bestuur van de gemeente Andijk
» 1919
7-03-1919
De burgemeester deelt mede m.i.v. 10-03 ontslag te hebben aangevraagd. 24 jaar burg.
4-04-1919
Besloten wordt het crisispersoneel (distributie) m.i.v. 1-08 te ontslaan.
24-04-1919
Burgemeester P. Groot geïnstalleerd. Geen raadslid. Oud-burg. blijft raadslid 8-8-1919.
25-04-1919
De raad spreekt zich in meerderheid uit het meest te voelen voor de
instelling van een ongewapende burgerwacht, zulks met het oog op
mogelijke ordeverstoringen van polderjongens maar het meest met het
oog op mogelijke gewelddadige omwenteling in politiek opzicht. De
instelling is een bevoegdheid van de burgemeester. Ultra links ziet hierin bevest. kap. maatschappij.
23-05-1919
De provincie komt niet erg royaal over de brug m.b.t. geld voor het
wegenplan, weshalve besloten wordt een deputatie naar G.S. te zenden.
De voorzitter deelt mee dat alhier ong. 65 woningen gesloopt worden,
die niet door de eigenaar worden herbouwd. Indien een begin wordt
gemaakt met het afbreken van de woningen moeten de nieuwe klaar zijn.
Hiermee wil niet gezegd worden dat de gemeente direct tot bouwen
overgaat, maar het wordt wenselijk geacht dat een bouwvereniging zich
met het bouwen gaat belasten. De taak wordt opgedragen aan de bouw- en wegencommissie.
6-06-1919
Electrificatie van de gemeente ie belangrijk te achten, terwijl
verwacht mag worden dat de aansluiting algemeen zal zijn. Besloten
wordt dat met de aanleg kan worden begonnen. Huisleidingaanleg door
gezamenlijke smeden zodat deze met electrificatie ervaring opdoen. Bij
de brandweer wordt besloten voor enkele personen onderscheidingstekenen in te voeren.
20-06-1919
De voorzitter opent de vergadering en merkt op, dat de raad voor het
neme van een besluit komt te staan, dat zo zwaar weegt als misschien
in Andijk nog nooit genomen is; immers het wegenplan komt aan de orde
en er zal eindelijk een beslissing moeten komen.
De voorzitter zegt dat hij steeds een groot voorstander is geweest van
het wegenplan. Toen de onteigening kwam, gingen er stemmen op dat de
gemeente zich ging belasten met de leiding van de herbouw. Ten gevolge
daarvan werd een commissie benoemd, die in het begin met het
tegenwoordige plan kwam. Tegen dit plan werd veel geageerd, waarom
met een ander werd gekomen. De kosten van dit laatste werden te hoog.
Daarom werd het eerste plan weer ter hand genomen. Men stond toen op
het standpunt dat rijk en provincie de kosten zullen dragen. De kosten
blijken nu wel hoog, doch deze kunnen verminderd worden met de prijs
van de grond, die na 75 jaar onbezwaard eigendom wordt. Indien er geen
leiding komt, wat krijgen wij dan? Een dorp dat ongelukkig gebouwd
wordt en hoge opdrijving van de prijzen van de bouwterreinen.
Tegenstanders zijn tot op heden zelfs niet met een ander plan gekomen.
Met één stem tegen wordt het grote wegenplan vastgesteld.
14-07-1919
Besloten wordt z.s.m. een nieuwe Westerschool te bouwen.
19-07-1919
Voor directe aansluiting op het electrisch net
wordt één gratis lichtpunt beschikbaar gesteld, terwijl degene die
na inwerkingtreding van het electriciteitsbedrijf een bestaand perceel
wenst aan te sluiten geen gratis lichtpunt zal krijgen. Dit gratis
lichtpunt wordt aangelegd in het vertrek dat in de winter als
woonkamer in gebruik is. Dit laatste is bepaald omdat het voorkwam dat
het eerste lichtpunt op de verst verwijderde plek werd verlangd
teneinde zo andere lichtpunten voordeliger te kunnen realiseren.
31-07-1919
B&W worden gemachtigd de gemeentegebouwen van electrisch licht
te voorzien, op te dragen aan vakmensen hier ter plaatse, met uitsluiting van de gezamenlijke smeden.