» Historisch overzicht van het bestuur van de gemeente Andijk » 1923 (2)
26-07-1923
Het komt B&W niet gewenst voor dat bij het proefles geven van
sollicitanten voor een betrekking van onderwijzer, voor het vervolg
de raadsleden -nu het getal op 11 wordt gebracht- tegenwoordig zijn,
aangezien de aanwezigheid van een dusdanig groot aantal personen op
de sollicitant zulk een invloed uitoefent dat de persoonsbeoordeling niet tot zijn recht komt.
De Andijker Woningbouwvereniging signaleert
huurachterstanden (ƒ 162,09) en vraagt gelden beschikbaar te stellen
voor het vervolgen van huurders van woningen die in gebreke blijven. Nadelig saldo gem. rek. 1922, ƒ 3065,40.
De voorzitter doet mededeling van het droogmalen van de put van Brouwer en bespreekt de
mogelijkheid van het droogmalen van beide putten.
16-08-1923
Besloten wordt de westelijke put van Brouwer droog
te maken en voor cultuur geschikt. De oostelijke put zal nog nader
worden onderzocht op geschiktheid. Als het onderzoek gunstig uitvalt
zal ook deze put droog worden gemaakt en voor cultuur geschikt, terwijl tevens de Kathoeksloot, voorzover deze belandend wordt door de
beide putten, wordt gebruikt. Aldus wordt een poldertje van ca. 6 ha verkregen. Kosten ong. ƒ 30.000,-.
In de afgelopen vier jaar heeft de raad 62 maal vergaderd, tegen B&W 103. De schuld der gemeente,
welke op 1-9-1919 ƒ 9500,- bedroeg steeg tot ƒ 1.055.900,-, waarvan
een groot bedrag Rijks- en provinciaal deel is. N.B. geleende gelden.
4-09-1923
De raad van elf. Ingaande 1-1-1924 geen lozing van privaatstoffen in de sloten meer. Dit maakt de
instelling van een gemeentelijke reinigingsdienst noodzakelijk, én de invoering van het
tonnenstelsel. De heer Prins merkt op dat voor 10-tal jaren terug veel meer gebruik van het slootwater
voor huishoudelijke doeleinden werd gemaakt dan thans, en gevoelt daarom meer voor uitstel.
De Kathoeksloot zal niet voor verkeer worden afgesloten in verband waarmee de oostelijke put zal
vervallen voor droogmaking.
4-10-1923
Het resultaat van de avondopenstelling van de secretarie is zeer teleurstellend ondanks twee advertenties.
Opheffing per 15-10.
Het blijkt moeilijk de westelijke put van Brouwer droog te houden. Getracht zal worden de bron van het
lek op te sporen. Er zal een afvoerslootje voor water worden gegraven.
24-10-1923
Bij de behandeling van de begroting voor 1924 wordt gesignaleerd dat alle
werkzaamheden van de banne ter secretarie geschieden. De voorzitter
geeft toe dat zulks juist is en indien de raad dit niet goed oordeelt, dan zal hij zulks verbieden moeten. Daarbij wordt een gedeelte van de
werkzaamheden door de banne betaald. Besloten wordt deze zaak nader
te beoordelen zodra een vacature ter secretarie is ontstaan.
Omdat het niet mogelijk blijkt de put van Brouwer zonder geregelde bediening van de electromotor droog
te houden, wordt besloten het watermalen stop te zetten.
14-11-1923
Aan de geitenfokvereniging wordt een
subsidie van ƒ 40,- verstrekt (gevraagd was ƒ 75,-) ter dekking van
de oprichtingskosten en als bewijs van sympathie voor het streven van
adressanten om te bevorderen dat de geitenmelkwinning op een beter
peil wordt gebracht. De geit voorziet in de melkbehoefte van een groot
aantal arbeiders en de vereniging wordt door mingegoeden opgericht, en
streeft naar een verbeterd ras melkgeit. Met 6 tegen vijf stemmen wordt het voorstel aangenomen.
Het beëindigen van de lozing der privaten wordt wegens de heersende malaise uitgesteld tot 1-1-1926.
Er vinden steeds meer verkopen van bouwterreinen plaats.
Het loon in de werkverschaffing wordt met vijf cent per uur verminderd i.v.m. de
hoogte van de bezoldiging in de landbouw. Het basisloon wordt ƒ 12,- bij een 48-urige werkweek. Het loon in het vrije bedrijf is nu gedaald
van ƒ 25,- naar ƒ 20,-. Het eerste bedrag representeert vorig jaar.