» Religie » Masereeuwers "Vrienden van de waarheid" » Pagina 14
Sijmen Swier was door de hel gegaan. De bravour, waarmee ze van huis
vertrokken waren, zal wel aardig bekoeld zijn, toen zij ingedeeld werden
bij de bezetting van de citadel bij Antwerpen. Die citadel was een sterke
vesting van plm. 500 M² oppervlakte, met op vijf hoeken bastions.
Eigenlijk een flink dorp op zichzelf, met een Sint-Jacobskerk, magazijnen,
winkels en hospitalen. De citadel was in 1568 door Alva op de westoever
van de Schelde tegenover Antwerpen gebouwd, om de scheepvaart op de
Schelde te beheersen. Nu., in 1832, telde de bezetting bijna 5000 man,
(terwijl er voor 3000 man plaats was), onder bevel van de 62-jarige baron
Chassé.
Op 15 November 1832 trokken 65000 Fransen België binnen, onder bevel van
generaal Gerard. De strijd was dus al bij voorbaat verloren: 5000 man,
opgesloten in een vesting, tegen 65000 man in het vrije veld. Maar dat
strookte niet met de "krijgsmanseer" van de oude vechtjas Chassé:
de citadel moest verdedigd worden!
In een dagorder van 17 December heet het: "het onwankelbaar
voornemen, om ons met mannenmoed tot het uiterste te
verdedigen". Welaan! Op 4 December begonnen de Fransen te vuren uit
84 kanonnen en dat bombardement hield aan, van dag tot dag...
Koning Leopold van België kwam uit Brussel over " om van het
schouwspel te genieten". (F. Ruysch). Wat voor de één een kwelling
is, is voor de ander een leuk spelletje!
Enkele kleine uitvallen van de Hollandse bezetting haalden niets uit, maar
dat hoorde nu eenmaal bij de komedie. Drie weken lang lag de citadel onder
hevig kanonvuur. Steeds meer gebouwen stortten in. Op 6 December werd het
levensmiddelenmagazijn in brand geschoten, bij een hevige wind... Weg alle
hammen, worsten en tabak, door vaderlandslievende burgers reeds, vóór
het beleg geschonken!
Ook het drinkwater werd schaars, omdat de meeste putten waren ingestort.
Daar zaten nu de dappere verdedigers in zg. "bomvrije" kelders.
Ze moesten staande proberen te slapen, omdat alles overvol was...
Op 20 December vuurden de Fransen nog uit een "monstermortier",
maar het haalde weinig meer uit er was niets meer te vernielen... Chassé
begon nu eindelijk te denken aan overgave... aan de
"krijgsmanseer" was nu wel voldaan.
Op 24 December werd de Hollandse driekleur neergehaald en de Franse vlag
gehesen. De soldaten moesten hun wapens inleveren, de officieren mochten
hun degens behouden... "Het garnizoen scheen zeer vermoeid",
schreef een Franse krant. Hoe is 't mogelijk... Op 27 December werden de
overlevenden als krijgsgevangenen naar Frankrijk gevoerd, naar Sint Omer,
Bethune en Herlin. 1400 doden bleven achter, de meesten onder het puin
bedolven. Voor de overigen wachtte een barre tocht: lopen naar Frankrijk
over een bevroren weg, want het was hartje winter!
Sijmen Swier schrijft zelf:
"Voorts ons acht dage marseeren heeft mij moijelijk gevallen, want als krijgsgevangen man is het na den lichame zeer moijelijk. Wij zijn Oost- en West Vlaanderen doorgegaan.Joost Bart is door een bom op het citadel getroffen en is overleden. Arien Leeuw van Twisk is zijn been afgeschoten, de anderen van Opperdoes die op het citadel waren sijn allen in gesonthyt tot mijne blijtschap. Mijne boekjes heb ik nog alle meegenomen. Verders van het lichamelijke daar sal ik maar van swijgen, mogt de heere mij ontfermen in dezen weg, ja dat hij mij tog mogte leren en lijden in deze mijne gevangenis. Ja hij de heere heeft mij tot hiertoe geholpen en in groote gevaren gesterkt... "