» Religie » Masereeuwers "Vrienden van de waarheid" » Pagina 27
Pieter Wijdenes zond een opwekking om in 't gezelschap te komen aan
allen die daarvoor in aanmerking kwamen, nl.: Jan Zwier, weduwe Cornelis
Baan, Klaas Zwier, weduwe Jacob de Jong, Daniel de Jong, Jacob Trompetter,
Trijntje Hindemeester, Klaas Wilms, Cornelis Blokker, Pieter Trompetter en
Joost Bart. Hij had niet bij ieder evenveel succes. Klaas Zwier wou de
brief niet eens lezen! Hij was ouderling geworden bij de gemeente onder 't
Kruis te Medemblik... Wat was de oorzaak van dit verval? Reeds vóór de
dood van Jan Masereeuw was het erg woelig op kerkelijk gebied. In 1846 was
Jan Tiesses Bijzitter van Haulerwijk
te Medemblik gekomen, waar ook veel Opperdoezers kerkten. Toen dominee
Bijzitter in 1848 naar Andijk vertrokken was, werd de kleine gemeente weer
opgeheven. Ze kerkten toen bij Klaas Vlam aan de
Noorderweg te Twisk. Kerkelijk behoorden ze bij Andijk. Drie kinderen van
Klaas Vlam zijn daar in het eerste houten kerkje gedoopt.
Er was nog een andere groep. Die vergaderde te Medemblik op de Nieuwstraat
bij Jan Brouwer. Op 6 Mei 1856 werd door Ds.
Juch de gemeente onder 't Kruis geinstitueerd. Verscheidene
Opperdoezers behoorden daarbij. Elke Zondagmorgen vertrok een kerkschuit
van de Stiersteeg te Opperdoes naar Medemblik. De vaartijd werd bekort door psalmenzingen...
Er was veel getwist en veel ruzie onder de verschillende groepen. Het
ideaal "één Herder, één kudde" was nog heel ver weg...
De splijtzwam werkte nog steeds verder door... Er bleven maar weinig
Masereeuwers over. Een van de laatsten was Trijntje
Sluys. Zij was tenslotte naar de Christelijk Gereformeerde Kerk
overgaan, waar Ds. Jansen voorganger was. Van
haar wordt de volgend anecdote verteld: In de gezelschappen van de
Masereeuwers werd niet gecollecteerd. Het was voor Trijntje Sluys dan ook
een schrik, toe ze "het zakje" zag aankomen. Ze stortte haar
knip leeg in haar schoot en gooide de ganse inhoud in één keer in de klinkbuul...
In Opperdoes zijn nu geen Masereeuwers meer, alleen zij die de familienaam dragen.