» Jaarboeken "Oud Andijk" » 1980 » pagina 5-6
Trijntje Groot, geboren 4 december 1798, jongste dochter van Jan
Willemszoon Groot en Geertje Jacobs Rolle.
Haar vader was een vooraanstaand burger in de dorpsgemeenschap van Andijk,
dat overigens toen nog niet officieel bestond, maar deel uitmaakte van
Grootebroek. Hij was assessor, wethouder zouden we nu zeggen, en in veel
akten komt zijn naam voor. Zijn grootvader was bekend als Groote Sijmen,
wat wel duidde op iemand die er boven uit stak.
Jan Willemsz Groot woonde op de plaats waar nu de witte boerderij staat.
(Roorda) De tegenwoordige boerderij dateert uit ± 1870 en is opgebouwd
van stenen afkomstig van de sloop van pakhuizen der Oostindische Compagnie
uit Enkhuizen.
Het wit maken van de muren was nodig om de reeds 1 x gebruikte stenen te
bedekken. Voordien zal de boerderij wel van hout geweest zijn.
Over de jeugd van Peet Trijn weten we niets. Ze was flink van postuur en
vermoedelijk eigengereid in haar optreden.
Haar vader kocht in 1806 de boerderij ten oosten van zijn eigen bedrijf,
dat was een boerderij met erf groot 100 roe en twee percelen land, samen
1500 roe, voor f. 5.000,--.
De koopacte is er nog. Het huis staat er nog en wordt nu nog bewoond door
P. Manshanden die het heeft verbouwd. Maar het is aan Ab Burger te
danken dat het behouden is gebleven.
Peet Trijn is op dit bedrijf gaan boeren, zoals dat heet. Ze is ongehuwd
gebleven. Waarom? Wie zal het zeggen.
Ze was een dominerende figuur in de gemeenschap, dat blijkt uit de vele
verhalen die over haar bekend zijn.
Jacob Groot, de oudste zoon van haar broer Willem, werkte bij haar. Deze
zal ook wel in de boerderij gewoond hebben en geslapen hebben in een
bedstee op de koegang, warm in de winter en dicht bij het vee. Het derde
gezinslid was Pieter Groot, geboren in 1820, de enige zoon van haar broer
Jacob, wiens vrouw in 1822 overleden is.
Pieter Groot was een "thuishaalder" zoals men dat noemde. Een
"thuishaalder" werd in het gezin opgenomen en dat was dat.
Pieter was de grootvader van C. Groot Jbz. (94 jaar oud), die in
Sorghvliet woont en de grootvader van P. Groot Jnz., burgemeester van
Andijk van 1919 - 1945.
Een broer van Peet Trijn, Dirk Groot, was hier burgemeester van 1845 - 1859.
We zijn weer terug bij Peet Trijn. Haar boerderij was geheel van hout, ze
woonde aan de westkant (meer zon). Ze had niet zoveel vee, 4 à 5 koeien,
het boeren was voor haar vermoedelijk meer bezigheid dan noodzaak, want
Peet Trijn was rijk, dat was algemeen bekend.
Ze kon vrijgevig zijn, maar soms ook zuinig.
Toen haar knecht en neef Jacob (ze noemde hem Joawik) eens voor zaken op
reis moest en haar zijn kapotte pet liet zien, repareerde zij die met een
lap van een rode zakdoek en Jacob kon gaan en ging.
Er zijn vele verhalen van haar bekend in de familiekring.
Als Peet Trijn eens een dag te gast was bij iemand die het niet zo breed
had schoof ze stilletjes een rijksdaalder onder haar bord als dank voor
het gebodene.
Over haar ongetrouwd zijn zei ze zelf het volgende:
Op elke pot past een deksel, maar ik ben een komfoor.
Overduidelijk, een komfoor heeft geen deksel.
Toen een van haar katten doodging heeft ze met behulp van de schooljeugd
een begrafenisstoet samengesteld. Een der kinderen imiteerde met
pannendeksels klokgelui en zo werd op de Hiemert de kat begraven.
Een kraambezoek bij een kennis of familielid voerde haar via de ladder
naar de zolder. Dat was kennelijk een ongewone plaats voor de kraamvrouw.
Commentaar van Peet Trijn: "Je benne bij de katte af, je jonge op
zolder"
Haar laatste levensjaren heeft ze doorgebracht bij de fam. Klopper in
Bovenkarspel.
Haar zuster Aaltje was getrouwd met Simon Klopper.
Men zegt dat ze tijdens haar leven al heel wat geld verdeeld heeft onder
de neven en nichten. Zelf zei ze hierover: "Ik hou nog een
domineestraktement over." Het zal wel niet veel geweest zijn, maar
voldoende voor haar.
Het was toen ongebruikelijk om een doodshemd in de kast te hebben. Peet
Trijn heeft meerdere malen haar doodshemd ter beschikking gesteld van
minder bedeelden. Ze maakte wel weer een aar.
Peet Trijn wilde in Andijk begraven worden, maar ze wilde niet dat bij
gladde wegen een paard voor haar op scherp gezet moest worden.
Ze is per schuit van Bovenkarspel naar Andijk gebracht door C. Mantel en
P. Zwuup, die bij Jn. Groot Pz. op de boerderij werkzaam waren.
Ze is opgebaard in de witte boerderij, haar geboortehuis.
En C. Groot en D. Groot, beiden nu 94 jaar oud, vertelden dat ze een
lucifersdoosje onder haar kin had.
Haar graf is te vinden op Buurtjesbegraafplaats, want ook Jn. Groot Pz. en
Marijtje Tensen zijn in haar graf begraven.
Haar huis leeft bij de ouderen voort als Peet Trijn, als herinnering aan
een zeer bijzondere vrouw.
C. Visser