» Jaarboeken "Oud Andijk"
» 1981
» pagina 20
"In de ban van de dijk" van J.J. Schilstra vermeldt over de
Westfriese Omringdijk: "De Klap van 1916". De auteur schrijft
daarin dat op 13 Januari 1916 de Waterlandsedijk het bij een vliegende
storm begaf, waarna Waterland onder liep. Ook de zeedijk van de Anna
Paulownapolder bezweek, waarna inundatie van die polder plaats vond. Maar
de Noorderdijk bij Andijk bleef op het nippertje behouden. Dat was zeker
niet in het minst dankzij het feit dat elders doorbraken een feit waren,
waarna hier en daar water over gebied kon stromen en elders de druk iets
kon verminderen. En dan schrijft Schilstra: "In de buitenglooïng
zijn grote gaten geslagen. Erger nog, de binnenglooïng bezwijkt over
honderden meters, raakt los, schuift af en vernielt vele huizen. De dikke
puinlaag van de weg is hét zwakke punt, het is poreus, raakt doornat en
veroorzaakt de scheuring".
En dan vervolgt hij: "Dankzij de heemraden Prins, Laan en Groot en
gesteund door de Andijker bevolking, aangevuld met streekbewoners en
soldaten uit Den Helder en met behulp van zeilen, stro en gewichten,
blijft West-Friesland gespaard voor het lot van 1675: een vrijwel algehele
overstroming. De reparatiekosten worden voorlopig geschat op ƒ 200.000,-.
Het bestuur wekt boeren, buren en kennissen op met paarden en wagens de
nodige steun te komen verlenen. Zo lijkt de aanpak die te zijn van
honderden jaren ervaring en traditie: met man en macht en paard te hulp te
komen - repareren - betalen en geleidelijk aan weer leven en werken met
een vals gevoel van veiligheid.
Het herstel is voor het moment voldoende, luidt het rapport van Provinciale Waterstaat, maar niet voor
de toekomst. Het puin uit de dijk moet weg, de dijk moet hoger en breder. Enfin, een
commissie van Rijkswaterstaat zou het wel vertellen. En daarmee kwam
"Drechterland" in een wereld van schaalvergroting terecht voor
wat de kosten betreft, de kennis van moderne waterbouwkunde, de technische
apparatuur en de organisatie. Het bestuur heeft niet de tijd gehad zich
aan te passen. In de Tweede Kamer eist men, net als later in 1953, een
definitieve centrale aanpak. Dit nooit weer!
Is door deze ramp, het proces van groei naar grotere onderhouds- en
beheerseenheden alleen bespoedigd? Stellig! In 1810 en 1864 waren de
eerste stappen al gezet en met de oprichting van het Hoogheemraadschap
"Noordhollands Noorderkwartier", dat toen Noordholland boven het
IJ zou gaan beschermen (1921) werd de lijn doorgetrokken. Er kwamen
speciale voorschriften. Er kwamen plannen, bestekken, begroting en
toezicht. Het initiatief geraakte uit handen van de ambachten.