» Jaarboeken "Oud Andijk" » 1986 » pagina 15-17
Museale expositie van het tuinzaadvak.
Het idee:
Op 19 maart 1979 vergaderde in NTZ-verband voor het eerst een
commissie die werd aangeduid als "Commissie Tuinzaadmuseum".
Deze stelde zich tot doel de geschiedenis van het zaadvak en met name die
van het bedrijfsleven op het gebied van de groente- en bloemzaden op een
of andere wijze te conserveren teneinde te voorkomen dat de snelle
ontwikkelingen in de tegenwoordige tijd veel van de historie verloren zou
gaan. Geleidelijk aan zijn toen ideeën en plannen gegroeid hoe een en
ander het beste zou kunnen worden gerealiseerd. Voorop gesteld werd dat
niet zou worden gestreefd naar de opzet van een "museum" in de
vorm van uitsluitend een verzameling van allerlei zaken uit het verleden.
Dit zou misschien voor de insider wel interessant kunnen zijn, maar zou
toch de gemiddelde bezoeker niet (blijven) boeien.
Men stelde zich namelijk ten doel dat de expositie de aandacht zou moeten
trekken van een zo groot mogelijk publiek. Dat zou het beste te realiseren
zijn door te werken volgens een thema "van toen tot nu", waarbij
het beeld diende te worden gegeven van de wegen waarlangs verschillende
facetten van het Zaadvak zich in de loop van de jaren hebben ontwikkeld.
Voor deze doelstelling zou de naam "Zaadmuseum" niet pasesend
zijn. Immers de tentoonstelling zou zich niet dienen te beperken tot
strikt het zaad alleen. Ook zou aandacht geschonken moeten worden aan
allerlei ontwikkelingen rondom het zaad en daarbij ook aan de uit het zaad
voortkomende planten en de voortuitgang dienaangaande. Met het oog hierop
werd de naam "Saet & Cruyt" geacht meer te beantwoorden aan
de doelstelling van de expositie. Een naam die door zijn schrijfwijze
tevens een verwijzing naar het verleden aangeeft.
Waar?
Wat betreft de plaats van vestiging zijn verschillende mogelijkheden
onder ogen gezien. Tenslotte werd de voorkeur gegeven aan een locatie in
West-Friesland, een gebied dat beschouwd kan worden als de
"Bakermat" van de groente- en bloemzaadteelt in ons land en waar
heden ter dage nog een belangrijk deel van het tuinzaadvak is gevestigd.
Om enkele redenen werd daarbij vooral aandacht gericht op Andijk. Niet
alleen om dat daar de wortels lagen van een aantal thans bekende
tuinzaadbedrijven, maar ook omdat in Andijk een geschikte locatie zou
kunnen worden gerealiseerd in het aldaar sinds 1979 gevestigde
poldermuseum "Het Grootslag", Het bestuur van dit museum
koesterde reeds enige tijd plannen om bij de uitbeelding van de historie
van de polder "Het Grootslag" ook aan de geschiedenis van de
zaadteelt ter plaatse meer aandacht te besteden.
Waar West-Friesland bovendien al sterk toeristische trekpleisters heeft,
is na overleg met het bestuur van genoemd museum en het gemeentebestuur
van Andijk door het bestuur van de NTZ besloten "Saet &
Cruyt" in Andijk te vestigen. Voor de nodige voorzieningen om de
zolderruimte van het poldergemaal geschikt te maken als expositieruimte
werden door het Bedrijfschap voor Tuinbouwzaden de benodigde fondsen
beschikbaar gesteld.
Het scenario
Toen de beschikbare accomodatie bekend was kon meer gericht te werk worden
gegaan om de beoogde opzet van de expositie te realiseren.
De daartoe ingestelde "Commissie Collectie en Expositie" volgde
hierbij een gedetailleerd scenario. In dit verband dient in het byzonder
melding te worden gemaakt van de heer G.D. van der Heide, een bekend
deskundige op het gebied van museale aangelegenheden en eertijds als
adjunct-directeur verbonden aan het Rijksmuseum Zuiderzeemuseum te
Enkhuizen. Als lid van de bovengenoemde werk-commissie van "Saet
& Cruyt" stelde hij een scenario samen en kon overigens ook veel
profijt worden getrokken van zijn ervaring en deskundigheid op museaal gebied.
Voor het realiseren van allerlei ideeën en plannen en het verzamelen van
geschikt materiaal bleek meer tijd nodig te zijn dan aanvankelijk was
voorzien. Bovendien moest dit werk door een aantal commissie-leden in hoofdzaak
worden verricht naast hun dagelijkse werk. Evenwel zijn, mede dankzij de
medewerking van verschillende zaadbedrijven, instituten, musea, enz. de
voorbereidingen zodanig gevorderd dat het verantwoord werd geacht de
expositie begin mei voor het publiek open te stellen.
Van verleden naar heden
Zoals reeds werd vermeld zal de aard van de expositie niet uitsluitend gericht
zijn op het verleden. Met nadruk zal ook gedemonstreerd worde hoe de
ontwikkelingen zich hebben voltrokken van het verleden naar het heden. De
veranderingen van verschillende aspecten van het zaadvak zijn veelal
byzonder spectaculair: bijvoorbeeld ten aanzien van:
Al met al dus interessante aspecten die passen in het thema "Van
toen tot nu".
Uit een en ander zal blijken dat er naar gestreefd wordt door middel van
de expositie permanent op een illustratieve en vooral ook educatieve wijze
een beeld te geven van de historie van het tuinzaadvak in Nederland. De
bedoeling zit daarbij tevens voor om vooral ook de jeugd te interesseren
voor een bedrijfstak die zowel in ons land als in vele andere landen een
toonaangevende plaats inneemt voor de toelevering van het
uitgangsmateriaal voor de productie van groenten en bloemen.
Om dit alles te exposeren is een ruimte van circa 250 m² beschikbaar.
Periodiek zal aan bepaalde onderwerpen uitvoeriger aandacht worden
geschonken door het inrichten van een meer uitgebreide expositie
(wisselende "deeltentoonstellingen"). Voorts zal door middel van
moderne apparatuur een interessant klankbeeld van het zaadbedrijf worden
getoond.
Opening
Iets wat bedoeld wordt als doorlopend in ontwikkeling te zijn, bereikt
uiteraard nooit een duidelijk punt dat alles "af" is en men de
zaak als zodanig aan het publiek kan presenteren.
Vandaar dat het bestuur van "Saet & Cruyt" koos voor een
inoficiële opening als mogelijkheid tot voorbezichtiging op 2 mei, waarna
vanaf 3 mei "Saet & Cruyt" voor het publiek was geopend.
Daarna vond nog een meer officiële opening plaats einde juni, waartoe de
Oud-Directeur van Akkerbouw en Tuinbouw van het Ministerie van Landbouw en
Visserij, de heer Ir. W. van Soest, zijn medewerking heeft verleend.
Ir. G.T. Grooters.