» Jaarboeken "Oud Andijk"
» 1990
» pagina 36
Daarbij legden deze zich echter niet zonder meer neer. Een commissie
van onderzoek, bestaande uit twee raadsleden en twee leden van het oude
polderbestuur, moest een oplossing voor het geschil zoeken maar kon niet
anders adviseren dan de nieuwe situatie te accepteren. Toch bleven er twee
besturen naast elkaar bestaan die uit dezelfde personen bestonden.
Besluiten van het polderbestuur vindt men dan ook als zodanig in het notulenboek van de gemeenteraad geregistreerd. Kopieën van de uitgaande
brieven van de polder zijn in de brievenboeken van de gemeente
ingeschreven, maar wel ondertekend door de burgemeester als voorzitter van het polderbestuur.
Bij de invoering van het nieuwe Reglement op het bestuur ten Plattelande
van 23 juli 1825 is de benaming schout veranderd in burgemeester. De raad,
waarvan opnieuw de burgemeester deel uitmaakt, bestaat in gemeenten met
minder dan 2000 inwoners uit 7 leden. (Andijk telde op 1 januari 1825 1327
zielen). Zij worden voor 6 jaar door Gedeputeerde Staten benoemd. Elk jaar
op twee januari treedt 1/3 deel af. Voor de vervulling van een vakature
doet de raad een voordracht van twee personen aan Gedeputeerde Staten,
waarbij het gebruikelijk is dat zij de eerstgeplaatste benoemen. Ook de
burgemeester wordt door de raad voorgedragen; zijn benoeming vindt plaats door de Koning.
Maarten van der Meer was bij zijn benoeming tot schout in 1817 41 jaar.
Hij is geboren in Grootebroek en na zijn huwelijk met IJtje Mantel in Andijk gaan wonen. Het huwelijk is kinderloos gebleven. Naast zijn
werkzaamheden voor de gemeente drijft hij een boerderij, daarin bijgestaan
door een knecht en enkele dienstmeiden. Volgens een opgave bezat hij in
1826 1 paard, 29 koeien en 16 schapen. Net als zijn voorganger Veer is hij
een gemoedelijke man, wiens hart in de eerste plaats bij zijn bedrijf ligt.
Ik trof in de kopieboeken verschillende brieven aan waarin hij zijn
kollega's in naburige gemeenten liet weten verhinderd te zijn om een
vergadering bij te wonen omdat bijvoorbeeld naar de Hoornse kaasmarkt dan
wel naar de Beemster markt moest. Toch oefent hij zijn gemeentelijke
funkties met veel plichtsbesef uit en is hij administratief zeer
nauwgezet. De keren dat ik in het archief bepaalde stukken niet op hun
plaats vond had hij daar een briefje gelegd met een verwijzing naar de
bergplaats. Vanwege hun vorm of omvang had hij ze dan bijvoorbeeld "op het bordje boven de mulder' (deur) gelegd.
De inwoners van de gemeente respekteren over het algemeen zowel de
burgemeester als de assessoren maar hun funktie schept in het geheel geen
afstand tussen hen. Men beschouwt de bestuurders in de eerste plaats als
medeburgers. Dat zal ongetwijfeld een gevolg zijn van het feit dat zij in
dezelfde beroepstak werkzaam zijn als het overgrote deel van de burgerij.
Wanneer de burgemeester en de beide assessoren dan ook in het voor- en najaar persoonlijk de schouw verrichten, lopend van het oosteinde tot het
westeinde van de gemeente, maken velen van de gelegenheid gebruik hen even
aan te spreken. Soms lichten zij daarbij een ingediend verzoek persoonlijk
toe, het liefst bij een kopje koffie, waarvoor zij hen uitnodigen even binnen te komen.