» Jaarboeken "Oud Andijk"
» 1990
» pagina 43
De gemeente stond zijn vestiging evenwel toe omdat zij het inwoneraantal groot genoeg achtte voor
drie bakkers, meer concurrentie toejuichte, en het oktrooi van 1771 in strijd achtte met de wet op het
patent.
Het lijkt mij zinvol om, hier aan de hand van het kohier van de personele omslag een indruk te geven
van de materiële welstand van de bevolking in 1840.
Andijk telde op 1 januari 1840 1456 inwoners, namelijk 741 mannen en 715 vrouwen. Zij vormden tesamen
308 huisgezinnen die in 249 huizen woonden. In totaal zijn vorig jaar 214 personen in de genoemde
belasting aangeslagen.
Tarief |
Waarin aangeslagen |
||
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. |
< ƒ 10 |
168 |
personen |
ƒ 11 - ƒ 20 | |||
ƒ 21 - ƒ 30 | |||
ƒ 31 - ƒ 40 | |||
ƒ 41 - ƒ 50 | |||
ƒ 51 - ƒ 60 | |||
> ƒ 60 |
Tot de laagst aangeslagenen behoorden onder anderen de beide
onderwijzers, Anthonie Sas en Arend Bakker (ƒ 2), en heelmeester B. Imming
(ƒ 4,50). Burgemeester Van der Meer betaalde ƒ 53. De drie hoogst
aangeslagenen waren Pieter Rzn. Kooijman (ƒ 62,50), Cornelis Veer (ƒ 74)
en de weduwe van Jan Willemsz Groot (ƒ 81).
Het vaststellen van de
aanslagen gebeurt door de Commissie van Repartitie, waarvan de leden door
Gedeputeerde Staten zijn benoemd. Nadat het opgemaakte kohier 14 dagen ter
visie van belanghebbenden heeft gelegen wordt het, indien er geen bezwaren
zijn ingediend, ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten aangeboden. De
betaling van de belasting vindt in drie temijnen plaats met de vervaldata 9 mei,
27 juni en 3 oktober.
Een paar maanden nadat ik mijn funktie in Andijk had aanvaard overleed op
8 september 1829 na een lang ziekbed heelmeester Hendrik Blokker. Blokker
was pas 37 jaar en liet elf kinderen achter. Ik herinner mij die droeve
gebeurtenis nog goed omdat ik enkele van zijn kinderen in mijn klas had en
mij daarom verplicht voelde de begrafenis bij te wonen.
Het was mijn eerste kennismaking met een van de typisch Westfriese
gebruiken. In het sterfhuis was de klok stilgezet en waren de spiegels
omgedraaid. Familie en genodigden droegen allen rouwkleding, waarbij de
vrouwen alle niet-funktionele sieraden hadden afgelegd. Nadat de kist was
gesloten zette men die op een wagen waarna zijn vrouw Marijtje Kooiman en
de oudste kinderen op de wagen klommen en op de kist gingen zitten.
Stapvoets reed de wagen naar het kerkhof gevolgd door een aantal andere wagens
waarop familie en vrienden hadden plaatsgenomen.
Na de begrafenis ging het weer terug naar het sterfhuis waar inen bij de broodmaaltijd
zogenaamde begrafenisbroodjes nuttigde.
Blokker is opgevolgd door de uit Medemblik afkomstige Bernardus Imming die, aangezien
hij ongehuwd was, bij de weduwe Blokker introk.