» Jaarboeken "Oud Andijk"
» 1993
» pagina 22
Bij de naspeuringen naar de stamboom van de familie Kieft is mij gebleken dat het beroep watermolenaar
veelvuldig in de familie voorkwam.
De eerste watermolenaar is Jacob Kieft, van ± 1816 t.e.m. 1833 was hij watermolenaar op
één van de drie watermolens van de Oosterpolder in Hoorn. Deze hebben gestaan aan het
einde van de Veenenlaan.
In Andijk stonden vroeger vijf watermolens, de z.g. Noordermolens. Tot en met 1859 werden er geen
molenaarsnamen genoemd in de "Rekening en Verantwoording wegens Het Geldelijk Beheer van den Polder
Het Grootslag". Vanaf 1860 worden de molenaars met name genoemd, 13 namen, zonder dat daarbij is
aangegeven welke molenaar bij welke molen hoorde. Doch de eerste vijf zijn vrij zeker van de Noordermolens.
Dat waren: Cornelis Kieft, Jan Waker, Cornelis Haakman, Jan Eilander en N. Waker. Het jaartractement
van deze vijf was tesamen ! f.403.--
De overige acht waren van de Zuidermolens, gelegen ten Zuiden van De Streek. Dat waren: J. Roozendaal,
F. Koopman, S. Mantel, W. Verkinderen, C. Kind, M. Majon en J. Dral.
Cornelis Kieft is molenaar van 1860 t.e.m. 1873 en zijn weduwe T. Kieft-Vriend van 1874 t.e.m. 1881.
Simon Kieft is watermolenaar van 1891 t.e.m. 1906.
De laatste watermolenaars in Andijk waren: K.C. Eylander, T. de Haas, S. Kieft en J. Krul.
We vonden in het archief van het Waterschap West-Friesland naast vele andere gegevens ook een
Instructie" voor watermolenaars. Bij het lezen hiervan krijgt
u een duidelijk beeld van o.a. de hiërarchie
die er bestond als het er om ging de waterhoogte van onze polder te beheersen.
S. Kieft.