» Jaarboeken "Oud Andijk" » 2003 » pagina 19-26
Guus van Gelder
Ben je zeker van je mening
Durf er dan voor uit te komen
Andijk heeft, in het verleden, jarenlang een flinke groep inwoners gekend die zich bezighielden met
de drankbestrijding. Het waren merendeels progressieve mensen, over heel Andijk verspreid. Zij sloten
zich aan bij de "Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken". De
afdeling Andijk ontwikkelde zich tot een hechte groep. Het waren overigens mensen, die zich door deze
activiteit beslist niet isoleerden. Je kwam ze tegen in alle geledingen van het dorp tot aan de gemeenteraad
toe.
De redactie van ons Jaarboekje kwam begin 2002 in het bezit van haast alle notulenboeken van de organisatie.
Het was de heer H. Blokker die deze boeken tegenkwam in de nalatenschap van zijn overleden moeder, I.
Blokker-Krul. Bovendien hadden wij reeds het laatste notulenboek wat
gevonden werd in de nalatenschap van de heer K. Singer Czn, hij was de
laatste secretaris van de afdeling. Het kwam in goede handen bij mevr. J. Ruiter-Haagsma, welke eveneens
in het laatste bestuur zat. Deze was
bovendien jarenlang actief betrokken geweest in de jeugdafdeling, "De Jeugdbond voor Onthouding",
kortweg de J.V.O.
We zijn zowel de heer Blokker, als mevr. Ruiter-Haagsma dankbaar dat we hier kennis van konden nemen.
Wij willen trachten een beeld te scheppen van de activiteiten van deze
organisatie, die lange tijd midden in de Andijker gemeenschap heeft gestaan.
De eerste notulering betreft natuurlijk de oprichting. Het is wel
leuk om enkele stukken uit die uitgebreide notuleringen exact over te
nemen, we doen dat steeds in cursief.
"Op den 6e Januari 1909 gaf de Geheel Onthouders Dilettantenclub,
uit Enkhuizen, een uitvoering ten huize van den Heer D.Smit, om propaganda
te maken voor het doel der vereeniging, met de toneelstukken "Op
Woeste Golven" en "Het is tijd, neen het is te laat". Beide
stukken werden uitstekend weergegeven en zag men duidelijk welk een
ellende de alcohol in de wereld bracht, welke ongelukken er uit
voortsprooten en tot welke ongelukkige denkbeelden het den rnensch kan
brengen. Het ten toneele gebrachte werd met veel belangstelling gevolgd,
na ieder bedrijf volgde een daverend applaus. Tenslotte werd door de Heer
Jb. de Veen, van Enkhuizen een woord van dank gebracht aan de Andijkers
voor de aandacht geschonken aan de uitvoerende vereeniging en sprak hij de
wensch uit dat dit te Andijk, waar het drankgebruik toch al zoo gering is,
een afdeling der Nederl. bond mocht ontstaan. Meteen vroeg hij, wie zich
als lid wilde opgeven, 7 leden waren er al en nog 3 dan kon een afdeling
worden opgericht, 7 gaven zich op, zoodat het ledental steeg tot 14
In feite was de afdeling Andijk op dat moment een feit. Die
veertien besloten echter om een paar weken later, op donderdag 28 januari ,
weer een bijeenkomst te organiseren om de organisatie goed op poten te zetten.
"Deze werd door 50 personen bezocht. Ook nu was de leiding in
handen van de afdeling Enkhuizen. De avond werd geopend door de Heer Jb. de
Veen, die het woord gaf aan den Heer R.de Jong. Deze gaf een
hartstochtelijk betoog waarin hij de misstanden welke uit het
alcoholgebruik voortkwamen wist voor te spiegelen, zoodat wel een ieder
onder de indruk kwam en zich afvroeg: moeten wij dat gebruik tegengaan en
ons aansluiten; Zoo Ja, dan Nee?"
Het opvoeren van korte toneelstukjes of voordrachten was in die tijd
zeer gebruikelijk tijdens bijeenkomsten van allerlei aard, niet alleen bij
de drankbestrijders, maar ook bij uitvoeringen van zang en
rnuziekverenigingen. Zo ook weer op deze avond.
"Hierna trad de Heer Jb.de Veen op met de vraag of er ook iemand
was die nog eenige inlichtingen wenschte of een vraag had te stellen.
Waarop de Heer K.Singer Czn. opstond met de vraag of tevens aanmerking;
dat er wel voor oogen werd gesteld de ellende die voortkwam uit het
alcoholgebruik, doch hij meende, dat veelal de maatschappelijke ellende de
oorzaak was van het drinken en dacht dat het ook op de weg van den Bond
lag om die ellende te doen verdwijnen.
Door de Heer G.Nieuwboer werd geantwoord op de vraag van de Heer K.Singer,
doch deze kon hem niet tevreden stellen. Waarna de Heer de Jonge opstond
en het woord overnam met de woorden:
"dat onze vereeniging neutraal moet blijven en als wij ingrijpen op
de maatschappelijke toestanden wij ons op politiek terrein begeven."
Hierna wordt een lijst rondgestuurd met de vraag wie zich wilde aansluiten
en hadden wij het gunstig resultaat dat ons ledental steeg tot 36.
Rest ons nog te melden dat na een uitvoerige stemming de bestuursleden werden gekozen en dat nog diezelfde avond, in het bestuur de functies werden verdeeld waarna het volgen- de bestuur de nieuwe afdeling ging leiden;
voorzitter | Jb. de Jonge |
vice voorzitter | D. Kooi |
1e secretaris | C. Kramer |
2e secretaris | Jb. Singer |
Penningmeester | Jb. Bakker Kzn. |
(Jb. de Jonge is een 44 jarige polderwerker uit het Friese Tjalleberd) |
Dat de jonge afdeling uit progressieve mensen bestond werd nog eens onderstreept in de volgende vergadering op 18 februari 1909, op voorstel van het bestuur wordt mevrouw A. Kool aan het bestuur toegevoegd, t.w. mej. A. Kool. Ook nam men vanaf het begin deel aan de vergaderingen van het Provinciaal- en Landelijk orgaan van de Nederlandsche Vereeniging (verder N.V. genoemd). De eerste afgevaardigden waren resp. D. de Vries, die naar Haarlem ging en het waren de heren Jb. de Jonge en Jb. Bakker die naar het verre Leeuwarden togen.
De secretaris krijgt ai snel de opdracht om 60 "blauwe knopen" te bestellen. Dit was een symbool wat op de kleding gedragen werd, waarmee je openlijk voor je principes uitkwam. Naderhand werd er in de dorpsgemeenschap dan ook gesproken over: "Die is van de blauwe knoop."
De Andijkers werden in dat eerste jaar ook al geconfronteerd met tegenwerking vanuit de drankwereld. Gelukkig niet in Andijk, maar het Provinciebestuur wilde een Openlucht meeting houden in Edam. De organisatie wilde bij slecht weer een zaal beschikbaar hebben, maar nergens in Edam en omgeving kon men een zaal huren! Door een spreker werd naderhand hier het volgende op gezegd: "Hij deed het uitkomen, dat onze tegenstanders denken dat wij overdrijven en ons vergelijken met een "asceet" (kortom, iemand die niet leeft) die alle genot uit zijn leven verband. Spreker zei: dat geheelonthouders wel degelijk willen genieten, maar wel met een helder hoofd."
Nog steeds in het eerste jaar werd een zang- en toneelgroepje opgericht.
Beiden waren uitstekende middelen om het gedachtegoed van de
geheelonthouders naar voren te brengen en dus een goed propagandamiddel.
Bovendien beschikte de afdeling daarbij over uitstekende figuren.
Natuurlijk, was het wel zo dat Andijk toen al beschikte over gerenommeerde
verenigingen op dat gebied, maar denk nu niet dat genoemde
geheelonthouders met hun activiteiten als concurrent optraden. Nee, het
was zelfs zo dat deze mensen eveneens prima leden waren van de bestaande
verenigingen, zij beoefenden hun hobby op twee plaatsen.
Wat waren zoal de actiepunten van de afdeling der N.V. Plaatselijk
werd o.a. besloten te proberen het z.g. "kaartjesbiljarten" in
de cafés te doen stoppen. Bij het biljarten om consumptiekaartjes, werd
door de caféhouder of zijn bediende aan het begin van een partij het
bieden bij opbod ingezet. Dat begon dan b.v. met: "Wie om vier?"
en dat kon behoorlijk oplopen, tot enkele tientallen kaartjes. Als het
hoogste bod vaststond, kwam er vanzelf een volger. Tenslotte kreeg aan het
einde de winnaar de helft van de kaartjes gratis in handen, de verliezer
kreeg de andere helft, maar moest alles betalen. Op deze wijze kwam er
heel wat drank in omloop, natuurlijk gunstig voor de kastelein. Dat was
hetgeen de N.V.-ers aan de kaak stelden, maar dat was een moeilijke zaak
want de wet werd niet overtreden.
Zo werd ook een actie ondersteunt van de afd. Amsterdam, die wilde het de
hotels verbieden om het verplicht te stellen om bij het boeken van een
kamer een dure fles wijn af te nemen. Toch had de jonge geheelonthouders
afdeling, al wel invloed op het plaatselijk horecagebeuren.
Kastelijn Singer had in zijn café, waar de N.V. veel vergaderde, naar
zijn eigen zeggen, wijn te koop welke alcoholvrij zou zijn. Maar voor alle
zekerheid verzocht hij de N.V. bestuurders om dat te controleren.
Reeds in 1911 bestond er in Christelijke kring ook een organisatie
tegen drankgebruik. Wij komen dit tegen in de notulen van een vergadering
in 1911:
"Daarna las de voorzitter een verzoek om steun en medewerking voor
van eenige mensen die ook een vereeniging hadden opgericht, op
gereformeerde grondslag. Besloten werd steun toe te zeggen, maar ook te
vragen bij een of andere plaatselijke actie Men krijgt vrij snel bericht terug van christelijke zijde. Hierbij blijkt
dat beide organisaties wel tegen drankgebruik zijn, maar dat de
achtergrond gedachten vanuit maatschappelijke overwegingen, totaal anders zijn.
In later jaren, in 1915, weet men elkaar toch te vinden. Men richt zich
dan gezamenlijk tot het Gemeentebestuur, met het verzoek om het aantal
drankvergunningen in de gemeente in te korten. Over resultaat lezen we niets.
Toen daarna de N.V. afdeling een poging ondernam om gezamenlijk een
Openluchtmeeting te organiseren ging dat niet: "Daarvoor
verschilden onze geestelijke beginselen teveel", aldus de notulen."
We schreven het al, er waren altijd mensen die meer wilden dan
drankbestrijding alleen. Door de notuleringen van de vergaderingen heen
komen allerlei zaken aan de orde. Zo komen we een inleiding tegen door een
lid gehouden, over het doel van het vegetarisme.
Hij toont daarbij aan dat vegetariërs prima strijdgenoten kunnen zijn van de geheelonthouders.
Lang niet iedereen was het daarmee eens en er werd gebruik gemaakt van ludieke voorbeelden:
"Van het debat werd gebruik gemaakt door A.Cornelissen en D.Kool.
De eerste stelde dat het nog lang niet vaststond dat vegetariërs gezonder
zouden leven. Ook wilde hij weten hoe of de vegetariers het hadden als er
soms een vlieg op hun wang zat, want ze dooden was toch in strijd met hun
beginsel. Het gestelde als zouden er onder de slagers geen
geheelonthouders zijn, door kwam D. Kool tegenop en beweest het tegendeel."
Over al die aangedragen zaken welke de geheelonthouders bezig hielden,
werd wel degelijk gediscuseerd, maar steeds kwam daarbij uiteindelijk de
conclusie: "Schoenrnaker blijf bij je leest" Al die
maatschappelijke problemen gingen niet ongemerkt voorbij, maar het mocht
er niet toe leiden dat het gezamenlijke doel aangetast werd.
Zoals reeds bij de oprichting van de afd. Andijk geschreven werd, was het de afd. Enkhuizen wat aan de basis stond van de Andijker drankbestrijdersbeweging. In 1913 ontvangen de Andijkers een uitnodiging uit Enkhuizen om aanwezig te zijn bij de viering van, letwel, het 60 jarig bestaan. In Enkhuizen was dus al in 1853 een afdeling der N.V.
Nadat eerder al een subsidie was ontvangen van de beide "Nutsdeparternenten" van "west" als van "oost", ontving men in 1916 voor het eerst 15 gulden subsidie van de gemeente. Het waren bedragen waar je in die tijd toch wel wat mee kon doen.
Dat waren in die eerste jaren ware boekwerken, vooral secretaris C. Singer Kzn. die kon er wat van, eens omvatte het 15 bladzijden van het notulenboek. Zijn scherpzinnigheid ging zo ver dat hij zelf in de gaten kreeg dat het wel erg lang was. Hij besloot zijn relaas als volgt "Het geheel nog eens overlezende maak ik de opmerking, dat ik, wanneer het hier of door nog eens prijszaniken is, ik met veel kans op succes kan meedingen."
Een enkel lid viel wel eens even uit de toon. Zo werd melding gemaakt dat een paar leden zich schuldig hadden gemaakt door het drinken van een glaasje van de z.g. Bisschopwijn" wat toch minstens 4% alcohol bevatte.
Tijdens de vergadering van 12 februari 1917 komen we voor het eerst de naam van Jacob Kaastra tegen. Deze Kaastra is een Fries, die als beheerder van de Proeftuin voor Tuinbouwproducten, opgezet door de Coöp. Vereniging "Akkerbouw" door deze in dienst genomen werd. We noemen hem hier met opzet, omdat deze man in al die jaren dat hij Andijker was een geweldige inzet pleegde in het maatschappelijk leven van ons dorp. Ook bij de drankbestrijders komen we hem constant tegen. Reeds een paar maanden na zijn komst zit hij in het bestuur.
Natuurlijk hadden jongeren al wel eens kennis gemaakt met de
drankbestrijders beweging, meestal van huis uit, door vader of moeder.
Maar op 15 april 1917 wordt een jeugdafdeling opgericht. Men noemt het
aanvankelijk de "Aspirantenclub" Deze begint met 20 leden, het
bestuur bestaat uit: heren T. v.d. Braber, H. Krul en Jb. Boeder en de
dames G. Mantel en K. Brander. Zonder meer losgelaten werden ze niet want
er was een commissie van toezicht t.w. de heren Bron, Kaastra en Kool en
de dames G. Joon en G. Singer (moeder schrijver dezes).
In de verdere beschrijving zullen we tegenkomen welk een positieve invloed
deze jongeren in de latere jaren van de afd. der N.V. hebben gehad.
We schreven het al eerder. De jeugd, de J.V.O., was een behoorlijke
opkikker voor de afdeling. Menig vergadering werd opgeluisterd door
allerlei optredens, dat liep van toneel tot volksdansen, erg veel werden
zij ter opluistering van de vergaderingen in het programma opgenomen. Maar
minstens zo belangrijk was natuurlijk het feit dat zij op oudere leeftijd
lid werden van de afdeling der N.V.
Hieronder nog een bewaard gebleven programma van een feestavond van de J.V.O. zelf.
Het lokaal van de heer R. Mantel was het café "de Krimpen", de
ruimte van Kaastra was er nog niet.
Uit notulen van 1920 maken we op dat toen voor het eerst gesproken werd
over het stichten van een eigen gebouw. Dat "eigen" betrof dan
wel een gebouw wat dienst zou doen als onderdak voor een flink aantal
dorpsverenigingen, doch de afdeling der N.V. was met twee mensen in de
voorlopige commissie vertegenwoordigt t.w. de heren J. Kaastra en P. Pool.
(26 jaar later zagen we genoemde Paul Pool weer, toen als
stichtingsbestuurder, van "Sport en Cultuur" wat "Cultura" stichtte.)
In 1920 echter was de economische crisis de grootste tegenstander.
Tijdens de ledenvergadering van vrijdag 14 oktober 1921 doet de voorzitter
de heugelijke mededeling: "Dat onze medestrijcier J.Kaastra een
alcoholvrij vereenigingsgebouw zal gaan exploiteren, we kunnen er dus van
verzekerd zijn, dat het beslist "droog zal zijn."
Bijgaand zien we de "Aanvrage om vergunnning", gedaan op 21
oktober 1921, door de toenmalige timmermanjaannerner Simon Scheer. Om het
"drankvrij" te benadrukken maakt de aanvraag melding van een
"Woonhuis en Vergaderlokaal".
Houten vloeren, 30 stuks vloerliggers h.o.h. 0.90 m', muren van gebruikt
naturelsteen met een totale lengte van 26,50 m' en een totale breedte van
7,50 m' Dak met houten onderschoten, met pannen gedekt. Een fundering op
zandaanplemping. Een regenwaterbak van 5 m3. Inrichting privaat met
riolering naar te plaatsen beerput.
Grootte zaal 14,00 x 7,50 m'. Grootte toneel 3.70 m' diep en 7,50 m' breed.
De N.V. afd. Andijk bestond ruim 13 jaar, als een hoogtepunt in het
bestaan zich aandient.
De opening van een drankvrij verenigingslokaal, dat moest natuurlijk
groots aangepakt worden. Het weekend van 2 en 3 september 1922 werd een
flinke "Anti-alcohol Tentoonstelling" georganiseerd met behulp
van het landelijk orgaan. In het midden van de zaal was een collectie
platen opgesteld van het "Reizend Drankweermuseum". Aan de
zijkanten afbeeldingen met vergelijkingen, wat of een gezin allemaal wel
kon kopen van de prijs van een liter jenever, wat toen ƒ 4,10 kostte,
o.a. stond een echt brood van 1.50 meter opgesteld.
Bij de opening waren de hoofden der scholen, van Openbaar- en Bijzonder
onderwijs, met hun hoogste klassen aanwezig. Kortom het werd een geweldige
manifestatie voor het dorp Andijk.
Tenslotte kon worden vastgesteld dot ruim 500 bezoekers de
tentoonstelling hadden bezocht, waaronder ook heel wat uit de regio.
Toen op zondagavond besloten werd met de uitslag der verloting, werd eerst
het grote brood bij opbod verkocht. Na lang bieden was het tenslotte Jn.
de Leeuw die met het brood naar huis ging voor een bedrag van ƒ 5,10.
Het was de eigen jeugd, die toen inmiddels ook landelijk was aangesloten
bij de "Jeugdbond voor Onthouding", de J.V.O., die het grote
feest afsloot met de opvoering van een pantomime.
Op een of andere wijze is er toch een notulenboek zoekgeraakt want we moeten noodgedwongen overspringen naar 1931. Dubbel jammer want in die tien jaar die er tussenliggen is er toch iets voorgevallen wat erg belangrijk was voor de afdeling.
Kort hiervoor schreven we over het mooie openingsfeest van het lokaal van
Jac. Kaastra al spoedig genaamd "'t Centrum". In 1931 lezen we
echter over een bijeenkomst in Café "Centrum" van de heer C.
Minnes. Schrijver dezes die in 1937 Andijker werd, heeft toen wel de
verhalen van oudere mensen gehoord, zo in de geest van "'t Kon
natuurlijk zo ook nooit!" Waarmee dan bedoeld werd; een horecazaak
runnen zonder dat er alcohol in wordt verkocht, is economisch een
onhaalbare zaak, zeker in een dorp. Het lijkt er op dat het inderdaad zo
was, maar de echte bevestiging hiervan hebben we niet kunnen vinden.
Wel een feit is dat de Kaastra's, Jacob Haye en Klaasje (Brouwer) met hun
dochter Gezina in 1927-1928 een ander nieuw huis betrokken, ook gelegen
aan de Kleingouw thans nr. 76 (bewoond door Jaap en Marjan Beuling). In
dit huis vinden we thans nog de eerste steen die is gelegd door de toen 4
jarige Gezina, op 16 september 1927.
De afdeling heeft dus qua aantal nog steeds een behoorlijke omvang, maar
een groot gedeelte van het aantal "gedraagt zich meer als donateur",
zo staat in de boeken geschreven. Het gevolg daarvan is dat de
vergaderingen slechts door een klein aantal worden bezocht. Wel blijft men
naar buiten toe, richting provincie en het landelijk orgaan ruimschoots
aan de verplichtingen voldoen. Zo wordt zelfs voorgesteld, de slotdag van
de zg. "Blauwe Week", die op 2e Pinksterdag 1934 in Hilversum
zal plaatsvinden, let op, "op de fiets te bezoeken".
Hoeveel dit ondernamen weten we niet, maar men nam dan een tentje mee op
de fiets en zo gingen ze dan de volgende dag weer terug.
We bevinden ons dan in de crisisjaren. Dat komt het beste naar voren in de
notulen van de secretaris van een vergadering in 1935, over het financiële
verslag: "Daarna komt de penningmeester aan het woord, maar dat is
minder mooi want vorig jaar was er nog ƒ 116, 65 in kas en nu nog
maar ƒ 39,81. Maar afijn, er is toch nog geld in de kas. Want ik
geloof dat er tegenwoordig heel wat met een lege kas zitten."
De vergaderingen werden haast altijd opgeluisterd door voordrachten en
zang uit eigen gelederen.
In die jaren had men een secretaris, dat was Bertus Boeve een echte
strijder, maar de Nederlandse taal was niet z'n sterkste punt, maar hij
zette het wel, wat je noemt, smeuïg neer. 8 mei 1937:
"En tot slot komt de J.V.O. nog met een toneelstuk in 3 bedrijven.
Nou, dat was prachtig, of liever gezegd droevig, want ze vielen kat achter
kat dood."
Tijdens de jaarvergadering op 6 mei 1939 kregen de volgende leden het "N.V." insigne vanwege hun 25 jarig lidmaatschap:
De dames : | M. Pool-Mantel A. Jongejeugd J. Kay-Jongejeugd A. Dol G. Singer- van Dok R. Burger-de Boer A. Blom-Rusting B. Blom-Bankert |
De heren : | P. Pool Jn. Kieft N. Krol |
Dhr. Dirk Kool was lid vanaf het begin, 30 jaar geleden. Hij was die dag 25 jaar voorzitter.
Ondanks de slechte tijd was de J.V.O. afdeling er toch in geslaagd een
mandolineclub van de grond te krijgen. De centjes daarvoor kwamen
natuurlijk grotendeels uit de kas van de N.V. afdeling, anderzijds werd er
dan door de jeugd ook veelvuldig opgetreden. Men vond dat natuurlijk
prachtig die vrolijke klanken, maar toch ... op 27 oktober 1942 lezen we:
"Dan is het de mandolineclub die een paar nummers ten beste zal
geven, maar door de mandolines niet te best stemden moest er maar bij
gezongen worden dan hoor je daar niet zoveel van."
Met name de laatste oorlogsjaren gaan ook de activiteiten der
geheelonthouders op een laag pitje. We zijn dat natuurlijk al vele malen
in verhalen over verenigingen tegen gekomen.
Overigens was het toch wonderbaarlijk te noemen dat de Duitse bezetters de
drankbestrijders, organisatorisch gezien, nooit een strobreed in de weg
hebben gelegd, men kon z'n gang gaan.
Zo kon het gebeuren dat tijdens een vergadering op 13 juni 1942 wederom
een aantal leden door voorzitter Dirk Kool kon worden gedecoreerd. Ook om
onze lezers nog eens kennis te laten maken met wat voor mensen of het
betrof, noemen we hier nog weer eens de namen:
C. Brouwer-Mantel, G. de Haas-Blom, mej. M. Burger, mej. A. Molen, IJ.
Blom-Basjes, T. Tuytel-Kieft, K. de Vries-Buishand, D. Blom, N. Dekker-de
Vries, Jb. Mantel, Kl. Burger, M. Zwier-Tensen en H. Klinger.
De notulen van 22 februari 1943 maken melding van een bestuursverkiezing
waarbij voorzitter D. Kool, als aftredende, wordt herkozen, maar B. Boeve
niet wordt herkozen. In zijn plaats wordt, de net uit de J.V.O. komende, Jel Haagsma gekozen.
In die notulen, die nota bene nog netjes door Boeve zelf zijn
neergeschreven, geen woord van dank aan de man die jarenlang secretaris
was geweest. Het had te maken met de maatschappelijke keuze die Boeve had
gemaakt in oorlogstijd. Bovendien liet hij de keuze blijken in woord en
daad en dat werd door de N.V. afd. niet gepikt.
Het wordt dan een tijdje "donker" wat overigens niet alleen voor de geheelonthouders gold. Een paar jaar lang kwam men slechts zelden bijeen, meer om even steun bij elkaar te vinden als om organisatorisch bezig te zijn.
Toen de bevrijding daar was, duurde het niet lang of ook de afdeling der
N.V. zette de werkzaamheden met fris elan weer op poten. Dat moest toen
wel zonder de steun van een jeugdafdeling, want de J.V.O. was opgegaan in
een progressieve "Vrije Jeugdbeweging" die zich in heel West-Friesland had ontwikkeld.
In feite toch een grote strop voor de "Nederlandsche Vereeniging tot
Afschaffing van Alcoholische Dranken" afd. Andijk omdat de toevoer
van jonge leden beslist niet meer automatisch ging.
Ondanks dat wordt het 40 jarig jubileum hartstochtelijk door de leden gevierd. In de Middenschool aan de Hoekweg, die jarenlang de lokaliteit was waar men bijeen kwam. Wat nooit gebeurde, er waren 58 leden aanwezig. Zoals vele malen eerder, werd ook deze feestelijke bijeenkomst gevuld met bijdragen van eigen krachten. Dat waren mensen die cultureel nog heel goed "uit de voeten konden".
Op 4 februari 1951 wordt voor het eerst vergadert in het nog nauwelijks
afgebouwde Cultura, waar we toen nog gewoon "het gebouw" tegen zeiden.
Ondanks het feit dat men weinig invloed heeft kunnen uitoefenen over de
gebruikswijze van het nieuwe gebouw, was men toch blij hier te kunnen
vertoeven. We schreven het al eerder; deze mensen waren ten nauwste bij
het Andijker verenigingsleven betrokken.
In de notulen van een vergadering in april 1954 lezen we een prachtige omschrijving van de mens Dirk Kool. Hij is dan al 41 jaar voorzitter van de afdeling en als zodanig vele malen de afgevaardigde naar de landelijke vergaderingen. Waar het om gaat is dat Kool nogal vergeetachtig – en soms zelfs wat chaotisch is voor zichzelf.
Secretaris K. Singer schrijft hierover: "Zoals bekend behoort
deze tot de mensen die niet kunnen reizen zonder iets te vergeten, of zich
in een trein te vergissen, die ook nooit enige tijd van tevoren opgeven
dot ze de gewone, aan de vergadering verbonden attracties, zoals een diner
of een autobustocht willen meemaken, laat staan dat ze dit vooraf betalen
enz. enz. Het is eigenlijk merkwaardig dat zulke reizigers toch tenslotte
op de een of andere manier nog weer op Andijk terecht weten te
komen."
Het moet gezegd; Singer kende Kool goed!
Op dat zelfde moment zijn de activiteiten tot een minimum gedaald.
Eens in de twee jaar een ledenvergadering. Toch telt de afdeling in 1956 nog steeds 58 leden.
In het Jaarverslag van datzelfde jaar lezen we een zeer kritische
overpeinzing van de secretaris:
"Heeft de Geheelonthouders beweging, als organisatie, nog reden
van bestaan ? Immers we zijn, ook landelijk een vrij geïsoleerde groep
die de massa niet aanspreekt.
B.v. het drankgebruik van automobilisten, dit wordt bestreden door vele
niet-geheelonthouders ver buiten onze organisatie om. Het gaat evengoed
zonder ons als met ons.
En zo gaat het b.v. met de sport, waar volgens het Hoofdbestuur een
belangrijke taak voor ons zou liggen. Wel als een sportsman de drank wil
laten staan zal hij dat eerder op advies van zijn trainer doen, als van ons."
Eigenlijk heeft de afdeling Andijk der N.V. tot "Afschaffing van
Alcoholhoudende Dranken" haar laatste echte vergadering in
feeststemming gehouden. Immer het 50 jarig bestaan, op 31 januari 1960 in
"Cultura" gehouden, werd een gezellige bijeenkomst, waarin nog
zes mensen werden gedecoreerd vanwege het feit dat ze er al die 50 jaar
ook bij waren geweest t.w.: Dirk Kool, Reinder Kool, Antje Dekker-Kool,
Maarten Dekker, Jacob Singer en Ant Singer-de Vries.
Vijf en een half jaar later wordt de echt laatste vergadering gehouden.
Tenminste de notulen melden: "Voor deze vergadering, misschien de
laatste die door onze afdeling belegd is ..."
Er worden dan nog drie bestuursleden herkozen, meer wordt niet nodig
geacht. Het zijn: I. Blokker-Krul, J. Ruiter-Haagsma en K. Singer.
Dat is dan ook tevens het laatste wat in de boeken is neergeschreven. Na
ruim 55 jaar strijd tegen drankgebruik is de georganiseerde vorm daarvan
in Andijk niet meer aanwezig.
De enig overlevende van het gezelschap is mevr. J. Ruiter-Haagsma welke
nog vele mooie herinneringen kan ophalen uit die periode.